Vol lof over onze sector
Het gaat me daarbij niet om het feit dat er vandaag de dag allerlei noodacties bedacht worden om melkstromen en dieraantallen te reguleren, maar veel meer om het juiste beeld van de sector in ons eigen land op de bühne te krijgen. In het buitenland wordt er wel vol lof gesproken over de kwaliteit van onze sector.
“Nederland is de tweede grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld. Het heeft de beste landbouwuniversiteit ter wereld in Wageningen en behoort tot de wereldtop in sectoren als kastuinbouw, zaadveredeling, varkenshouderij, bloementeelt en zuivel. Bijna alle grote voedselbedrijven in de wereld, van Unilever tot Nestlé, hebben kantoren in Nederland. Dat is fenomenaal voor zo'n klein land”, hoorde ik een tijdje terug Berry Martinn, lid van de groepsdirectie van Rabobank, zeggen op een bijeenkomst. Hij onderbouwde zijn verhaal met verschillende milieuscores, gewasopbrengsten, melkproducties en dergelijke om ze vervolgens met de scores in de ons omringende landen te vergelijken. Als toehoorder kun je niet anders dan trots zijn op deze sector.
Ministerie dat zich achter haar agrariërs schaart
Vandaag de dag rollen we echter van het fosfaatplafond in de Fipronil-discussie en vertelt de NVWA dat de kringloopwijzer niet voldoet. Het zijn allemaal onderwerpen die de pers makkelijk halen en vervolgens breeduit door ondeskundigen besproken worden.
Bij het enthousiasme in het buitenland over onze agrarische sector hoort een ministerie dat zich achter haar agrariërs schaart en aangeeft dat juist de hoge kwaliteit van in ons land geproduceerd vlees en melk, per definitie veiliger is dan de import uit Brazilië. Maar ook een ministerie die uitlegt waarom het verschuiven van productie naar andere landen door in het eigen land de ontwikkeling stop te zetten, direct inhoudt dat elders op de wereld met een hogere milieubelasting en minder diervriendelijkheid, melk en vlees geproduceerd wordt.
Tegen de achtergrond dat we als agrarische sector over de hele wereld een enorme uitdaging hebben om straks 9 miljard mensen te voeden, past het in mijn ogen beter dat we zuiniger zijn op die sector in dit land. Een sector die wereldwijd van belang is om bij te dragen aan ontwikkeling en innovaties waarbij we drie keer zoveel voedsel moeten produceren tegen een 40% lagere milieubelasting als vandaag de dag. Dat red je niet met alleen praten over biologische landbouw of extensiveren. Onze sector kan haar kennis alleen tot waarde brengen als we in Nederland zelf nog een professionele sector hebben. Geluiden dat we een kenniseconomie zijn onderschrijf ik, mits we zelf kunnen laten zien hoe we innoveren en ontwikkelen. Anders moeten we straks gaan uitleggen dat het voedseltekort verder is gestegen.
Deze blog van Herrold Lammertink verscheen op 1 november 2017 in de Boerderij.