Van gangbare melkveehouderij naar biologisch boeren
Vanuit een landbouw studiegroep vond in de jaren 90 de eerste kennismaking plaats tussen de familie Verhoef en DLV Advies. Christiaan de Ruijter werd gevraagd om een luifelstal voor jongvee te realiseren, waarvoor destijds enkel een schets, zonder bouwtekening, voldoende was. Nadat de bouw van de luifelstal in tevredenheid was afgerond volgde al snel de realisatie van nieuwe projecten. Bij de vernieuwing van het erf en de gebouwen werd Mattias Verhoef al op jonge leeftijd volop betrokken door zijn vader. Zo leerde Christiaan, ook de toekomstige generatie Verhoef vroeg kennen.Een nieuwe stal met oude doelstellingen
In 2015 werd de ligboxenstal, met ruimte voor ongeveer 140 ligplaatsen, gerealiseerd. Christiaan begeleidde het traject, van vergunning tot ontwerp, tot budgetbewaking die gerealiseerd werd binnen het vooraf opgestelde investeringsplan.
Belangrijke uitgangspunten bij de bouw van de stal waren: eenvoudig, functioneel en efficiënt. Dit is terug te zien in de keuzes met betrekking tot de stalindeling en toegepaste materialen. Het gehele proces, van concept tot realisatie, verliep vlekkeloos. Toch vragen zij zich nu af of ze destijds andere keuzes hadden moeten maken.
Mattias:” In die tijd was het als boer niet de vraag of je groeide maar hoeveel je groeide. Een stal werd daardoor altijd met een beoogde (forse) groei in aantal melkveekoeien gebouwd. Deed je niet mee aan deze trend, dan was je bang de boot te missen. In die periode was het voor ons en voor mijn ouders het beste alternatief.
Na de realisatie van onze stal zijn we ons gaan beseffen dat deze wijze van boeren niet bij ons past. Met de omschakeling naar bioboeren is zo’n stal eigenlijk niet nodig.”
De ommekeer
Op de vraag wanneer de omschakeling is gekomen, zijn Coriene en Mattias duidelijk:” Het besluit komt uiteraard niet uit de lucht vallen. Al van oudsher zijn we als familie aangesloten bij verschillende studiegroepen. Je weet wat er speelt en het houd je bovendien scherp. Bij thuiskomst van een van deze avonden waarin er wederom gesproken werd over de noodzaak van groei, kwam voor mij het keerpunt,” vertelt Mattias,. “Ik had al genoeg stikstof in de grond en teveel eiwit in mijn gras. Ik ging nadenken over de gevolgen van onze manier van boeren.”
“Ook vanuit christelijk oogpunt,” vult Coriene haar man aan: “We zijn de aard van de koe en het gras vergeten. We wilden daarom terug naar de basisprincipes zoals deze van oorsprong bedoeld waren. ”
Mattias en Coriene waren al aangesloten bij Proeftuin Veenweiden, een groep boeren die proberen hoe zij de ammoniakemissie omlaag kunnen krijgen.
Zo kwam langzaamaan het keerpunt. Er werd besloten minder kunstmest te strooien, het eigen gras meer te benutten, minder krachtvoer in te kopen en meer gras te geven aan de koeien. Zo groeide de bedrijfsvoering steeds meer naar de biologische aanpak toe.
Het nieuwe boeren
Voordat het zover was, moest de werkwijze en het omliggende land drastisch veranderd worden.
Streefden ze bij de familie Verhoef al generaties lang naar een optimale melkopbrengst, nu wordt er gekeken naar wat het beste is voor dier, natuur en milieu.
Geen aankoop van fosfaatrechten maar de keus om extensiever te boeren.
Het omschakelen van het geven van biologisch voer en het efficiënter benutten van eigen gras, betekent duurdere inkoop en meer benodigde grond.
Door een goede samenwerking met Staatsbosbeheer en ruilkavel heeft dit uiteindelijk geleid tot 80 hectare grond.
“Biologisch boeren is duurder en het werk intensiever. Doordat we minder koeien kunnen huisvesten is de melkproductie niet gegroeid naar de beoogde 1.000.000 liter maar naar 600.000 liter per jaar.
Daarentegen is er zoveel meer voldoening van het werk en krijgen we een hogere opbrengst voor onze biologische melk. Qua saldo blijft het daarom redelijk gelijk.
Nu er nieuwe klimaatdoelstellingen worden gesteld met mogelijk verhoging van het waterpeil voor CO²-reductie, denk ik dat dit echt het nieuwe boeren wordt.” aldus Mattias.
Een dak boven mijn hoofd
Na de koffie lopen we op het prachtige erf van de familie Verhoef. In de verte zien we de koeien grazen. Een enkele koe ligt in een schoon, droog en goed ingestrooid strohok en ook lopen we door de laatste grote stal die in 2015 is gebouwd.
“Nog steeds een mooie aanwinst” licht Mattias ons nog even in. “Onze koeien leven voornamelijk buiten, maar met regen ben ik toch erg dankbaar, dat ik kan melken, met een goed dak boven mijn hoofd!