Resultaten rustgewas met ultravroege maïs
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderMestraffinage door het inzetten van een meststripper kan een grote bijdrage leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem. Vanwege de gebruiksnormen en de hoeveelheid nutriënten die gewassen en bodems op kunnen nemen, zal er specifiek en gericht bemest moeten worden.
Door de stikstof uit drijfmest of digestaat te strippen, wordt het ammoniakdeel uit de mest gehaald en is er minder emissie en uitspoeling. Door de techniek op het eigen erf of binnen een gebiedscollectief in te zetten als brongerichte maatregel worden de voordelen nog groter.
Stikstof is een belangrijke voedingsstof voor plantengroei en essentieel voor de vorming van eiwitten, samen met fosfaat. Boven de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest mag alleen kunstmest worden gebruikt om aan de stikstofbehoefte van gewassen te voldoen. Harm Wientjes, specialist mestverwerking bij DLV Advies: "De beperkende factor bij het uitrijden van dierlijke mest is vaak stikstof. Mest moet worden afgevoerd terwijl stikstofkunstmest moet worden aangekocht en de fosfaat juist wel had mogen blijven. Door stikstof te strippen uit dierlijke mest waarmee een stikstofconcentraat wordt gemaakt, kunnen de nutriënten gerichter op het bedrijf voor de bemesting worden ingezet."
De vraag is natuurlijk of en wanneer de geconcentreerde ammoniumstikstof als kunstmest aangewend mag worden. "Mag je ammoniumstikstof als kunstmest aanwenden, dan waardeer je dierlijke mest op tot kunstmest en houd je mestplaatsingsruimte over. Mag het niet, dan gaat het ten koste van de mestplaatsingsruimte en is het beter om het concentraat af te zetten", aldus Wientjes. De voordelen zijn dan wel dat een groot deel van je overschot stikstof in een klein volume hebt zitten waardoor de afvoer veel kosteneffectiever kan en de organische stof en de overige mineralen blijven behouden.
Wientjes: "Bij het uitrijden van drijfmest gaat een deel van de stikstof verloren in de vorm van ammoniak die vervliegt. Door het gebruik van een stripper voorkom je het vervluchtigen van de ammoniak. Voordat mest door een meststripper kan, moet het gescheiden worden in een dunne en dikke fractie. De dunne mestfractie met vooral minerale stikstof gaat door een stripkolom die de ammoniakale stikstof uit de mest stript en vastlegt in het ammoniumsulfaat waardoor deze niet meer kan vervliegen. Fosfaat, organische stikstof en kali blijven in het effluent achter en kunnen zo als basismeststof op het bedrijf worden benut. Het voordeel is dat het merendeel van het volume en van de organische stof en sporenelementen voor het bedrijf behouden blijven."
De vraag is of het ammoniumsulfaat met de ammoniakale stikstof als kunstmest mag worden toegepast en het predicaat organische mest kwijt raakt. Maar zelfs als het organische mest blijft zijn er opbrengsten. Door mest te scheiden en het daarna te verwerken, kun je stikstof afvoeren zonder dat er ook een grote hoeveelheid fosfaat verdwijnt van het erf en je kunt meer kuub mest kwijt op eigen land. Mest die al deels is bewerkt, kan alternatieve afzetkanalen in. Ook kan de melkveehouder de dikke fractie bij akkerbouwers in de buurt kwijt of iets verdienen aan de organische mestkorrels die eruit rollen.
Wientjes: “Ingedikte fosfaatrijke dikke fractie vindt haar weg inmiddels wel naar het buitenland, particulieren of naar composteerders. Het is vooral stikstof die beperkend is op melkveebedrijven, zeker als de derogatie ook verder wordt beperkt. Dan moéten veel melkveehouders wel aan de slag. Het gaat er vooral om een technische oplossing te vinden voor de stikstofrijke dunne fractie. Op dit moment zijn er binnen DLV Advies verschillende projecten waarin we aan de slag zijn met een meststripper."
Wilt u meer weten over een meststripper, neem dan contact op met Harm Wientjes.
Eén van de voor genoemde projecten is NIRTROMAN. Dit project is gefinancierd binnen het Interreg V programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderOp proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat (Zeeland) wordt al lang onderzoek gedaan naar gewasdiversiteit en de effecten daarvan. Een van die onderzoeken...
Lees verder