Komend voorjaar bepalend voor mestafvoerprijzen
"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verderVrijloopkraamhokken staan steeds meer in de belangstelling. Stalinrichters krijgen bij bouw- en renovatieplannen vaker vragen over de mogelijkheden van vrijloopkraamhokken. In een reactie op het burgerinitiatief ‘End of Cage Age’ nam de Europese Commissie half juni een resolutie aan om de kooihuisvesting uit te faseren. 2027 zoemt hardnekkig rond als ingangsjaar, ook al heeft de Commissie tot nu toe nog geen datum genoemd.
Inmiddels sorteren steeds meer landen al voor. In ons eigen land is het wachten op de nieuwe voorwaarden van het Beter Leven-keurmerk waarin vrijloopkraamhokken waarschijnlijk ook als eis voor 1 ster in opgenomen worden. “Een van de grootste uitdagingen in een transitie naar vrijloopkraamhokken is de ontwikkelruimte op bedrijven”, stelt Jan Pijnenburg, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies.
De vraag rijst hoeveel ruimte de zeug en biggen dan moeten krijgen. Het traditionele kraamhok meet gemiddeld zo’n 4,7 m². Stalinrichters merken dat er veel vragen leven over de benodigde hokoppervlakte, maar door de onduidelijkheden rond de op handen zijnde regelgeving blijft het in de meeste gevallen alleen nog bij vragen. Duidelijk is dat vrijloop vrijwel nergens in een bestaande stal past. “En daar worstelt Brussel nu ook mee. Aan de ene kant wil de EU meer dierenwelzijn en daardoor vrijloopkraamhokken, aan de andere kant maakt de Brussels regelgeving stalbouw lastig, omdat er nog geen normen zijn”, stelt Anita Hoofs, onderzoeker bij Wageningen Livestock Research.
Een van de grootste uitdagingen in een transitie naar vrijloopkraamhokken is de ontwikkelruimte op bedrijven. Een bestaande kraamstal ombouwen is vrijwel onmogelijk. Al is er bij traditionele nieuwbouw op voor te sorteren volgens Jan Pijnenburg. “Je kunt ruimte zoeken in de afdelingsindeling. Een voergang in het midden van de traditionele stal ligt dan ongunstig. De ruimte van 2,5 meter aan weerszijden van de gang biedt onvoldoende ruimte voor een goed vrijloopkraamhok. Maak je nu de traditionele afdeling met hokken in het midden tegen elkaar met twee voergangen van een meter aan de buitenzijde, dan houdt je straks iets van 3 meter over voor de breedte van de kraamhokken. In de traditionele opstelling staan de zeugen met de koppen naar elkaar. De extra ruimte wordt nu gecompenseerd door eenvoudigere opzet van de automatisering en een luchtkanaal voor frisse lucht bij de zeugen.”
Het spanningsveld rond ombouwen zit vooral in het bouwblok. Met de huidige ontwikkelingen rond mestarme stallen komt de mestopslag steeds vaker buiten de stal te liggen. Dan wordt een vergroting van de kraamstal met factor anderhalf lastig. “Daar ligt dus een vraag voor de overheid om boeren de benodigde ruimte te geven als ze willen dat de kraamzeug meer ruimte krijgt”, stelt Jan.
Tweede struikelblok is het financiële plaatje. De meerkosten voor vrijloop liggen volgens Jan voor een complete kraamafdeling op zo’n € 1.600 per kraamplaats. Nu worden de extra kosten vaak gedekt door meer dieren erbij te plaatsen om die meerkosten uit te kunnen smeren. Uitbreiden in het aantal dieren wordt steeds lastiger. Het mooiste zou zijn dat de vergoeding van meerkosten uit de markt komt, vindt Bart Hooijer, directeur Vereijken Stalinrichting. “We moeten niet naar een situatie dat vrijloop alleen maar geld kost. Ik verwacht dat het uiteindelijk wel de norm gaat worden voor bijvoorbeeld een concept.” Ook Jan verwacht dat de markt de lead krijgt en niet de regelgeving: “Als de wetgeving hier het voortouw neemt, betekent dat meerkosten en verplaatsing naar landen met minder kostenopdrijvende wetgeving. Daar is geen mens of dier bij gebaat. Bovendien zet het een streep door concept-ambities om boven het maaiveld uit te steken.”
Naast gewone vrijloopkraamhokken is er inmiddels ook een aantal bedrijven waar de vrijloopgedachte nog een stap verder gaat. De zeugen biggen af in een gewoon kraamhok en na een dag of vijf gaan de zeugen los en worden de schotten tussen kraamhok en gangpad verwijderd en lopen zeugen en biggen door de hele afdeling. Op die manier krijgen de zeugen circa 7,2 m2 per dier ter beschikking. Doordat de zeugen de eerste dagen nog gewoon in een kraamhok liggen, zijn er geen problemen rond het behandelen van biggen. De uitval ten opzichte van een gewoon vrijloopkraamhok zal niet veel hoger uitvallen. Jan ziet in de vrije afdeling een creatieve oplossing, waarbij wel goed gekeken moet worden naar de veiligheid voor varkenshouder en personeel.
Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van Boerderij.nl
"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verderOf het nu de veranderende wet- en regelgeving is, de transitie naar een duurzamere landbouw of de nieuwe eisen vanuit het GLB. Melkveehouders dienen voortdurend...
Lees verder