Resultaten rustgewas met ultravroege maïs
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderDe keuze voor de juiste groenbemester na de maïs is essentieel als je het vanggewas niet wilt vernietigen met chemische middelen. Dat is een van de belangrijkste leerpunten uit de maïsproeven die zijn uitgevoerd in de Gelderse Vallei binnen het project Boer aan het Roer.
“Boer aan het Roer is de Proeftuin voor de landbouw binnen de Regio Deal Foodvalley. De Proeftuing richt zich op een toekomstbestendige, duurzame veehouderij in de regio. Er zijn vijf verschillende thema’s waarvan Bodem en Waterkwaliteit er eentje is. Daarbinnen vinden diverse pilots plaats”, vertelt Stef van Bergen. Hij heeft als adviseur Mest en Mineralen vanuit DLV Advies een pilot begeleid rondom maïsteelt en vanggewassen.
Bij de pilot “Vanggewas onder Mais” zijn twee melkveehouders en twee loonwerkers betrokken om kennis en ervaring op te doen rondom maisteelt 2.0. Melkveehouders zijn Jan van Ruijswijk uit Ede en Niels Wassenaar uit Leusden. De twee betrokken loonwerkers zijn Marcel Verhoef uit Nijkerk en Ronald van Donselaar uit Woudenberg. Samen zijn ze aan de slag gegaan met vijf onderzoeksthema’s.
“Bij Niels Wassenaar hebben we een proefveld aangelegd met verschillende vormen van grondbewerking vóór de inzaai”, steekt Stef van wal. “Daar is onder meer de Ecoploeg ingezet, dat is een manier van niet-kerende grondbewerking.” Ook spitten, ploegen en cultiveren is daar vergeleken. “De veehouder was het meest enthousiast over spitten. Dat leek op het oog de beste opbrengst te geven.” Melkveehouder Jan van Ruijswijk ‘boert tamelijk tegen biologisch aan’, volgens Stef. “Daar hebben we het maïsperceel voor opkomst gefreesd en na opkomst geschoffeld.” Tijdens de grondbewerking zijn microben toegevoegd die het bodemleven moeten bevorderen. “Bij Jan is ook zogeheten compostthee gebruikt. Dat spuit je na opkomst over het gewas, voor een positief effect op het bodemleven.” Er werd in de proef een positief effect aangetoond van de behandelingen met microben. De percelen lagen tegen de Ginkelse Hei en het was ook wel een zéér droog jaar. Eigenlijk zou je zo’n proef over meerdere jaren moeten doen.”
Marcel Verhoef experimenteerde in Nijkerk met de onderzaai van een vanggewas na opkomst van de maïs. Hier zijn bladrammenas, Engels en Italiaans raaigras en rietzwenkgras beproefd. “Dat is begin juni ondergezaaid maar vanwege de droogte is het vanggewas niet gekiemd of verdroogd. Hierdoor is de proef niet geslaagd”, licht Stef toe.
Het proefveld van Loonbedrijf Donselaar ligt in Woudenberg. Daar is een vrij complexe proef aangelegd. “Eerst is er gekeken hoe het vanggewas het beste kon worden vernietigd: de ene helft werd doodgespoten met glyfosaat, de andere werd mechanisch aangepakt met een tandschijfcultivator. Die is er een paar dagen achter elkaar overheen gegaan”, vertelt Stef. Daarna volgde een proef met grondbewerking, waarbij de ene helft van de twee stroken in het perceel is gespit en de andere helft gecultiveerd. Vervolgens is daarvan de ene helft ingezaaid met enkel maïs en de andere helft met een combinatie van maïs en stamslabonen. Uiteindelijk zijn er zo acht verschillende proefvelden ontstaan.
“Qua grondbewerking voor opkomst zagen we geen effect op de maïs. Wel was op het gespitte gedeelte de opbrengst hoger dan bij niet-kerende grondbewerking, ongeacht of het vanggewas daar was doodgespoten of met de cultivator was vernietigd.” De combinatie van maïs met stamslabonen leverde eigenlijk nauwelijks extra eiwit op, bleek achteraf. Het verdient aanbeveling om te onderzoeken of bij andere teeltmaatregelen (bijvoorbeeld aangepast zaaimoment, hoeveelheid zaad en/of andere bonensoort) hetzelfde effect zichtbaar is, aangezien het moment van afrijpen voor de mais en de bonen duidelijk niet gelijk liep. De vraag is waardoor dat komt. Is er voor nu wel een conclusie? “Glyfosaat won. Glansrijk”, aldus Stef, duidend op de effectiviteit van de vernietiging van een vanggewas. De vraag is alleen of dit toekomstbestendige werkwijze is, aangezien glyfosaat met grote waarschijnlijk niet meer gebruikt mag worden. Bovendien kunnen de lange termijneffecten van de behandeling met glyfosaat vs mechanisch vernietigen op de kwaliteit van de bodem nog niet worden vastgesteld.
De belangrijkste les die de deelnemers uit de pilot hebben getrokken, is dat de keuze voor een groenbemester bepalend is als je de inzet van glyfosaat wilt vermijden. Stef: “Je moet van tevoren goed kijken hoe je de teelt wilt inrichten. Wil je je vanggewas bij voorkeur vernietigen door een niet-kerende grondbewerking of met eco-ploegen, pak dan een vanggewas wat makkelijk dood gaat, zoals bladrammenas. Deze is niet winterhard. Italiaans raai krijg je mechanisch haast niet kapot. Dat blijft altijd terugkomen als je gaat spitten of cultivatoren. Rietzwenk ook.” Winterrogge en bladrammenas zijn wel goed mechanisch te doden. Nadeel daarvan is dat met name bladrammenas niet zo geschikt is voor onderzaai. Bladrammenas draagt evenmin bij aan extra draagkracht van de grond, wat rogge weer wel doet.
Stef: “Wat ook bleek: alle onderzaaigewassen hadden een grotere wortelmassa dan de nazaaigewassen. Rogge of graan levert bijvoorbeeld duidelijk meer draagkracht op en onttrekt verhoudingsgewijs ook minder vocht. In een droog jaar hou je dan meer vocht over voor de maïs.” Nadeel is echter dat rogge weer niet geschikt is voor onderzaai. Dat kun je alleen na de maïs zaaien, vóór 1 oktober.”
En zo blijft er nog heel wat te puzzelen en te stoeien met de vanggewassen en de diverse vormen van vernietiging en grondbewerking. Stef: “Eigenlijk zouden we deze proef willen voortzetten over meerdere jaren. Wellicht kan dat, als we ons beperken tot één perceel.”
Voor meer informatie over dit project of de onderwerpen in dit artikel, kan er contact opgenomen worden met projectleiders van het thema Bodem- en Waterkwaliteit. Zij helpen u graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen. Mail of bel naar info@boeraanhetroer.nl of Agroloket Regio Foodvalley: 088 888 6633
Tijdens een veldexperiment in het groeiseizoen 2024 in het kader van het project ‘Tegearre Ûnderfine’ werd de teelt van ultravroege maïs...
Lees verderOp proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat (Zeeland) wordt al lang onderzoek gedaan naar gewasdiversiteit en de effecten daarvan. Een van die onderzoeken...
Lees verder