Varkensstal bouwen is zoektocht

Publicatiedatum: 22-11-2017

Bouwen in de varkenshouderij is geen sinecure. Er gebeurt in de sector in een relatief kort tijdsbestek zoveel, dat plannen vaak nog wijzigen tijdens de vergunningsaanvraag. Dwars daar doorheen speelt voor de ondernemer de vraag: bij welk concept sluit ik me aan? 

Theo Mulders, Projectleider Bouw Intensief bij DLV Advies, spreekt in termen van 'een zoektocht'. Dat geldt voor de verplichtingen waaraan moet worden voldaan, verplichtingen die in de pijplijn zitten en de vraag: waar wil ik met mijn bedrijf naar toe, voor welk concept wil ik gaan produceren? “Dat je nu vooraf veel duidelijker keuzes moet maken, is een groot verschil met een aantal jaren geleden”, stelt hij tegenover Ilona Lesscher van Nieuwe Oogst.

Lowbudgetstal

Veel vragen krijgt DLV Advies over de bouw van een lowbudgetstal. Een stal die voldoet aan de basiseisen, maar waarin wel kan worden geschakeld op toekomstige eisen. Mulders noemt het in alle bouwsituaties een uitdaging een stal zo flexibel mogelijk te houden. Een projectleider die vanaf het allereerste begin bij een nieuwbouw is betrokken, maakt dat makkelijker. In de dek- en kraamstal scheelt sober of luxer bouwen gauw € 100 tot € 300 per zeugenplaats. In de kraamafdelingen kan dat verschil wel oplopen tot boven de € 500. “Management en voersystemen meegerekend”, geeft Mulders aan.

Plateaus

Bij vleesvarkens kost de ruwbouw € 230 tot € 280 per vierkante meter. Door het gebruik van plateaus in de afdelingen kan daarop fors worden bezuinigd. “Nadeel is dat er concepten zijn die het gebruik van plateaus maar beperkt toestaan”, zegt Mulders. Uit zijn praktijk weet hij ook dat er ondernemers zijn die niet met grote groepen van 40 dieren of meer willen werken. Binnen bestaande stallen kan met plateaus de ruimte per dier tegen lage kosten worden vergroot. Net als in de pluimveehouderij gaat de varkenshouderij ook werken met meervoudige meting van het klimaat.

Slimme sensoren in de stal

De binnenkomende lucht conditioneren door warmtewisseling, koeling en betere isolatie van het gebouw. “Er komt een omslag naar meer oog voor het totale stalklimaat”, voorspelt Mulders. “Slimme sensoren die temperatuur, CO2-gehalte en luchtvochtigheid meten, camera’s die het diergedrag continu observeren. Sturing van het stalklimaat op basis van deze meervoudige metingen. Een werkelijkheid die binnen handbereik ligt.” Er zijn nog onvoldoende harde cijfers over het effect van geconditioneerde lucht op onder andere diergezondheid en dierenwelzijn. Daardoor zijn banken huiverig om daarvoor financiering te geven, maar het is wel de toekomst, is Mulders’ overtuiging. “Geconditioneerde lucht- en klimaataanpassing op basis van het gedrag verdienen zichzelf terug.”

Stallucht conditioneren waardoor de temperatuurschommelingen tussen dag en nacht en zomer en winter worden uitgevlakt, heeft significante voordelen. Mulders noemt minder tocht, een betere diergezondheid met minder medicatie, minder hittestress, lagere maximumventilatie waardoor kleinere ventilatoren volstaan en in zijn algemeenheid een constanter presteren van de dieren. Het conditioneren van stallucht en het slim hergebruiken van warmte die in een varkensstal aanwezig is, kan een energiekostenbesparing tot meer dan 50 procent opleveren. Nu kost een energiehoeveelheid via elektriciteit opgewekt vaak nog 'meer dan dezelfde energiehoeveelheid via gas, maar dat gaat veranderen. 

Beton is goedkoop

“Beton is goedkoop en we zien in veel concepten de bolle of halfdichte vloer terugkomen. Binnen ketenconcepten wordt die ten opzichte van de roostervloer gezien als welzijnsvriendelijk”, zegt Mulders. Vanwege hygiëne en schoonmaakgemak adviseert hij een goede vloerafwerking met een coating of prefab vloeren met hoge afwerkingskwaliteit.

Bij vleesvarkens wordt in het dichte deel steeds vaker vloerkoeling en -verwarming aangelegd. Twee gescheiden circuits, die zorgen voor de optimale temperatuur voor elke leeftijd waardoor vervuiling wordt tegengegaan. Een alternatief voor beton is de composietvloer, geeft Mulders aan. Die is duurder, maar zorgt wel voor een hogere hygiënestatus. “Maar ook hier geldt: wat en hoe je bouwt, is een samenspel van veel factoren.” 

Dit artikel is verschenen in de uitgave van Nieuwe Oogst thema Stallenbouw van 18 november jl.

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu