Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderStalbranden hebben een gigantische impact. Niet alleen bij de veehouder, die zijn levenswerk letterlijk in rook ziet opgaan, maar ook maatschappelijk trekken stalbranden de aandacht. Niet in het minst omdat bij een stalbrand veel dierlijke slachtoffers te betreuren zijn. In 2016 waren er in Nederland 20 stalbranden waarbij dieren omkwamen, waarvan de helft pluimvee- en varkensbedrijven. Ook 2017 is niet goed gestart; bij een brand begin januari in Nijmegen kwamen 3.000 varkens om.
Vooral in Nederland zorgen stalbranden de afgelopen jaren voor een kritische benadering van de veehouderij. Zo berichten de Dierenbescherming en Wakker Dier met enige regelmaat over de stalbranden, meestal op een veroordelende toon. LTO en de Dierenbescherming initieerden een actieplan waarbij de nadruk gelegd is op het nemen van preventieve maatregelen tegen stalbranden. Hoofdzakelijk omdat de veehouder de verantwoording draagt voor duizenden dieren, maar ook omdat een stalbrand diepe financiële sporen nalaat voor de ondernemer.
Een grote brand met veel slachtoffers wekt de indruk dat er niets gedaan wordt aan brandpreventie. Het bewustzijn dat de ondernemers brandpreventieverantwoordelijkheden hebben is absoluut aanwezig. Brand volledig uitsluiten is een illusie, maar er worden echt stappen gemaakt om de stallen brandveiliger te maken.
Een belangrijke gerealiseerde stap is de aanpassing van de wetgeving. In 2014 werd het Bouwbesluit aangepast, met aangescherpte eisen ten aanzien van brandpreventie. Wie een nieuwe stal wil bouwen of een bestaande stal wil renoveren, is verplicht om zijn stal te compartimenteren. De oppervlakte die één compartiment mag beslaan is variabel. ln Nederland mogen compartimenten zonder sprinklers maximaal 2.500 m2 zijn. Toch zet compartimentering niet veel zoden aan de dijk,
aldus Anne van Rossum, brandpreventiespecialist DLV Advies. “ln plaats van brandmuren optrekken, kun je beter de risicoruimtes bewaken. Door de technische ruimtes - voerkeuken, luchtwasser, meterkast- beter te beveiligen, verklein je de risico's op brand veel meer dan alles onder één compartiment te scharen. Voor kleinere stallen valt alles misschien in één compartiment, maar de meeste nieuwbouwprojecten overschrijden de 2.500 m2."
Een andere maatregel opgenomen in de Nederlandse regelgeving, is de aanwezigheid van een blusvoorziening zodat er bij een brand direct water voorradig is. Adviseurs rondom de bedrijven geven aan dat die wetgeving in het begin voor gefronste wenkbrauwen zorgde bij de veehouders, omdat die van mening waren dat bluswatervoorziening een taak voor de overheid was. “Maar inmiddels merk je dat veehouders die wetgeving gewoon geaccepteerd hebben. Er is echt een denkomslag geweest de afge|open jaren", zegt Van Rossum.
De sector zelf maakt, samen met partijen rondom de veehouderij, de grootste slag in het aanpakken van brandoorzaken. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het merendeel van de branden ontstaat vanuit de elektrische installaties. Zo'n 30 tot 50 procent van de branden wordt veroorzaakt door een defect in de elektrische installatie. Daar laat het gebrek aan onderhoud zich vaak het eerst zien. Door eenmaal in de vijfjaar een elektrakeuring uit te voeren, neem je al een gedeelte van de risico's weg.
Het is niet onlogisch dat veehouders zichzelf een andere instelling hebben aangemeten. Brand is meer dan een vernietigd gebouw en dode dieren. De ondernemer leidt ook marktverlies en het is nog maar de vraag of hij weer mag bouwen. Het duurt een hele tijd voordat je het normale productie- en afzetpatroon weer hervat hebt. Ook daarom willen veehouders preventieve maatregelen nemen, zoals een elektrakeuring bij oplevering van de stal en daarna periodiek herhaling ervan.
