Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
De melkprijs staat momenteel op € 55,50 per 100 kg melk. Ondanks de hoge inkomsten, blijft voer een van de grootste kostenposten in de melkveehouderij,...
Lees verderVeel melkveehouders hebben sinds de fosfaatwet te maken met een onderbezetting in hun stal. Toch is rechten kopen lang niet altijd de beste manier om de winstgevendheid te optimaliseren. De handel in fosfaatrechten is sinds begin 2019 een stuk rustiger geworden, waardoor een kilo fosfaat een flink stuk goedkoper is geworden dan vorig jaar. Nu de marktwaarde zich medio 2019 stabiliseert rond € 150 à € 160, wordt kopen weer een optie. Maar is het wijs om op dit moment te investeren in productierechten?
Met een fosfaatprijs van € 160 lijken de kosten van de rechten lager te zijn dan die van de extra opbrengst door de extra koeien. Stel een melkveebedrijf heeft een stal voor 200 stuks melkvee en er zijn rechten voor 160 melkkoeien. Dat is een onderbezetting van 20%. Bij een productie van 9.000 liter per koe en een melkprijs van 35 cent scheelt dat € 126.000 omzet. Bij een saldo van 20 cent – als de variabele kosten 15 cent per liter bedragen – loopt de ondernemer dus € 72.000 saldo mis op jaarbasis. De rechten kopen voor die 40 koeien vergt een investering van 40 maal 50 kilo fosfaat à € 160. Dat is € 320.000. Zelfs bij de afschrijvingsperiode van 5 jaar, die Rabobank hanteert, zijn de kosten per jaar minder dan het extra saldo:€ 64.000.
Veehouders die relatief ruim in de grond zitten, zijn in het voordeel. Ze betalen net zoveel voor de fosfaatrechten, maar hebben vaak meer ruimte voor de ruwvoerproductie en mestafzet. Ze zullen dus met minder extra kosten een aantal koeien erbij kunnen zetten.
Tom Baak, adviseur rundvee bij DLV Advies onderschrijft dat. Voor intensieve bedrijven, die voor de extra koeien mestafzet en ruwvoer moeten regelen, zijn de bijkomende kosten ruwweg 10 cent per liter. Bij een saldo van 20 cent per liter, houdt een intensief bedrijf slechts 10 cent saldo over voor de extra koeien. Als voor de extra koeien ook meer arbeid nodig is, komt er nog eens 3 cent bij. Baak: “Als je daarmee gaat rekenen, mogen de rechten hooguit € 130 kosten.”
In individuele gevallen is de rekensom altijd anders, zegt Baak. “Het uitgangpunt is een gemiddelde. Een gemiddeld saldo van 10 cent varieert in de praktijk van slechts 5 tot meer dan 15 cent per liter. Er zijn intensieve bedrijven die zó goed draaien, dat rechten kopen een realistische optie is. Er zijn ook extensieve bedrijven die dat beter niet kunnen doen. Als je bovengemiddeld presteert, zijn er mogelijkheden. Dat is altijd al zo geweest, ook in het quotumtijdperk.”
De adviseurs zien ook alternatieve mogelijkheden om de fosfaatruimte en de stalruimte te optimaliseren. De jongveeopfok is een mooi voorbeeld. Wie de opfok aan een collega toevertrouwt, houdt fosfaatruimte over voor zijn melkkoeien. Andersom gebeurt ook: melkveehouders die gewend waren aan uitbesteden, halen het jongvee weer naar huis. Ze kunnen daarmee de onbenutte vierkante meters stalruimte benutten. Het levert ook een kostenbesparing op, uitbesteden kost gemiddeld € 2,5 per dier per dag.
Ook aan de opbrengstenkant zijn strategische keuzes mogelijk. Bijzondere melkstromen bieden een kans om meer melkgeld te beuren. Dat varieert van weidegang en de retail-melkstromen tot aan keurmerken als PlanetProof of Beter Leven Keurmerk. Voor deelname zijn aanpassingen nodig. Een investering hierin kan in individuele gevallen een goed alternatief zijn voor rechten kopen. Baak: “Alleen al weidegang levert 1,5 tot 2 cent extra saldo per koe, aan weidepremie en kostprijsverlaging. In specifieke gevallen kan dat van meer waarde zijn dan een paar extra koeien in de stal.”
Bij het verwerven van fosfaatrechten is meer mogelijk dan kopen of huren. Er zijn alternatieven, zoals huren met een koopoptie en een samenwerkingsconstructie met de verkoper. Door de overdracht te spreiden ontstaat fiscaal voordeel, zegt adviseur rundvee Tom Baak van DLV Advies.
Bij huur of lease van rechten gaat het om jaarlijkse overeenkomsten. De tijdelijke oplossing vraagt minder geld in één keer. Het is echter een relatief dure optie voor de huurder. Bovendien wordt bij elke overeenkomst wordt afgeroomd.
Bij huren met optie tot koop wordt de overdracht gespreid over een periode van veelal 6 à 7 jaar. De fosfaatrechten komen in één keer op naam van de koper. De koper huurt de rechten gedurende de looptijd. Aan het eind licht hij de koopoptie. Hij betaalt dan de afgesproken koopsom, verminderd met de betaalde huur. Voor de verkoper zijn de gespreide inkomsten fiscaal aantrekkelijk. In de praktijk delen beide partijen dit voordeel.
Een alternatief voor kopen of huren is een samenwerkingsconstructie op basis van een maatschap, vof of commanditaire vennootschap. De stakende ondernemer brengt zijn fosfaatrechten in en blijft de eigenaar. Gedurende de looptijd van de samenwerking ontvangt hij een vergoeding voor zijn arbeid en inbreng. Ook hier is er fiscaal voordeel. Bij deze constructie vindt geen afroming plaats. “Zo’n constructie gaat wel veel verder dan alleen het overdragen van rechten”, waarschuwt Baak. “De partijen moeten dus zowel zakelijk als privé goed matchen.”
Lees het complete artikel op de website van Melkvee100Plus.
Neem contact op met een van onze (financiële) adviseurs over de advisering rondom de mogelijkheden voor fosfaatrechten.
De melkprijs staat momenteel op € 55,50 per 100 kg melk. Ondanks de hoge inkomsten, blijft voer een van de grootste kostenposten in de melkveehouderij,...
Lees verderWat als de bank vanwege de locatie dichtbij een Natura 2000-gebied geen financiering wil verstrekken? Het overkwam een melkveebedrijf uit Drenthe....
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.