Blog: "Het gaat om ammoniak, niet om stikstof"

Publicatiedatum: 29-10-2019

In de landbouw hebben we het over ammoniak. Scheikundigen laten al een tijdje weten dat wanneer je praat in de huidige problematiek over stikstof, je eigenlijk niet exact kunt duiden waarover je praat. Ammoniak ( NH3), direct gelinkt aan de veehouderij. De stikstofoxiden (NO, NO2) zijn direct gelinkt aan industrie en verkeer. Die twee gedragen zich in de natuur heel verschillend. Dat is een probleem in de zuiverheid van de discussie die gevoerd zou moeten worden. Ammoniak “drijft” minder ver door de lucht dan het RIVM aanneemt. Wageningen University & Research toonde in een onderzoek rondom het Dwingelderveld aan dat ammoniak van verschillende aanliggende melkveebedrijven op maximaal 400 meter van de bron te meten is, daarbuiten niet meer. Voor de volksgezondheid zijn het juist de stikstofoxiden die schadelijk zijn.  

Als het rapport van de commissie Remkes gevolgd wordt, dan wordt piekbelasting weggenomen en gaan we minder hard rijden om op de korte termijn door te kunnen met bouwprojecten. Iedere sector krijgt vervolgens tijd om zelf te komen met maatregelen die een reductie van stikstof uitstoot opleveren. Juist ja, een stikstofreductie. Als landbouw is dat dus een reductie van de ammoniakemissie en als industrie en verkeer een reductie van emissie van stikstofoxiden. Twee totaal verschillende stikstofbronnen die nu onderling uitwisselbaar geworden zijn door het idee van het ministerie om extern salderen mogelijk te maken. Economische groei in de andere sectoren van Nederland gaat qua stikstofruimte dan per definitie over de rug van de veehouders.

Ontwikkelingsruimte met nieuwe technieken

De vraag rijst dan in hoeverre we als veehouderij in staat zijn om een milieuruimte te creëren en veilig te stellen voor de sector zelf, waarbinnen voldoende ontwikkelingsruimte is voor de toekomstige veehouder.  De reeds gerealiseerde ammoniakemissie reducties vanaf 1990 zijn erg sterk, maar dat wil nog niet zeggen dat er niets meer te halen is. Nieuwe technieken en andere inzichten geven echt nog wel wat ruimte om stappen te zetten. Daarmee creëer je vervolgens dan ontwikkelingsruimte.

Feiten in beeld en vertrouwen

De oplossing lijkt niet zo heel lastig. De benodigde randvoorwaarden om te komen tot een goede aanpak moeten wel eerst scherp weggezet worden. Dat is lastiger en  kost tijd. Nu allerlei zaken overhaast in gang zetten terwijl je niet weet waar je staat is gedoemd te mislukken.
Belangrijk is dat we gaan praten over feiten. Metingen en berekeningen moeten openbaar zijn en naadloos op elkaar aansluiten. Er moet vertrouwen zijn in die getallen bij alle sectoren.
Duidelijk moet worden wat qua emissie per sector en per stikstofbron het vertrekpunt is, ofwel de nulsituatie. Deze milieuruimte per sector is de basis. Iedere sector stelt zelf reductiedoelen en realiseert die binnen een gestelde periode.
De overheid stelt hiervoor geld beschikbaar en stimuleert de sectoren om te innoveren waarmee het probleem opgelost wordt. Vakinhoudelijke mensen komen met de echte oplossingen. Vakkennis is voorhanden in de praktijk. Ministeries kunnen hier op de juiste plekken meer gebruik van maken.

Deze blog van Herrold Lammertink is verschenen in vakblad Boerderij.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie