Lbv-regeling

Bij deelname aan de LBV(+) regeling moet de deelnemer de bestemming van de locatie wijzigen en deze mag geen veehouderij meer zijn. Dus bij een gemengd bedrijf van bijvoorbeeld melkvee en geiten, dan moet ook de geitentak stoppen, zonder vergoeding, omdat er volgens de  nieuwe bestemming geen vee meer mag worden gehuisvest.

De regeling geldt voor de locatie. Op die locatie moet gestopt worden met alle veehouderijtakken, óók wanneer de tweede tak een diersoort is die niet opgenomen is in deze regeling. De locatie moet namelijk een nieuwe bestemming krijgen, waarbij de bestemming ‘veehouderij’ eraf moet. Paarden vormen een uitzondering. Deze worden niet als veehouderij gezien.
 

In de regeling staat dat de productiecapaciteit gedurende vijf jaren voorafgaande aan de aanvraag op bedrijfseconomisch gangbare wijze gebruikt moet zijn. Als dit niet het geval is, is het aan te bevelen een verklaring hiervoor mee te sturen bij uw aanvraag, met de reden van de tijdelijke leegstand (bijvoorbeeld renovatie, maatregelen vogelgriep, etc.). RVO moet toetsen of er met de aangegeven reden aan de regelningsvoorwaarden is voldaan. Tijdelijke leegstand in het kader van reguliere bedrijfsvoering zoals leegstand tussen het afvoeren van een ronde vleesvarkens of -kuikens en de komst van een nieuwe ronde of tijdelijke leegstand als gevolg van een dierziekte, vormt geen problemen.

De voorwaarde voor de Lbv plus is 2500 mol totaal depositie per jaar. Dit is een andere waarde dan de mol/hectare zoals die op de vergunning staat. De overheid heeft aangegeven dat de grens zo is gezet dat 3000 bedrijven in aanmerking komen. De tool van de overheid om te berekenen of een bedrijf aan deze voorwaarde of de drempelwaarden van de reguliere Lbv voldoet, staat op aerius.nl. DLV Advies ondersteunt u graag bij deze berekening. Als u wilt weten of u in aanmerking komt, kunt u uw gegevens hier achterlaten. 

De eigenaar van de gebouwen kan deelnemen aan de regeling. De bestemming van de locatie moet worden gewijzigd en de waarde van de locatie verandert fors. Het advies is daarom hierover in overleg te gaan met de verpachter.

Nee, hier wordt geen rekening mee gehouden. De waarde van de stallen wordt bepaald op basis van het aantal m2 en de datum van ingebruikname van de stal. Renovatie en nieuwe inrichting verhogen de waarde niet. De inrichting mag wel verkocht worden.

  *Dit komt overeen met 134,44/kg netto benutbaar fosfaatrecht

Voor ondernemers die deelname aan deze Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties overwegen heeft DLV Advies een rekentool ontwikkeld. U krijgt een inschatting van wat uw bedrijf waard is binnen de Lbv-regeling door uw gegeven via onderstaande button in te voeren. 

Bereken de waarde van mijn stallen

Hier bestaat discussie over. Uit de regelingentekst zou je op kunnen maken dat deze stallen niet vergoed worden. In de berekeningstool van RVO worden deze stallen op een waarde van € 0 gezet.   
In persoonlijke communicatie laat RVO echter weten ‘dat de stallen wel worden vergoed, mits de veehouderijlocatie met bijbehorend UBN-nummer minimaal 5 jaar in gebruik is geweest. Als een ondernemer een nieuwe veehouderijlocatie met nieuw UBN is begonnen korter dan 5 jaar geleden, dan is er geen vergoeding mogelijk’. Nadere vragen worden hierover gesteld, ook omdat de rekentool dan af zou wijken van het antwoord wat RVO op dit punt heeft gegeven.

Als je 2021 geen representatief jaar is qua dieraantallen, mag je 2019 of 2020 als referentiejaar kiezen. 

Wanneer u een nieuw deel aan uw stal heeft gebouwd dan geldt voor die m2 de datum in waarop u dat deel voor het eerst gebruikte. Voor het bestaande deel geldt de eerdere datum.

Hierover staat nog niets in de huidige regeling.

Zonnepanelen worden niet vergoed binnen de regeling. Er zijn meerdere opties hoe met deze zonnepanelen om te gaan. Het is mogelijk ontheffing voor sloop aan te vragen wanneer u de zonnepanelen wilt behouden of bijvoorbeeld het dak verhuurd heeft. Uiteraard is er dan geen vergoeding voor de stal die niet wordt gesloopt in verband met de ontheffing. Andere opties zijn zonnepanelen verwijderen en op land of op een nieuw dak terugplaatsen. 

Lees meer

De Lbv en LBV plusregeling gaan open op 1 juli 2023. De inschrijftermijn van de reguliere Lbv-regeling sluit op 1 december 2023. Voor de Lbv+ is dit 5 april 2024.

Op de WOZ staan de m2 per stal, als ook de jaartallen. RVO gaat er vanuit dat deze gegevens correct zijn. Mochten de m2 of de jaartallen afwijkend zijn, dan kunnen de bewijsstukken in de aanvullende bijlagen worden meegestuurd.