Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderWoensdag heeft ZuivelNL samen met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) het plan en de stand van zaken uit de doeken gedaan. Het fosfaatreductieplan is definitief.
Het zal, zoals verwacht, gaan over een vermindering van de drie eerder genoemde pijlers. Bedrijfsbeëindiging (2,5 miljoen kilo), fosfaatreductie via voer (1,7 miljoen kilo) en fosfaatreductie via het minderen van de melkproductie (4 miljoen kilo). In totaal streeft de sector naar een daling van 8,2 miljoen kilo over 2017.
Om de fosfaatreductie via mengvoer te realiseren werd eerder al de mogelijkheid van een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) genoemd om het plan een kans van slagen te geven. Die AVV moet bij de overheid vandaan komen. ZuivelNL gaat zo snel mogelijk een AVV aanvragen bij het ministerie, die moet nog wel getoetst worden door de Europese Commissie. De verwachting is dat deze op 1 maart 2017 in werking kan treden.
Ook de cijfers voor de fosfaatreductie via melk wijzigen niet. Zo wordt ingezet op 4 miljoen kilo fosfaat minder. Die daling kan via melk of via GVE. Het is in eerste instantie aan de verwerker om te kiezen welke regeling ingezet gaat worden voor haar leden of leveranciers. Mochten er goede argumenten zijn vanuit een veehouder waarom een andere regeling beter past dan is er de mogelijkheid om af te wijken van de keus van een verwerker.
Bij de fosfaatreductie via melk wordt vastgehouden aan een uitgangsvolume van 96 procent, van het volume aan melk die op 2 juli 2015 geleverd werd, geijkt op de melkaanvoer van 2016. Een veehouder kan er wel voor kiezen om het patroon van de melkaanvoer niet op 2016 te ijken, maar op 2015. Wie te veel melk levert krijgt te maken met een korting van minimaal 90 procent op de kale melkprijs.
Ook GVE mogen als uitgangspunt dienen. Dit kan per individuele melkveehouder, maar ook een melkverwerker kan daarvoor kiezen en het daarmee alle leveranciers opleggen. Het gaat dan om de klasse 100,101 en 102 aanwezig op 2 juli 2015, min 4 procent. Hier is het uitgangspunt 1 oktober 2016. Al het vee dat er op die datum meer was dan de 96 procent bezetting van 2 juli 2015 moet weg. Dit doel mag gedurende 2017 gehaald worden. Wel wordt in 2017 maandelijks gemeten hoe de stand van zaken is, is er vee te veel dan vindt er een korting op het melkgeld plaats. Elk boventallig vee is gelijk aan 800 kilogram melk en voor die liters geldt een korting van 90 procent op de kale melkprijs. 'Ongeacht de werkelijke melkproductie'. Dit is nu bevestigd.
Er mag ook gebruik gemaakt worden van bewijzen dat er minder aanwas is dan afvoer. Hiervoor komen ook kalveren in aanmerking. Als bewijs geldt een dood-, export- of slachtverklaring. Waardoor dit instrument voor de hele veestapel ingezet kan worden. Uiteindelijk produceert de hele veestapel dan ook fosfaat. Nieuw is het dat er een solidariteitsbijdrage komt. Het betekent dat iedereen die boven zijn GVE-referentie zit over 2017, ondanks het halen van de taakstelling, een korting krijgt van 20 procent op de kale melkprijs. Een GVE geldt als 800 kilogram melk.
De regeling gaat niet voor alle melkveehouders gelden, want degene die geen fosfaatoverschot hadden in 2015 en dat via RVO-gegevens kunnen bewijzen worden uitgezonderd. Die bedrijven, de zogenaamde grondgebonden bedrijven, worden uitgezonderd van de korting van 4 procent.
Over de stoppersregeling zijn ook al wat zaken bekend. Zo gaan zowel de Rabobank als de ABN Amro een voorschot van 1.200 euro per koe betalen en is er gezegd dat ook de stoppers nog rechten krijgen op 1 januari 2018.
Nu het plan bekend is blijft de onzekerheid helaas nog steeds. Er is bestuurlijke instemming nodig. Dit houdt in dat de NZO en haar leden, de LTO, de NMV en de NAJK het met elkaar eens moeten zijn. Welke rol spelen DOC Kaas, Henri Willig en A-ware hier in? Ook moet de Europese Commissie instemmen met het maatregelenpakket voor de fosfaatreductie in 2017. Nog steeds twee grote hindernissen. Er staat veel op het spel via de derogatie voor de gebruiksnormen van mest, maar juist door de complexiteit van de maatregelen schat de zuivelsector haar kansen in Brussel goed in. Is er dan eindelijk licht aan het einde van de fosfaattunnel?
Onze adviseurs houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten en brengen u op de hoogte zodra er meer duidelijkheid is.
Heeft u vragen over wat de ontwikkelingen voor uw situatie kunnen betekenen? Neem dan contact op met Niek Groot Wassink, financieel adviseur rundvee, of Janneke Straver, adviseur mest.
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderHeeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verder