Samenwerken aan duurzame mestverwaarding

Hoewel de deelnemers elkaar voorafgaand aan het project niet kenden, ontstonden er tijdens bijeenkomsten waardevolle uitwisselingen van ervaringen en inzichten. De kennisniveaus en bedrijfsomstandigheden van de veehouders varieerden sterk, wat een uitdaging was, maar tegelijkertijd ook een rijke voedingsbodem bood voor innovatie. Tijdens het project bleek dan ook dat de behoefte aan maatwerkadvies groot is. Individuele coaching bleek voor veel veehouders de meest waardevolle activiteit binnen het project. Deze aanpak bood deelnemers de kans om technieken en oplossingen specifiek af te stemmen op hun eigen bedrijfsvoering.

Mestverwaarding

Mestverwaarding is een onderwerp dat in Nederland nog in de kinderschoenen staat. Slechts een beperkt aantal veehouders zijn actief bezig met technieken zoals monomestvergisting en stikstofstrippen. Veel bedrijven zien zich geconfronteerd met een toenemende hoeveelheid mest die moet worden afgevoerd, terwijl de mestmarkt al overbelast is. Dit leidt ertoe dat veehouders vaak op zoek zijn naar korte termijnoplossingen om hun bedrijfsvoering draaiende te houden. Het project richtte zich op het bieden van perspectief door nieuwe technieken te demonstreren en concrete plannen te ontwikkelen die bedrijven in staat stellen te verduurzamen én economisch rendabel te blijven.

Monomestvergisting bij de familie Dinkelman

Een inspirerend voorbeeld binnen het project is het verhaal van Edwin Dinkelman, een veehouder die in een vroeg stadium aan de slag is gegaan met mono-mestvergisting en mestverwerking. In de eerste video vertelt hij hoe hij de kans greep om zelfstandig stappen te zetten, in plaats van te wachten op grootschalige samenwerkingsverbanden. Ondanks de hoge investeringskosten en complexe regelgeving, toont zijn verhaal dat praktijkervaring en technische ondersteuning cruciaal zijn voor succes.

Bekijk de video hieronder waarin Dinkelman zijn ervaring deelt:

"Ik zag in dat samenwerking in een biogascluster een lang traject zou worden. Door zelf stappen te zetten, heb ik direct rendement en emissiereductie kunnen realiseren," aldus Dinkelman. “Met de juiste ondersteuning en subsidies kon ik de investeringsdruk verlagen en direct voordelen behalen.”

Stikstofstrippen: een techniek voor de toekomst?

Een andere techniek die binnen het project is besproken en toegepast, is stikstofstrippen. Deze technologie maakt het mogelijk om stikstof uit mest te halen, wat niet alleen emissies vermindert maar ook kunstmest kan vervangen. Dinkelman vertelt in een tweede video hoe hij deze innovatie in zijn bedrijfsvoering integreerde en welke voordelen dit biedt.

Zijn verhaal benadrukt dat stikstofstrippen niet alleen duurzaam, maar ook economisch interessant kan zijn, vooral als onderdeel van een bredere strategie voor mestverwaarding.

Lessen en toekomstperspectief

Het project Integrale Mestverwaarding toont aan dat samenwerking, kennisdeling en innovatie hand in hand gaan. Naast de technieken is ook aandacht besteed aan thema's zoals wet- en regelgeving, netcongestie, en het financiële rendement door middel van de SDE-subsidie en bijmengverplichting. De ervaringen uit het project laten zien dat maatwerkadvies en individuele begeleiding essentieel zijn voor het succes van mestverwaarding. Door veehouders op hun eigen situatie te coachen, werden praktische en haalbare oplossingen ontwikkeld. Hoewel mestverwaarding nog in de beginfase verkeert, tonen bedrijven zoals Dinkelman dat de technische mogelijkheden er zijn. Nu is het zaak om deze technieken verder op te schalen en toegankelijker te maken voor een breder publiek. Het project heeft aangetoond dat samenwerking en kennisdeling onmisbaar zijn om deze innovaties te realiseren.

Met de opgedane inzichten ligt de weg open naar een duurzame toekomst waarin mest niet langer een last, maar een waardevol onderdeel is van circulaire landbouw, groene energie en kunstmestproductie waarbij de natuur door een lagere uitstoot op korte en lange termijn beter beschermd wordt.

Het project Integrale Mestverwaarding wordt uitgevoerd met een bijdrage van het ‘Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO): Europa investeert in zijn platteland’.