Eigen energie uit zon, wind of mest

Publicatiedatum: 20 januari 2023

Door de hoge prijzen voor stroom, diesel en gas heeft het opwekken van eigen energie, naast het besparen op energie, de laatste jaren een opmars gemaakt in de melkveehouderij. Volgens Joan van den Heuvel, projectleider Energie bij DLV Advies, rekenen nu diverse vormen van energie-opwekking zoals zonnepanelen, windmolens en monomestvergisting dan ook sneller rond.

De grootste energiepost op een melkveebedrijf is voor stroom; gemiddeld ligt het verbruik op zo’n 50 kWh per 1.000 kilo melk. Voor een gemiddeld bedrijf met een miljoen kilo melk is dat dus 50.000 kWh per jaar. Bedrijven met een sterke focus op energiebesparing kunnen dit onder andere door warmteterugwinning of een frequentieregelaar tot de helft verminderen. Maar ook zelf energie opwekken is in de melkveehouderij inmiddels vertrouwd.

Zelf energie opwekken met zonnepanelen

Vooral zonnepanelen hebben de laatste jaren snel een opmars gemaakt. Dakhelling, oppervlakte en soort aansluiting zijn medebepalend voor de opbrengst en terugverdientijd. Stroom van zonnepanelen kost volgens Joan ongeveer 5 tot 7 cent per kWh. Terugverdientijden worden geschat op 5 tot 7 jaar voor kleinzakelijke aansluitingen (3 x 80 ampère). Dat is bij een gemiddelde langdurige stroomprijs van 10 cent per kWh en afhankelijk van toepasbaarheid van subsidies.

Capaciteit aansluiting beperkt

Joan schat dat de helft van de veehouders inmiddels zonnepanelen heeft liggen. “De dakoppervlakte is geen beperking, de capaciteit van de aansluiting vaak wel.” Veruit de meeste bedrijven gebruiken minder dan 100.000 kWh en hebben een kleinzakelijke aansluiting. Het voordeel daarvan is dat daar nagenoeg altijd nog op teruggeleverd kan worden. Vooral grootzakelijke aansluitingen ervaren beperkingen bij terugleveren. “Wel zien we vaak dat de aansluiting verzwaard moet worden om voldoende capaciteit te hebben om stroom terug te kunnen leveren. Bij bedrijven met meer dan 100.000 kWh wordt het lastiger om met zonnepanelen op 3 x 80 ampère-aansluiting energieneutraal te worden.” Maximaal zelf stroom gebruiken blijft daarom het meest interessant.

Wind en biogas

Naast zonnepanelen kunnen veehouders stroom opwekken met windmolens of monomestvergisters. Kleine windturbines van 15 tot 25 meter staan in de belangstelling, maar de gemeente moet het toestaan. Een richtlijn voor de investering is door opgelopen prijzen al gauw € 80.000. De kostprijs voor stroom uit een boerderijmolen ligt tussen de 10 en 12 cent per kWh. Het rendement is sterk afhankelijk van de locatie; in de kustprovincies en in vlakke regio’s is de energieopbrengst het hoogst. Bij monomestvergisting is het produceren van groen gas het meest interessant. Een mogelijkheid is om dit in clustervorming op te pakken.

Beleid rondom windmolens

Steeds meer provincies en gemeenten hebben beleid rond het plaatsen van kleine windmolens. Vooral in de kustprovincies is dit redelijk goed uitgewerkt waarbij Groningen voorop liep, ziet Erik de Jonge, projectleider Energie en windmolenspecialist bij DLV Advies. “Maar in het algemeen is een aanvraag voor wind wel complexer dan voor zonnepanelen.” Ook zijn er verschillen in (gemeentelijke) eisen zoals het wel of niet plaatsen op bouwblok, de minimale afstand tot gebouwen en het aantal molens. Molens met een ashoogte tot 15 meter zijn doorgaans gemakkelijker te plaatsen dan hogere exemplaren. Erik ziet meer besef van de noodzaak, ook om het net niet over te belasten met zonnestroom. Bij strubbelingen is zijn advies om met de gemeente of provincie naar een locatie te gaan waar al een boerderijmolen staat. Ook kan een collectieve aanvraag helpen om tot een snellere beslissing te komen.

