Komend voorjaar bepalend voor mestafvoerprijzen
"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verderIn 2023 begint het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Vanaf 31 december 2022 vervallen alle betalingsrechten. In plaats daarvan komt er een andere vergoeding uit het GLB. Koen Peters, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies, beantwoordt een aantal van de meest gestelde vragen.
1. In het nieuwe GLB kan de basispremie aangevuld worden met een goud-, zilver- of bronspakket met de voorlopige waarde van respectievelijk € 200, € 100 en € 60/ha. Hoeveel punten moet je minimaal per doel behalen om zilver of goud te behalen?
Voor de eco-regeling zijn er 2 onderdelen om rekening mee te houden. Gemiddeld moeten agrariërs 5 punten per ha halen verdeeld over de 5 eco-doelen, zoals in onderstaand tabel. U voldoet dan aan de voorwaarden binnen de eco-regeling om de eco-premie te kunnen ontvangen.
Daarnaast heeft elke eco-maatregel een bepaalde waarde. Wanneer u alle waarden van de toegepaste maatregelen maal het aantal ha waarbij het toegepast is deelt door het totale subsidiabele areaal, komt u op een bepaalde waarde. Boven de € 60 is dit brons en wordt de eco-premie € 60. Boven een gemiddelde waarde van € 100 is dit zilver en is de eco-premie € 100. Boven de € 200 is dit goud en wordt de eco-premie dus € 200.
Eco-doelen | Regiogroep 1 | Regiogroep 2 |
Klimaat | 1,5 | 1,25 |
Bodem en lucht | 0,75 | 1,25 |
Water | 0,75 | 0,75 |
Landschap | 0,5 | 0,75 |
Biodiversiteit | 1,5 | 1 |
2. Welke versoepelingen van de regels zijn er in het overgangsjaar 2023?
Het kan zijn dat aan bepaalde voorwaarden niet (meer) voldaan kan worden, omdat regels te laat duidelijk zijn. Akkerbouwers die hun wintergewas al gezaaid hebben bijvoorbeeld en daarbij nog niet de drie meter bufferstroken hebben kunnen toepassen. Ook is het nu nog niet mogelijk om je exacte niet-productieve areaal uit te rekenen, omdat landschapselementen zoals hagen en sloten nog niet op zijn genomen in je perceelsapplicatie. In 2023 worden boeren wel gecontroleerd en geïnformeerd over in hoeverre zij aan alle voorwaarden voldoen, met als doel dat zij dat voor 2024 in orde kunnen maken.
Er zijn twee nieuwe voorwaarden (conditionaliteiten) die in 2023 niet gelden. Dat zijn de verplichte gewasrotatie (GLMC 7) en de 4% niet-productief areaal (GLMC 8). Voor de eco-regeling en het ANLb speelt gewasrotatie geen rol, niet-productief areaal wel. Om in de eco-regeling met kruidenrijke bufferstroken aan de slag te kunnen, groene braak of houtige elementen, moet wel eerst voldaan worden aan 4% niet-productief areaal. Om de drempel te verlagen, wordt het minimaal aantal punten dat behaald moet worden voor biodiversiteit en landschap (waar de genoemde niet-productieve activiteiten vooral op scoren), aangepast. Door deze aanpassing is het minder snel noodzakelijk om akkerranden of groene braak in te zetten om te voldoen aan de instapeis voor de eco-regeling.
Omdat de landschapskaart nog niet actueel is, is het niet mogelijk om als boer exact te weten of je aan 4% niet-productief areaal zit. Ook hier geldt dat als een boer te goeder trouw handelt, hier niet op gekort zal worden.
De aanmeldperiode voor de eco-regeling wordt eveneens aangepast. Tussen 1 maart 2023 en 15 mei 2023 kunt u uw deelname aan de eco-regeling doorgeven. De aanmelding is pas eind oktober 2023 definitief. Tot die tijd helpt RVO om de aanvraag netjes af te ronden.
3. Tellen de boomsingels, erfbeplanting, houtsingels langs de gebouwen ook mee in het areaal voor premies?
Alle landschapselementen, dus ook de boomsingel, moet aansluitend zijn aan landbouwgrond. Als dit naast het erf is, dan tellen ze mee. Ook bosjes, aansluitend aan eigen landbouwgrond, vallen onder landschapselementen. De bosjes mogen maximaal 1,5 ha groot zijn. Landschapselementen worden eveneens meegeteld voor de oppervlakte waar de premies over uitbetaald worden.
4. Wanneer je met 3 meter bufferstrook boven de 4% van het perceeloppervlakte uitkomt, dan wordt de bufferstrook 1 meter. Wordt er dan bij de bemestingsruimte ook met 1 meter bufferstrook gerekend?
Als het werkelijk meer dan 4% is, dan gaat het inderdaad naar 1 meter. In dat geval zal dit waarschijnlijk ook zo ingetekend worden bij RVO. Het landbouwperceel is dus groter. De 2 meter blijft bij het productieperceel.
