Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderTien melkveehouders uit Groningen verdiepten zich de afgelopen twee jaar in de mineralenkringloop van hun bedrijf. Ap van der Bas begeleidde namens DLV Advies deze melkveehouders bij het project 'Bodemmanagement'. Het project is eind juni afgerond met een eindbijeenkomst. Het project had als doel bewust met de kringloop en de bodem aan de gang te gaan.
Groningen heeft een variatie in grondsoorten: van zand tot zware klei met daartussen een overgang van veenachtige grond. De tien deelnemers aan het project hadden dan ook te maken met verschillende grondsoorten en daarmee ook verschillende groeiomstandigheden. Met een gemiddeld aandeel van 88 procent gras en nog geen 10 procent maisteelt zijn alle bedrijven wel typisch ‘noordelijk’ te noemen, zegt Ap van der Bas, adviseur rundvee van DLV Advies: extensieve bedrijven met veel gras in het rantsoen. ‘Doordat deze bedrijven niet of nauwelijks mestoverschot hebben en relatief weinig voer aankopen, was deelname aan de BEX (bedrijfspecifieke excretie) voor de meeste van hen niet interessant’, legt Van der Bas uit. ‘Hierdoor hadden ze weinig inzicht in de mineralenstroom op hun bedrijf. Met de Kringloopwijzer krijgen ze dat inzicht wel. Nu kunnen ze ergens anders in de kringloop hun voordeel halen: de bodem.’
Het doel van het tweejarig project Bodemmanagement was - naast het vergaren van kennis - om zowel de mestefficiëntie als de voerefficiëntie met 5 procent te verhogen en het organischestofgehalte van de bodem te behouden om met 0,5 procent te verhogen. De groep vulde in 2014 en 2015 de Kringloopwijzer in en zette de resultaten op een rijtje. Daaruit bleek dat sturen op voeding voor deze bedrijven wel degelijk effect had. Door te letten op de fosfor en het eiwitgehalte in het aangekochte voer en een betere benutting van het eigen ruweiwit, kon de stikstofefficiëntie van het voer met 4,3 procent worden verbeterd. Een aantal deelnemers ging ook mais of bijproducten kopen of zelf telen om de mineralenefficiëntie van het rantsoen te verhogen. De stikstofbenutting van de bodem verbeterde niet, maar dat had volgens Van der Bas vooral te maken met het uitzonderlijk goede groeiseizoen van 2014.‘We hebben de cijfers vergeleken met die van Koeien & Kansen. Daar was hetzelfde effect te zien.’
De deelnemers leerden van gastsprekers en via bedrijfsbezoeken verschillende aspecten van bodembeheer kennen. Zo hoorden ze van een akkerbouwer over het belang van het behoud van het organische-stofgehalte van de bodem en zorgde de biologische deelnemer ook voor nieuwe inzichten. ‘Je moet grond niet louter zien als plaatsingsruimte voor je mest, maar als een productiemiddel. Door bewust met je grond om te gaan en efficiënter te gaan bemesten is er nog veel te winnen. Als je je eigen ruweiwitproductie kunt verhogen, hoef je minder voer aan te kopen.’ Daar is vooral bij extensieve bedrijven nog winst te halen. ‘In de praktijk zie je dat er nog te veel eiwit wordt aangekocht. Erg extensieve bedrijven kunnen overwegen om een deel van hun gras om te zetten in een ander gewas, zoals tarwe. Je hebt dan meteen ook een energiebron om het eiwit goed in de koe te krijgen. Voor deze bedrijven is grond verhuren ook een optie.’
Veel hangt af van de grondsoort, zo bleek uit het project. ‘Je kunt drie soorten bedrijven onderscheiden: bedrijven die veel voer aankopen, bedrijven die de mogelijkheid hebben om zelf andere gewassen te telen en extensieve grasbedrijven met weinig mogelijkheden voor andere teelten. Juist deze laatste bedrijven komen veel voor in het noorden en worden met name op voergebied afgestraft in de Kringloopwijzer, omdat ze weinig kunnen sturen’, zegt Van der Bas. ‘Als je op goede grond zit, moet je je rijk prijzen, dat is een feit. Maar daarnaast komt ook een stuk ondernemerschap en vakmanschap om de hoek kijken.’ En om deze verder te ontwikkelen zijn er projecten als Bodemmanagement in Groningen. De projectleider hoopt dan ook dat er een vervolg komt. ‘Het project is gefinancierd door de provincie Groningen. Maar twee jaar is eigenlijk te kort. Het gaat om een groep gemotiveerde melkveehouders. Het zou zonde zijn als er geen vervolg komt. Zeker omdat andere melkveehouders in Noord-Nederland er ook van kunnen leren. In deze regio is de kennis over BEX en de Kringloopwijzer nog niet voldoende.’
Dit artikel is gepubliceerd in de Nieuwe Oogst, editie Noord, van zaterdag 2 juli.
Voor meer informatie over het project Bodemmanagement of andere zaken rondom de bodem neemt u contact op met Ap van der Bas, 06 51 40 94 48 / a.vanderbas@dlvadvies.nl of één van zijn collega-adviseurs rundvee.
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderHeeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.