Volop speculaties nieuwe brede stoppersregeling
De landbouwsector staat opnieuw hoog op de agenda in de Tweede Kamer met de aankondiging van de nieuwe brede stoppersregeling. De twee Lbv-opkoopregelingen...
Lees verderEen groot deel van de deelnemers aan de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) is inmiddels bezig met het leegdraaien en intrekken van de vergunningen. Twee van de eisen waaraan voldaan moet worden voor het uitbetalen van het tweede voorschot van 70% van de subsidie. Marco Hol, die vanuit DLV Advies veel ondernemers begeleidt bij de Srv geeft een aantal aandachtspunten voor deze fase.
“Na acht maanden moet de deelnemer echt gestopt zijn met de varkenshouderij. Alle dieren moeten uit de stal zijn en de mestkelders moeten leeg zijn. En de gemeente moet de milieuvergunning hebben ingetrokken”, licht Marco toe. Dat laatste onderdeel zorgde door een recente uitspraak van de rechter voor verwarring.
In de saneringsregeling stond de eis dat de natuurbeschermingswetvergunning moet worden ingetrokken of zodanig moet worden aangepast, dat de vergunning alleen nog betrekking heeft op andere diersoorten dan de diersoorten die bij intensieve veehouderij gehouden kunnen worden. Binnen de regeling mochten deelnemers maximaal 15% van de emissievergunningsruimte hiervoor gebruiken.
Marco: “Door een recente uitspraak van de Raad van State is er geen natuurbeschermingswetvergunning meer nodig bij intern salderen. Omdat het bedrijf dan niet meer vergunningsplichtig is, is het niet meer mogelijk om de vergunning gedeeltelijk in te trekken en is de eis, zoals die in de saneringsregeling vermeld stond, dus niet meer uitvoerbaar.” In overleg met alle betrokken provincies is het ministerie van LNV nu een werkwijze overeengekomen, waarbij alsnog de mogelijkheid wordt geboden om via een intrekking van de Wet natuurbescherming 15% te laten resteren. Marco: “Dit betekent dat je 15% mag vastleggen in varkens. Echter, in de praktijk kunnen er geen varkens meer op de locatie worden gehouden. Dit wordt door de NVWA ook op de locatie gecontroleerd. De 15% kan gebruikt worden voor een andere activiteit op de locatie.”
Marco adviseert deelnemers contact te onderhouden met de gemeente zodra het verzoek tot intrekking van de vergunning is gedaan, zodat die het besluit zo snel mogelijk publiceert. “Als er eerst een ontwerpbeschikking nodig is, kunt u of de adviseur die dit voor u regelt, de gemeente verzoeken zo snel mogelijk na de termijn van het ontwerp definitief te beschikken. Hoe langer het duurt voor de definitieve beschikking er is, hoe langer de afwaardering van de gebouwen doorloopt en dus hoe minder vergoeding er voor de stallen wordt uitgekeerd.”
De snelheid waarmee het intrekken van de vergunningen verloopt, is heel wisselend. Marco legt uit hoe dat kan: “Als bij een aanvraag een uitgebreide procedure van toepassing was, dan is dit ook bij het intrekken het geval. Dat betekent dat een intrekkingsbesluit, wat voor RVO leidend is, pas een feit is na een periode van zes weken terinzagelegging.” Zijn advies is je daardoor niet te laten verrassen, op tijd na te gaan of dit op het bedrijf van toepassing is en op tijd de acties in gang te zetten.
Wanneer aan alle eisen, dus onder andere het doorhalen van de varkensrechten, het intrekken van de vergunningen en het in behandeling nemen van het verzoek tot herbestemming, is voldaan kan het voorschot van 70% aangevraagd worden via het E-loket. Het aantal bedrijven dat niet kan voldoen aan deze eisen binnen de acht maandentermijn groeit. Geldt dit voor u? Zorg dan voor een tijdige melding bij RVO, met een reden, zodat u uitstel kunt krijgen.
De landbouwsector staat opnieuw hoog op de agenda in de Tweede Kamer met de aankondiging van de nieuwe brede stoppersregeling. De twee Lbv-opkoopregelingen...
Lees verderTussen 2005 en 2015 zijn veel nieuwe stallen gebouwd. Een deel hiervan is toe aan renovatie. Niet per se vanwege slijtage, maar vooral omdat inzichten...
Lees verder