Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Heeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verderDe gronden van akkerbouwer Jacques van Dongen aan de uiterste rand van Dronten waren het terrein waarop studiegroepen van het project ‘Bodem en Kringlopen Flevoland’ samen met Ids van der Ploeg, adviseur DLV Advies en Job de Pater (NMI Agro) de bodemkwaliteit onder de loep namen. Op de grond die Jacques gebruikt voor landbouw inclusieve natuur was een kikkerpoel gegraven waardoor de bodemopbouw te zien was.
Ids: “Door vaker te graven wordt bodembeoordeling steeds interessanter, worden bodemverbeteringen zichtbaar en wordt bodembeheer telkens beter. Op de zware gronden in Flevoland is het steeds moeilijker om voldoende rendement te halen. Daarom zijn we met studiegroepen daar letterlijk gaan kijken naar de bodem. Op basis van wat we zagen, bediscussieerden we mogelijkheden om de bodem te verbeteren. De uitdaging is om bodembeheer, bemestingsstrategie en bouwplan zo in te richten dat de bodem de nutriënten vasthoudt en de gewassen optimaal groeien.”
Kenmerkend voor de bodemopbouw in het gebied boven Dronten is de heterogene opbouw veroorzaakt door de verschillende stromingen vanuit de IJssel. Binnen een kilometer zijn er soms al grote verschillen in de dikte van het klei en zandpakket. In Flevoland is vrijwel het gehele areaal matig tot sterk gevoelig voor bodemverdichting. Job: “Om de bodemstructuur te beoordelen volstaat goed kijken. Wat opviel bij de kikkerpoel was dat het veenpakket erg ondiep was. Ook waren de boomstronken/stobbes in het veen duidelijk te herkennen. Verder zag ik een scherpe scheiding tussen klei en zand. Hierdoor gaan de wortels niet diep want ze vinden in de zandlaag weinig voedingstoffen. Er was een gradiënt in de klei en zandlaag te zien. De klei was zichtbaar sterk verdicht waardoor wortels weinig contact hebben met de bodem. Een zwakke beworteling zorgt ervoor dat bijvoorbeeld aardappels het fosfaat slecht uit de bodem opnemen. Als grond alleen plaatselijk verdicht is, valt dat snel op. Op de verdichte plekken blijft de groei van de gewassen achter. Als het hele perceel geen optimale bodemstructuur heeft, valt het vaak minder op.”
De aanwezigen bespraken na het bekijken van de profielkuil verschillende mogelijkheden om de bodem te herstellen. Onder meer gewasgroei met diep wortelende gewassen (grasachtigen waaronder granen of een diepwortelende groenbemester zoals luzerne) en diepploegen werden benoemd. Job: “Voordat er gediepploegd kan worden moet er sowieso een kaart worden gemaakt van de laagdieptes zodat overal eenzelfde laag van het zand mee geploegd wordt. Daarnaast is het maar zeer de vraag of je de veenlaag wilt meenemen. Het veenpakket is waarschijnlijk vrij zuur en je kunt je afvragen of dat een verbetering voor de bodem is.” Hoewel diepploegen voordelen heeft als verbeterde bewerkbaarheid, minder bewerkingen en de mogelijkheid voor meer teelten, waren de aanwezigen er niet enthousiast over. Met name de matige resultaten uit het verleden in het betreffende gebied (gronden boven Dronten) lagen hieraan ten grondslag. Nog afgezien van een eventueel zuur veenpakket, vonden de deelnemers de reële kans op een verstoorde waterhuishouding, verschraling van de bodem, verstuivingen, toename van bodemgebonden ziektes en fosfaattekort, niet acceptabel.
Na het bespreken van de profielkuil ging de aandacht van de groep naar Herman Krebbers, specialist precisielandbouw bij Delphy. Hij vertelt over het project ‘Verbeterpotentie bodem en teelt benutten met Smart Farming’. Op drie bedrijven in Flevoland wordt een test gedaan met een gedeelde mestgift. Het idee is dat mest die zo gespaard wordt, efficiënter ingezet kan worden op grasland. In percelen mais is een strook van 4 hakselbreedtes bemest met de 60% van de reguliere gift. In juni is met vloeibare kunstmest bij bemest met een spaakwielbemester. Daarbij is naast de adviesgift ook een strook aangelegd met 40 kg N meer en 40 kg N minder dan het advies. Het doel van gedeelde bemesting in mais en toepassen verdunde mest op grasland is het verbeteren van rendement met precisiebemesting.
Zowel het project ‘Bodem en Kringlopen Flevoland’ als het project ‘Verbeterpotentie bodem en teelt benutten met Smart Farming’ zijn mogelijk door steun van de provincie Flevoland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Doel van het project Bodem en Kringlopen Flevoland is kennisdeling. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ids van der Ploeg.
Heeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verder"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verder