Resultaten rustgewas met ultravroege maïs
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderIn het nieuwe GLB worden boeren gestimuleerd om eco-activiteiten toe te passen die positief zijn voor natuur, milieu en klimaat. Daarvoor worden ze gecompenseerd met de eco-regeling. Maar kun je er als agrariër bedrijfstechnisch ook je voordeel mee doen? ´Bij een aantal wel”, zegt Koen Peters, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies.
In het nieuwe GLB zijn 21 eco-activiteiten opgenomen waarmee boeren 5 punten per hectare kunnen verzamelen die ze nodig hebben om mee te kunnen doen aan de eco-regeling. Dat betekent dat een bedrijf van 40 hectare in totaal 200 punten moet scoren, verdeeld over 5 categorieën: klimaat, bodem en lucht, water, landschap en biodiversiteit. Om in aanmerking te komen voor de eco-premie moeten eerst de punten worden gehaald. Daarna kun je extra activiteiten doen om de premie te verhogen van brons naar zilver of goud.
Eén van de eco-activiteiten is grasklaver. Dat levert per hectare 4 klimaatpunten op, 4 punten voor bodem en lucht, 1 voor landschap en 1 voor biodiversiteit. Bij 10 hectare grasklaver heb je dan 100 punten behaald. “Klaver bindt stikstof vanuit de lucht, waardoor je ook bedrijfstechnisch voordeel hebt. Want het bespaart direct op duur kunstmest”, aldus Koen. Het vraagt wel enige kennis en kunde om het aandeel klaver goed te houden. En dus bereidheid om hier tijd in te investeren.
Ook kruidenrijk grasland telt als eco-activiteit. Het levert per hectare 11 punten op: 2 klimaatpunten, 4 punten voor bodem en lucht, 1 voor water, 3 voor landschap en 1 voor biodiversiteit. “In die mengsels zitten ook vaak kruiden met een stikstofbindend vermogen. En kruiden wortelen anders dan gras, wat een betere bodemstructuur kan opleveren. Kruiden kunnen bovendien gezondheidsvoordelen bieden voor de koeien.” Kruidenrijk grasland is ook attractief voor weidevogels.
Een andere eco-activiteit is het aanleggen van een 3 meter brede kruidenrijke bufferstrook langs bouwland en/of grasland. Koen: “Als je uitsluitend gras en mais teelt, kom je niet aan voldoende punten op het gebied van biodiversiteit om mee te kunnen doen aan de eco-regeling. Dan heb je bufferstroken nodig. Een bufferstrook met kruiden langs grasland en bouwland levert 30 punten per hectare op voor landschap en 60 punten voor biodiversiteit. Daarbij telt de oppervlakte van de bufferstrook.” In een rekenvoorbeeld van Koen heeft een bedrijf van 40 hectare 7,2 hectare mais; de bufferstroken langs het bouwland meten dan bij elkaar 0,8 hectare. Die brengen dus geen 90 maar 72 punten op voor die categorieën. “Maar bufferstroken langs grasland kun je gewoon benutten in je bedrijfsvoering door ze te maaien en te beweiden”, geeft hij aan. “Er mag alleen geen mest op.”
Bij de zogeheten ‘veemaatregelen’ kunnen melkveehouders kiezen voor verlengde weidegang overdag of verlengde weidegang dag en nacht, voor de periode van 1 mei tot 30 september. Deze maatregelen leveren respectievelijk 8 en 11 punten per hectare op. “Het is alleen nog niet duidelijk of je alle percelen van je bedrijf daarbij mee mag tellen of alleen de graslandpercelen”, zegt Koen. “Die vraag staat nog uit bij RVO.”
Los van de te scoren punten kan het verlengen van weidegang ook een kostenbesparing zijn. “Als je het weiden goed in de vingers hebt, levert dat ook voordelen op”, geeft hij aan. “De koeien halen zelf goed voer uit de wei en bemesten het direct, wat veel machinewerk bespaart”.
Koen heeft de nieuwe simulatietool van RVO voor de eco-regeling inmiddels doorgenomen. Maar zelfs voor de doorgewinterde adviseur blijkt het nog een hele puzzel. “Om voldoende punten te behalen, kan een voorbeeldbedrijf met 40 hectare landbouwgrond waarvan 24 hectare blijvend grasland, 8 hectare tijdelijk grasland en 8 hectare bouwland kiezen voor 7,2 ha maisland met 0,8 hectare bufferstroken. Dan val je in de categorie brons, wat per hectare € 60 extra oplevert. Als de agrariër dan ook nog kiest voor onderzaai van een vanggewas in de mais, en dat dan laat staan tot 1 maart, komt hij waarschijnlijk van brons in de categorie zilver, oftewel € 100 extra per hectare. Maar het is niet zo dat je bij maatregel A of B automatisch in een hogere klasse valt”, waarschuwt hij. “Het hangt af van de oppervlakte, de grondsoort en het premiebedrag per hectare wat ermee gemoeid is.”
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u een eventuele aanvraag bespreken, neem dan vrijblijvend contact op met Koen Peters of Ap van der Bas. Zij helpen graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.
Het nieuwe GLB is nog in ontwikkeling. De genoemde punten en bedragen zijn nog steeds indicatief en nog niet definitief vastgesteld. De exacte verdeling over de 5 categorieën is regio gebonden en nog niet bekend. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan dit artikel. Bekijk per regeling de voorwaarden en meest recente informatie
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderOp proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat (Zeeland) wordt al lang onderzoek gedaan naar gewasdiversiteit en de effecten daarvan. Een van die onderzoeken...
Lees verder