Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderStikstof is niet meer uit het nieuws weg te denken. De stikstofdiscussie is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State (RvS) over het Programma Aanpak Stikstof. Een aantal zaken valt mij daarbij op. In de discussie is nauwelijks aandacht voor de feitelijke uitspraak van de Raad. De uitspraak van de RvS betreft niet het verlagen van de stikstofniveaus, maar het niet verhogen daarvan.
Op grond van de PAS werd toestemming gegeven voor projecten, die leidden tot verhoging van de stikstofuitstoot, zonder dat men ervan verzekerd was dat er geen negatieve effecten op natuurterreinen zouden zijn. En dat was in strijd met de Habitatrichtlijn. De consequentie is nu dat allerlei projecten niet doorgaan.
Ook lijkt het in de discussie soms alsof er de afgelopen jaren niets is gebeurd. Volgens het RIVM is in de periode 1990-2017 de hoeveelheid gereduceerd stikstof, zoals ammoniak, afgenomen van 1.788 tot 1.128 mol stikstof per ha en die van geoxideerde stikstof (NOx) van 920 tot 528 mol stikstof per ha. Dat is nog steeds te hoog, maar het is dus niet zo dat er niets is bereikt.
Verder is er grote aandacht voor generieke (ofwel landelijke) maatregelen, waarbij er geen relatie met het door de uitspraak ontstane probleem wordt gelegd. De invloed van een economische activiteit op de stikstofdepositie in een Natura 2000-gebied is afhankelijk van de afstand tot dat gebied. Dit geldt voor de ammoniak uit de veehouderij in veel sterkere mate dan voor de overige stikstofemissies. Bij grotere afstanden nemen de verschillen af, maar dan zijn de absolute deposities ook aantoonbaar lager. De afstand van een bedrijf tot een Natura 2000-gebied is sterk bepalend voor de depositie, wat de kosteneffectiviteit van generieke stikstofmaatregelen voor de veehouderij sterk beperkt. Waar het dus op aan komt, is dat voor economische ontwikkeling bij vergunningverlening en wijziging van bestemmingsplannen in de nabije omgeving moet worden gezocht naar compensatie voor de verhoging van de stikstofdeposities.
Tenslotte is er juist beperkte aandacht voor een gebiedsgerichte benadering. Zo’n benadering is van groot belang voor het zoeken naar de balans. We moeten zoeken naar manieren om de totale depositie te verminderen terwijl economische ontwikkeling toch door kan gaan. Zolang we nog geen stikstofneutrale economie hebben, moeten we ons bewust zijn dat er bij vergunningverlening altijd moet worden gezocht naar mogelijkheden om te compenseren. Daarom is een doordachte inzet van generieke maatregelen zo belangrijk, die deze compensatiemogelijkheden per definitie beperken.
Deze blog van Gé Backus, directeur van Connecting Agri&Food, is verschenen op varkens.nl.
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderIn het (nieuwe) Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan allerlei regels die betrekking hebben op de dieseltank op het akkerbouwbedrijf. "Welke...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.