Dagverse mest in monomestvergisters

Voor voldoende rendement van monomestvergisters is dagverse mest nodig. Het benutten van de vrijkomende warmte maakt het eerder interessant. Grotere installaties kunnen ook groen gas leveren, eventueel in samenwerking met meerdere veehouders. Installaties kosten al gauw € 250.000 tot € 400.000. De terugverdientijd ligt tussen de 4 en 8 jaar, maar is sterk afhankelijk van eventuele extra investeringen in de stallen, gasproductie en andere voordelen.

Welke mogelijkheden gebruiken?

Vergelijken van systemen is lastig. In het algemeen hebben zonnepanelen de kortste terugverdientijden en ze zijn eenvoudig te plaatsen. In de kustprovincies zijn windmolens veel sneller rond te rekenen, maar veel gemeenten zijn terughoudend en bij biogas moeten ook andere voordelen worden meegewogen. Daar komt bij dat uitgangspunten grote invloed hebben op de uitkomst zoals de stroomprijs. Structureel een paar cent verschil maakt jaren uit in terugverdientijden. Tot vorig jaar werd met een ‘kale’ stroomprijs van 8 tot 10 cent per kWh gerekend, maar dat is voor de komende jaren te weinig. De huidige prijzen zijn ook niet realistisch voor de lange termijn. DLV Advies rekent in begrotingen nu met 12 cent per kWh.

Zon en wind combineren

Voor eigen gebruik is op jaarbasis met zonnepanelen meestal meer dan genoeg op te wekken. In bepaalde perioden is toch stroom van het net nodig. Dat effect wordt nog sterker door afbouw van de salderingsregeling. Dat betekent straks dure stroom kopen en teveel aan eigen stroom voor minder geld verkopen. Maximaal gebruik maken van eigen opgewekte stroom (‘voor de meter’) loont dan nog meer. Om dit probleem op te lossen, wordt gekeken naar mogelijkheden om energie op te slaan of beter te benutten. Een optie om dat te bereiken, is zonnepanelen combineren met een andere energiebron. Dat kan een windmolen zijn, alhoewel de mogelijkheden daarvoor sterk verschillen per regio.

Opslag van energie als verdienmodel

Verder zijn er beperkte mogelijkheden om energie in accupakketten op te slaan. De industrie gebruikt het vooral om tijdelijke pieken op te vangen en ook een aantal melkveehouders werkt daarmee. Opslag is mogelijk van enkele tientallen tot honderden kWh’s. Het is nu nog duur en technisch vraagt het nogal wat, maar de verwachting is dat de komende jaren meer toepassingen beschikbaar komen. Overigens kunnen grootgebruikers het ook als verdienmodel gebruiken, door zich te begeven op de zogenoemde APX-markt. Dat is een dagmarkt van stroom om onbalans in het netwerk te vereffenen. Ondernemers kunnen energie inkopen als de prijs laag is en verkopen als prijzen hoger liggen.

Meer informatie

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel en bent u geïnteresseerd in energiebesparing? Of overweegt u te investeren in duurzame energieproductie en wilt u meer weten over de mogelijkheden en/of beschikbare subsidies? DLV Advies helpt u graag met een rendementsberekening, offertevergelijking, subsidieaanvraag of een all-in service. Neem dan vrijblijvend contact op met Joan van den Heuvel of Erik de Jonge. Zij helpen graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen. 

U kunt ook onderstaand formulier invullen zodat wij geheel vrijblijvend contact met u opnemen.

* verplichte velden

Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van Boerderij.nl

ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld

Op 1 januari 2025 wijzigt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Één van de wijzigingen betreft de subsidie...

Lees verder

Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst

De energiebesparingsplicht is een belangrijke maatregel binnen de Wet milieubeheer, die gericht is op bedrijven, instellingen en organisaties die meer...

Lees verder

Meer nieuwsGerelateerde innovaties

Onze adviseurs staan
voor u klaar

Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen?


De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.

* verplichte velden