ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Op 1 januari 2025 wijzigt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Één van de wijzigingen betreft de subsidie...
Lees verderVoor 1 juli moeten grootverbruikers van stroom en gas hun energiebesparende maatregelen melden. "Er valt vaak nog veel te besparen, wat van de nood een deugd maakt", zegt onze klimaatspecialist Jan Pijnenburg.
Binnen de Wet Milieubeheer zijn zogenoemde categorie C-bedrijven verplicht om via de omgevingsvergunning energiebesparende maatregelen te nemen. Dat zijn bedrijven met een omvang vanaf 750 zeugen of 2.000 vleesvarkens.
Dit jaar geldt voor kleinere bedrijven ook de verplichting om genomen of nog te nemen energiebesparingsmaatregelen te melden bij RVO.nl. Dit moet voor 1 juli gebeuren. Deze informatieverplichting geldt voor bedrijven die meer dan 25.000 kuub gas of meer dan 50.000 kWh per jaar gebruiken. Dit melden kan via een online stappenplan.
Het energieverbruik op bedrijven loopt ver uiteen. Klimaatspecialist Jan Pijnenburg van DLV Advies hanteert voor zeugenbedrijven een gemiddeld stroomverbuik van 180 kWh en een gasverbruik van 60 kuub gas per zeug. Bij dergelijke verbruiken zijn bedrijven vanaf circa 280 zeugen al meldingsplichtig. Op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geldt deze plicht voor zo'n 1.200 bedrijven. Voor vleesvarkensbedrijven ligt het verbruik rond de 34 kWh of 3 kuub per vleesvarkensplaats, wat op basis van het stroomverbruik betekent dat bedrijven vanaf 1.250 vleesvarkens onder meldingsplicht vallen. Dat komt neer op zo'n 1.500 drijven. De energiekosten beslaan gemiddeld 10% van de totale kosten. “Een gezinsbedrijf met 500 zeugen geeft al gauw € 60 per zeug uit aan elektra en gas, ofwel € 30.000 per jaar. Als je weet dat de bandbreedte in de sector tussen de 50 en 150% van dit gemiddelde verbruik ligt, dan scheelt het enorm als een bedrijf maatregelen neemt", stelt Pijnenburg.
De meldingsplicht betekent dat een bedrijf aangeeft welke investeringen in energiebesparende maatregelen genomen gaan worden. De lijst is opgesteld aan de hand van technieken waarvan de terugverdientijd onder de vijf jaar komt. Al deze maatregelen zijn volgens Pijnenburg in sommige gevallen van toepassing. Zonder gedegen onderzoek wat het beste binnen een bedrijf past, bestaat het gevaar dat er ondoelmatige investeringen worden geëist.
Bij vergunningaanvragen of controles op vergunningen door gemeentes of regionale milieudiensten gaat gekeken worden naar de gemelde maatregelen. Voor grote bedrijven, met meer dan 750 zeugen of meer dan 2.000 vleesvarkens, geldt dat er gehandhaafd wordt op de in de vergunning opgenomen maatregelen. Daarbij kan het zijn dat een omgevingsdienst een termijn stelt waar binnen een maatregel gerealiseerd moet worden. Om dit af te dwingen kan deze een dwangsom opleggen.
Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren al maatregelen genomen bij nieuwbouw of renovatie van stallen. Het gasverbruik is volgens Pijnenburg de afgelopen tien jaar gehalveerd door betere isolatie, het gebruik van warmtepompen en warmtewisselaars en slimmer ventileren. Maar ondanks nieuwe, energiezuinigere systemen liggen er in veel stallen nog mogelijkheden om het energieverbruik verder te drukken.
Om niet voor de vuist weg te gaan investeren is een energiescan van DLV Advies een goede methode om inzicht te krijgen in het huidige verbruik en waar de mogelijkheden liggen. “De meeste besparingen vragen geen investering. Het gaat erom dat het juiste gebruik van de bestaande apparatuur direct geld oplevert", ervaart Pijnenburg. Dat mag dan nog geen verplichting zijn om maatregelen nemen, ze overwegen is altijd goed. Daarbij hanteert Pijnenburg dat een investering binnen vijf jaar moet zijn terugverdiend. "Grotere investeringen vallen veelal binnen een aanvraag van een omgevingsvergunning, die tegenwoordig ook al enkele jaren kan duren."
Met de huidige discussies rond het gebruik van aardgas ontstaat ook de vraag of varkenshouderijen van het gas af kunen. Het antwoord is simpel: 'ja'. Al is dat van het gas af gaan in een bestaande situatie wel lastiger. Bij nieuwe stallen wordt steeds meer bij het ontwerp al rekening gehouden met gasloos. Warmteterugwinning of warmtepompen kunnen zelfs rendabeler zijn dan het gebruik van een traditionele verwarming op gas. ln bestaande stallen kan een houtpelletkachel de stookkosten met 30 tot 40% verminderen.
Voor vleesvarkens liggen de stookkosten tussen de € 20 en € 6 per vleesvarken, voor een fokzeugenbedrijf is dat € 20 tot € 40. De stookkosten variëren daarmee tussen de € 10,000 en € 20.000. "Voor € 20.000 leg je een biomassaketel of warmtepomp voor een bedrijf met 1.000 zeugen aan", berekent Pijnenburg.
Twee derde van de stookkosten op een zeugenbedrijf wordt gemaakt in de biggenafdelingen, de rest in de kraamstal. Voor bestaande biggenafdelingen op zeugenbedrijven kunnen warmtepanelen op basis van infraroodverwarming kosten besparen. De gecoate glaspanelen worden op 2,4 meter boven de hokken gehangen en stralen warmte van boven af. Dat betekent bij een investeringslast van 27.6 cent per big bij 900 biggenplaatsen en tien rondes per jaar, een afschrijvingstermijn van tien jaar.
Bijkomend voordeel van de warmtepanelen is dat de stallucht droger is en stallen sneller drogen dan bij conventionele verwarming.
De meeste bedrijven bouwen vanwege de verplichte ammoniak- en geurreductie een luchtwasser. Deze wordt steeds meer gecombineerd met een Warmteterugwinningsinstallatie die de warmte van het waswater gebruikt om inkomende lucht voor te verwarmen. Dit kan gecombineerd worden met een tweede systeem waarbij energie uit het proceswater van de luchtwasser wordt onttrokken door middel van een warmte- pomp om naverwarming te realiseren. Met een gecombineerd systeem is 80% op de stookkosten te besparen. maar waarbij in totaal de dubbele hoeveelheid energie de stal wordt ingebracht. Voor een bedrijf met 1.000 zeugen en 5.000 biggenplaatsen betekent dit dat er een totale investering van € 25.000 nodig is. Deze investering kan door de reductie in stookkosten in drie tot vijf jaar terugverdiend worden. Dit is exclusief subsidies en exclusief de verbetering in productieresultaten.
Wilt u ook weten hoe u ervoor staat? Vraag dan een energiescan aan voor eenmalig € 350 door het invullen van onderstaand formulier.
Dit interview met Jan Pijnenburg is op 30 april verschenen in vakblad Boerderij.
Op 1 januari 2025 wijzigt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Één van de wijzigingen betreft de subsidie...
Lees verderDe energiebesparingsplicht is een belangrijke maatregel binnen de Wet milieubeheer, die gericht is op bedrijven, instellingen en organisaties die meer...
Lees verder