De aangepaste wetgeving in 2014 is gericht op nieuwbouw en uitbreiding van bestaande stallen en geeft geen richtlijnen voor bestaande stallen. Daarom is een bedrijfsinspectie juist in die situaties
van toegevoegde waarde. Naast de elektra zijn er namelijk nog meer ontstekingsbronnen die een brand kunnen veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van stof. Nu is het niet gemakkelijk om stallen stofvrij te maken, maar door te wijzen op bijvoorbeeld de plaatsing van brandblussers en sprinklerinstallaties op de plaatsen waar het risico van ontsteking van stof het grootst is, beperk je het risico."
Anne van Rossum is positief over het gebruik van automatische blussystemen in de stal. "Het is niet praktisch om een bestaande stal te voorzien van compartimentering met brandwerende muren en niet-brandgevoelige isolatie. Door de meterkast uit te rusten met een aerosol patroon, neem je een heel stuk van het risico weg. Brandpreventie door het nemen van maatregelen is een prima alternatief voor compartimentering. We maken dat zichtbaar met de formule 'risico = kans X effect'. Voor een gelijk risico bij een dubbel effect (een 2 x zo grote stal) moetje de kans op brand halveren door het nemen van maatregelen."
Simpelere signaleringsystemen als een rookmelder, zijn volgens Van Rossum ongeschikt voor toepassing in veestallen. “Deze installaties zijn gevoelig voor ammoniak. Dan kun je beter kiezen voor signaleringssystemen die snelle temperatuurstijgingen waarnemen en daarvan melding maken via
de alarmsystemen van klimaatbeheersingssystemen.“
Diverse leveranciers van klimaatbeheersingssystemen bieden inmiddels een module aan waarbij sensoren gekoppeld worden aan het klimaatbeheersingssysteem. De sensoren worden strategisch geplaatst binnen de afdelingen of in risicoruimtes. Zodra de temperatuur binnen een korte tijd snel stijgt, geeft het systeem via de bestaande alarmroute een signaal aan de veehouder of verzorger.
Waar de Nederlandse en Belgische wetgeving vooralsnog ingrijpt op bouwmethoden, is het in andere landen verplicht om bedrijven uit te rusten met een blusinstallatie of een watermistsysteem. Een watermistsysteem bestrijdt drie verschillende aspecten van een brand. Het neemt de zuurstof weg, werkt direct op de brandstof en verlaagt de temperatuur. Doordat de nevel de brand isoleert, zal de brand ook minder snel overslaan en wordt verspreiding voorkomen. Een ander voordeel van het systeem is de eigenschap van watermist om rookdeeltjes te binden. Bij een stalbrand komen ook veel dieren om door het inademen van rook. Watermist bindt de rookdeeltjes en alle bijbehorende schadelijke gassen worden weggewassen zodat de schade beperkt blijft. Onder meer Noorwegen en sommige Duitse deelstaten hebben een verplichte regelgeving. ln Nederland staat die regelgeving nog niet op stapel. De techniek heeft zich absoluut bewezen, maar verzekeraars zien meer in het wegnemen van de ontstekingsbronnen op het bedrijf. Naast maatregelen als een elektrakeuring, kunnen er ook bij de planvorming al voorzorgsmaatregelen genomen worden. Denk bijvoorbeeld aan het tekenen van de bekabeling van de luchtwasser. Die kabels hoeven niet door de stal te lopen. Technische specialisten schuiven - bij nieuwbouw - daarom al in de planvormingsfase aan om te kijken waar de eventuele risico's zitten.
Lees het complete artikel zoals geplaatst in Varkensbedrijf nummer 1 van januari 2017.
Voor meer informatie omtrent brandveiligheid en brandpreventie, neem contact op met Anne van Rossum via a.vanrossum@dlvadvies.nl of 06 53 37 50 97.
De recente beslissing van de provincie Noord-Brabant om ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven in te trekken,...
Lees verderIn het (nieuwe) Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan allerlei regels die betrekking hebben op de dieseltank op het akkerbouwbedrijf. "Welke...
Lees verder
De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.