Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderMet de presentatie van de stikstofplannen van minister Van der Wal is de jacht op de latente ruimte geopend. De minister wil de vergunningverlening koppelen aan de feitelijk geproduceerde stikstof. ‘Dat zal de mogelijkheden voor de verkoop van latente ruimte sterk inperken”, verwacht Jeroen van Boxmeer, adviseur ruimtelijke ordening van DLV Advies.
Latente ruimte is stikstofruimte die een boer op de vergunning wel heeft, maar in de praktijk nog niet benut. Bijvoorbeeld een melkveehouder met een stal die nog niet vol staat. De minister heeft aangegeven dat ze zeer kritisch gaat kijken naar die latente ruimte. Jeroen: “De meeste stikstofrechten die nu worden aangekocht via extern salderen, zijn afkomstig van reeds gestopte boeren. Die hebben nog wel de vergunning, maar geen dieren meer op stal. Het lijkt er sterk op dat dat straks niet meer mogelijk is, omdat alleen feitelijk geproduceerde stikstof nog telt als verkoopbaar.”
Bij DLV Advies komen om die reden nu al vragen binnen van gestopte veehouders, die overwegen de stal – tijdelijk – toch weer vol te zetten met bijvoorbeeld een ronde varkens, zodat ze de stikstofrechten weer benutten en daarmee kunnen verkopen. Eigenlijk komt het volgens Jeroen neer op ‘Use it or lose it’. Hij geeft dan ook het advies om de vergunningsruimte zo veel mogelijk te benutten en er dus naar te streven ten minste eens in de drie jaar het aantal dieren te houden waarvoor je ook een vergunning hebt. “Dit zal ook zeker gevolgen hebben voor de prijs voor stikstofrechten”, verwacht hij, “want je moet straks feitelijk actieve bedrijven uitkopen. Daar moet ook een stuk compensatie tegenover staan; dit zal worden verdisconteerd in de prijs van stikstofrechten.”
Daarbij is het zo dat geen enkel bedrijf de stikstofruimte voor de volle 100 procent benut. Doorgaans ligt dat percentage op maximaal 95 procent. Hoe streng de minister naar dergelijke ruimte gaat kijken, is nog niet duidelijk. Maar het is wel iets waar de discussie zich op zal richten. “Veehouders die de stal nog niet vol hebben, lopen straks het risico dat de provincie zich komt melden om de onbenutte stikstofruimte te vorderen”, waarschuwt Jeroen. Het advies is dan ook om niet gebruikte stikstofruimte zo snel mogelijk te verkopen voor deze onverkoopbaar wordt. Dit geldt ook zeker voor gestopte bedrijven die de stikstof op de vergunning willen verkopen. “Dat destilleren wij in elk geval uit de informatie van minister Van der Wal. Er wordt heel sterk ingezet op de feitelijke emissie; die gaat tellen.”
Hij verwacht ook dat er in de toekomst veel sterker wordt ingezet op de resultaten van realtime ammoniakmetingen, waar boeren op worden afgerekend. “Zo ver is het nu nog niet, maar de systemen zijn al wel in ontwikkeling”, geeft hij aan. Dat hangt mede samen met de ontstane discussie over de werkzaamheid van emissiearme stalsystemen. Recente onderzoeken hebben uitgewezen dat emissiearme vloeren in de praktijk niet altijd de emissiereductie realiseren die ze volgens de RAV-lijst beloven. “Bij renovatie zou het toch goed zijn om er rekening mee te houden dat binnen 10 tot 15 jaar de huidige stalsystemen emissiearm dienen te zijn, bij nieuwbouw moet dit sowieso al in veel gevallen” aldus Jeroen.
Tegelijkertijd zit er beleid in de pijplijn dat emissiearme systemen verplicht gaat stellen. In Brabant geldt nu al dat nieuwe stallen aan strengere emissie-eisen moeten voldoen. Een nieuwe varkensstal moet minimaal 85 procent emissie reduceren. En ook bestaande stallen moeten per 2024 aan die strengere eisen gaan voldoen. Voor rundvee geldt dat voor stallen van 20 jaar en ouder en bij varkensstallen vanaf 15 jaar en ouder. “De verwachting is dat dit Brabantse beleid landelijk wordt doorgevoerd”, zegt Jeroen. “We weten niet exact of het één op één wordt overgenomen, maar een op Brabantse regels geïnspireerd beleid is waarschijnlijk.”
Jeroen gaat ervan uit dat daar dit of volgend jaar beleid op wordt vastgesteld. “De lessen die we vanuit Brabant kunnen leren, is dat dat een ontzettend grote opgave wordt. Zeker gezien de hele discussie over de werking van emissiearme systemen. Het is niet zeker dat de systemen die nu op de RAV-lijst staan, daar op blijven. Zeker is dat de vergunningverlening steeds lastiger zal worden. Ons advies: “Wacht niet tot het laatste moment, maar begin er op tijd aan.”
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u advies over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact op met Jeroen van Boxmeer. Hij helpt graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderIn het (nieuwe) Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan allerlei regels die betrekking hebben op de dieseltank op het akkerbouwbedrijf. "Welke...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.