Nieuwbouwprojecten zijn niet of nauwelijks te vinden, zo bleek op de LlV-beurs in Venray. Te koop staande varkensbedrijven met vergunning des te meer. Varkenshouders investeren dan ook 'zijwaarts' zoals DLV Advies-directeur Paul Bens het noemt. Dat gaat veel sneller dan investeren in een vergunningentraject dat wel tien jaar kan duren. “Als je eindelijk de vergunning binnen hebt, is die al gedateerd vanwege de aangescherpte milieu- en welzijnsregelgeving."

Up to date

De huidige varkensbedrijven zijn doorgaans 'up to date' en hebben geïnvesteerd om klaar te zijn voor de toekomst. “Daar heeft het jaar 2013 voor gezorgd, toen de Europese milieu- en welzijnsregelgeving dwingend werd opgelegd", zegt Bens. Maar het aantal nieuwe vergunningen dat wordt verstrekt, neemt jaarlijks af. ln 2017 werden er nog maar elf vergunningen voor fokzeugen afgegeven en enkele tientallen voor vleesvarkensstallen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. 

Zijwaarts investeren

Zijwaarts investeren, zoals Bens het omschrijft, kan betekenen dat een tweede locatie wordt gekocht die bijvoorbeeld geschikt is voor fokgelten of voor de opfok van biggen. Een aparte locatie als biggenopfokstal werkt bovendien bevorderend voor de gezondheid van de varkensstapel en de gezondheidsstatus. Door de biggen of geltenopfok op een andere locatie te doen, ontstaat soms ruimte om extra fokzeugen te houden binnen de bestaande milieuvergunning en stalruimte. Maar extra ruimte op de bestaande locatie kan ook van pas komen als de technische resultaten flink gestegen zijn, waardoor er meer ruimte voor biggenopfok nodig is, vergeleken met vroeger.

Lees het complete artikel in de PigBusiness van april 2018