Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderDe ingebruikname van een vrijloopstal stelde biologisch melkveebedrijf De Wit in Benschop in staat om een nieuwe ondergrond te introduceren. De mix van houtsnippers en dierlijke mest levert een fijne, potgrondachtige compost op, die zo veel mogelijk wordt uitgereden over het eigen grasland. De familie De Wit hoopt dat deelname aan het project 'Koolstof Kringlopen' onder andere uitwijst wat op korte en lange termijn de gevolgen zijn voor het organische stofgehalte van de bodem.
Een wellness centrum voor koeien. Zo omschrijft Wijnand de Wit de nieuwe vrijloopstal, die volop ruimte biedt aan circa 150 koeien. “De dieren zitten zichtbaar beter in hun vel dan voorheen in de ligboxenstal en hebben bijvoorbeeld aantoonbaar minder klauwproblemen”, verzekert hij. “Niet alleen de ruimte, circa dertig vierkante meter per koe, ook de ondergrond vinden ze heerlijk. Het is een verademing, voor de koeien en voor ons.” Die nieuwe ondergrond zorgt uiteraard ook voor nieuwe 'koo|stofkring|open' op het bedrijf. “In oktober/november wordt de stal leeggehaald en de compostachtige mest opgeslagen tot in het voorjaar”, legt De Wit uit. “In de stal wordt dan ook een nieuwe laag houtsnippers gereden, die afkomstig zijn uit de omgeving. De houtsnippers in de vrijloopstal worden in de wintermaanden in verband met de hoge luchtvochtigheid bijna dagelijks aangevuld met nieuwe houtsnippers. Om het composteringsproces te bevorderen en de bodem schoon en droog te houden, wordt deze elke dag tweemaal doorgewerkt met een cultivator. In deze periode mengen de houtsnippers zich met de koeienmest. Mineralen worden vastgelegd door de koolstof inde houtsnippers. In het vroege voorjaar wordt de compost, ongeveer vijfhonderd ton, met een breedstrooier over het land uitgereden.”
De Wit zou het liefst alle compost over het eigen land uitrijden (“het is prachtig spul”), maar wordt beperkt door de nitraatwetgeving die hem noopte om vorig jaar ongeveer honderd ton af te voeren naar een akkerbouwer. Dat hij oog heeft voor het organische stofgehalte in de bodem blijkt uit het feit dat hij de zode niet onderwerkt als het grasland aan vernieuwing toe is, maar aan doorzaaien doet. Het organische stofgehalte in de bodem wordt daardoor op peil gehouden. “Omdat de organisch gebonden stikstof in de compost langzaam vrijkomt, heeft de bodem er wel tien jaar lang plezier van. We hopen dat deelname aan het project duidelijk maakt wat de effecten precies zijn.”
De Wit is een echte 'koolstofboer’. “Er zullen weinig veehouders zijn die zoveel koolstof aanwenden. Maar we weten niet precies wat het gaat doen.” Zijn zoon Evertjan de Wit knikt. “Daar zijn we heel nieuwsgierig naar. Ditjaar gaan we proberen een deel van de compost al in de herfst uitrijden. Voor uitspoeling in de winter hoefje niet bang te zijn. Maar wat zijn de precieze bemestingswaarden, ten opzichte van drijfmest?” Uit onderzoek blijkt dat er circa 400 kuub drijfmest per hectare nodig is om het organischestofgehalte in de bodem met één procent te verhogen. De Wit: “We hopen dat de compost ten opzichte van drijfmest een positievere bijdrage levert aan het organischestofgehalte in de bodem.”
Door het organische stofgehalte in de bodem te verhogen, wordt meer koolstof vastgelegd. Dat is onder andere goed voor het milieu en het klimaat. Een hoger organische stofgehalte in de bodem leidt tot verbetering van het waterbufferend vermogen, verkleining van de afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen, verbetering van de begaanbaarheid van de percelen en minder af- en uitspoeling van mineralen.
In het project 'Koolstof Kringlopen' brengen de deelnemende veehouders de koolstofkringlopen op het bedrijf in beeld. Daardoor wordt duidelijk waar nog koolstof verloren gaat en hoe de input van koolstof op het bedrijf kan worden vergroot. De nadruk ligt daarbij op het organische stofgehalte in de bodem. Aan bod komen onder andere technieken om uit drijfmest kunstmest te maken, het hergebruik van slootveegsel of bermmaaisel als bodemverbeteraar, het fermenteren van organische reststromen en het gebruik van organische (kunst)mestsoorten als de GroenFosfaat-korrel. Het project wordt begeleid door Edith Finke, adviseur Rundvee bij DLV Advies. Workshops, demonstraties en publicaties moeten zowel biologische als gangbare veehouders in Utrecht vertrouwd maken met het onderwerp. Aan het project doen twintig grondgebonden veehouderijbedrijven mee.
Het project 'Koolstof kringlopen' wordt mogelijk gemaakt door de provincie Utrecht en een bijdrage uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (POP).
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland |
In een overspannen mestmarkt kan het interessant zijn om als boer zelf over de grens mest af te zetten. Maar hoe kansrijk is mestexport op kleine schaal?...
Lees verderHeeft u nog geen definitieve vaststellingsaanvraag ingediend voor het GLB? U heeft nog tot 2 december 2024 de tijd om dit te doen. Vanaf 2025 verandert...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.