Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Heeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verderNoord-Limburgse boeren en loonwerkers ervaren via een waardenetwerk van de provincie Limburg welke grondbewerking het beste past bij rijenbemesting met drijfmest op zandgrond. Het effect van de grondbewerkingsmethoden ploegen, spitten en striptill als niet kerend (nkg) op de maïsopbrengst zijn met elkaar vergeleken. Bij alle bewerkingen is de grond tot 35cm losgetrokken om verdichting op te heffen. Tevens is gekeken naar het effect van rijenbemesting met drijfmest.
DLV-adviseur Harm Wientjes vertelt over de resultaten: “Voor het zuidelijk gebied was het land kenmerkend qua bemestingstoestand, maar beter voor wat betreft vruchtbaarheid. Binnen enkele weken na het zaaien waren de eerste verschillen in maïsgroei al goed te zien. De maïs ontwikkelde zich op de geploegde en gespitte grond sneller. Wientjes: “We zagen dat de kleine maïsplant bij een losse bouwvoor sneller wortelt en daardoor eerder een groter volume aan grond heeft doorwortelt, dit levert uiteraard ook een betere vocht en mineralenbeschikbaarheid op. Deze betere beginontwikkeling was zelfs nog beter bij de stukken waar ook de drijfmest in de rij is gebracht. De onkruiddruk was (bij gelijke bespuitingen) minder bij de gekeerde veldjes dan op de striptill-, en de nkg-perceeldelen. Die kampten met een lichte druk van onkruid en een groenbemester die zich opnieuw ontwikkelde.” Op goede zandgrond bleek er geen opbrengstvoordeel te zijn voor de stripptilltechniek waarbij de drijfmest in de rij wordt gebracht. De besparing van € 150 aan goedkopere grondbewerking weegt nauwelijks op tegen de lagere opbrengst van circa 1400 kg ds per hectare.
Ook is de inzet van drijfmest vergeleken: met de inzet van gps in de rij geplaatst en volvelds verspreid. De ervaring is dat rijenbemesting, ondanks de betere beginontwikkeling, niet tot hogere opbrengsten leidt dan volvelds verspreiden. Wientjes: “We zien dat de plant bij rijenbemesting de wortels geconcentreerder rond de mest heeft, bij droogte zoals afgelopen jaar lijkt dat eerder een nadeel dan een voordeel te zijn. Ondanks dat er wel beregend is. Deze grond is wellicht nog te goed om het voordeel van drijfmestrijenbemesting te benutten.” Het voordeel van kunstmest in de rij blijft volgens Wientjes wel aanwezig, omdat dat juist bedoeld is voor een snelle start van de maïs.
De opbrengsten waren het hoogst bij de kerende grondbewerking. De verschillen tussen kerend en niet-kerend zijn 11%. Er werd met 35 m3 rundveedrijfmest bemest zonder de toevoeging van kunstmest om de effecten van de drijfmestbemesting duidelijk te maken. De bewerkingen zijn twee keer herhaald. Daarmee bootst het de praktijksituatie goed na.
Kerende grondbewerking blijft dus toegevoegde waarde houden voor de korte termijnopbrengst. Voor de provincie Limburg is het van belang dat de nitraatuitspoeling wordt beperkt met behoud van opbrengst voor de ondernemers. Op deze goede draagkrachtige en vruchtbare zandgrond blijkt wel dat een goede grondbewerking én bij droogte direct beregenen de meeste opbrengst geeft en indirect de laagste uitspoeling. De opname van stikstof is met gemiddeld 156 kg toevallig exact gelijk aan de stikstof die met 35 ton met 4,46 gram stikstof per ton is gebracht.
Heeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verder"De situatie rondom drijfmest was al nijpend, maar wordt alleen maar erger", zegt Paul Blokker, adviseur Mest & Mineralen. Melkveehouders...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.