5. Blijft de 80/20-regeling, waarbij in elk geval 80% van je landbouwgrond uit grasland bestaat, ook met de afschaffing van de derogatie?
Het minimaal hebben van 80% grasland is nu alleen van toepassing voor derogatie. Er worden nu regelingen bedacht om het aandeel grasland in Nederland te behouden. Wat deze maatregelen precies zijn is nog niet bekend.
6. Als de derogatie verdwijnt mag dan de vrijkomende stikstof ruimte aangevuld worden met kunstmest?
Zonder het toepassen van de derogatie, zal over een aantal jaar de situatie gelijk zijn als wanneer er nu geen derogatie wordt toegepast. De totale plaatsingsruimte kan dus inderdaad ingevuld worden met kunstmest. Echter wordt de totale plaatsingsruimte in de komende jaren heroverwogen. Hierdoor is het niet duidelijk hoeveel kilo stikstof de plaatsingsruimte zou kunnen zijn.
7. Wanneer zijn alle regels voor de ANLb duidelijk en hoe verhoudt dit zich tot het nieuwe GLB?
In grote lijnen zijn de beschrijvingen voor het GLB en ANLb duidelijk. Kleine details kunnen de komende maanden nog wijzigen. Of het gunstiger is te kiezen voor ANLb of voor de eco-regeling is per situatie verschillend. Stel een agrariër heeft een gemiddelde eco-waarde van € 120 door allerlei eco-maatregelen die hij toepast, dan komt hij in zilver met € 100 eco-premie. Door bijvoorbeeld een kruidenrijke bufferstrook toe te passen zou de eco-waarde bijvoorbeeld € 130 kunnen worden. Dan scoort hij nog steeds in zilver en ontvangt hij alsnog € 100 eco-premie per ha. Wanneer hij deze kruidenrijke bufferstrook onder ANLb kan toepassen krijgt hij daar direct een vergoeding voor vanuit bijvoorbeeld een agrarisch collectief. Een kruidenrijke bufferstrook waar ook ANLb-subsidie voor ontvangen wordt kan voor de premie niet meegenomen worden onder de eco-regeling. De punten voor een kruidenrijke bufferstrook worden wel meegenomen voor de eco-regeling. Stel zoals de situatie hierboven, en u gaat in de eco-waarde van € 195 naar € 205 per ha, dan gaat de eco-premie van € 100 naar € 200. Waarschijnlijk is dit verschil veel meer dan de ANLb-subsidie. Of het gunstiger is te kiezen voor ANLb of voor de eco-regeling blijft dus afhankelijk van je bedrijfssituatie.
8. Tellen de bufferstroken mee als langjarig grasland?
De eco-regeling 'kruidenrijke bufferstroken' kunnen niet gecombineerd worden met de eco-regeling 'langjarig grasland'.
9. De kruidenrijke bufferstrook, mag dit ook klaver zijn?
Om de eco-maatregel kruidenrijke bufferstrook langs bouwland of langs grasland toe te passen, moet het aan de volgende voorwaarden voldoen: Er staat een (in ieder geval in de zomer duidelijk zichtbare) combinatie van gras, kruiden en vlinderbloemigen op de bufferstrook. Deze mag samenvallen met de verplichte bufferstrook uit GLMC 4, is minimaal drie meter breed, en ligt langs bouwland of permanente teelt, met uitzondering van tijdelijk grasland (bij toepassen langs bouwland). Of ligt langs grasland (bij toepassen langs grasland). Gewasbeschermingsmiddelen (incl. biociden), bemesten, beweiden, en oogsten zijn niet toegestaan.
10. Groene braak, als hoofdteelt op niet-productieve akker(rand) van minimaal 3 meter breed (en minimaal 6 maanden tussen 15 maart tot 15 november), is een van de toe te passen eco-activiteiten. Welke gewassen tellen als groene braak?
Groene braak kan gebruikt worden op onderstaande gewassen, zoals nu ook ingetekend zou worden bij RVO.
Groene braak
Gewas | Gewascode |
Agrarisch natuurmengsel | 1926 |
Drachtplanten | 657 |
Overige groenbemesters, niet-vlinderbloemige | 427 |
Overige groenbemesters, vlinderbloemige | 426 |
Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras | 344 |
Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras (EA: beheerd) | 3803 |
Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras (EA:onbeheerd) | 3804 |
Rand, liggend op bouwland en direct grenzend aan bos. Geen landbouwproductie. | 338 |
Raketblad (aaltjesvanggewas) | 671 |
Tagetes Erecta | 346 |
Tagetes Patula | 347 |
Wilt u hulp bij het vaststellen of u voldoet aan de zogenoemde conditionaliteiten, in welke categorie u nu zit en op welke manier u in een hogere categorie kunt komen, of heeft u andere vragen over het GLB? Onze adviseurs Mest & Mineralen staan voor u klaar.
"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verderOf het nu de veranderende wet- en regelgeving is, de transitie naar een duurzamere landbouw of de nieuwe eisen vanuit het GLB. Melkveehouders dienen voortdurend...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.