Water, voeding en staloptimalisatie: sleutel tot hoge melkproductie

De timing van wateropname, vooral direct na het melken, is een kritisch moment om stress bij de koe te minimaliseren. Dit roept vragen op over de ideale locatie van waterpunten, met verschillen tussen conventionele melkstallen en geautomatiseerde melksystemen, waar koeien direct na het melken 40% van hun waterbehoefte opnemen.

Video: Slimste plek van waterbakken op een robotbedrijf

In onderstaande video gaat Leonie in gesprek met melkveehouder Jan Vlooswijk uit Benschop. Hierin vraagt ze hoe strategisch geplaatste waterbakken de productiviteit en het welzijn van koeien optimaliseert.

Keuze van leidingmaterialen

De beschikbaarheid van water hangt af van diverse factoren, waaronder het aantal waterpunten, het type waterbakken, hun hoogte, locaties in de stal, snelheid van aanvoer, en het type drinkwater (bron-, leiding-, oppervlaktewater). Leonie: “De waterkwaliteit is hierin essentieel, waarbij de melkveehouder de keuze van leidingmaterialen en mogelijke biofilmvorming in overweging zal moeten nemen. Een onvoldoende goede drinkwatervoorziening kan risico's met zich meebrengen voor de diergezondheid, wat de melkproductie vanzelfsprekend niet ten goede komt. Bij staloptimalisatie is het dan ook van groot belang om dit soort toekomstgerichte beslissingen mee te nemen.”

Voeding of ‘optimalisatie’?

Naast water is ook voeding een cruciaal aspect voor optimale melkproductie op een melkveebedrijf. Leonie deelt inzichten over het belang van vakmanschap, inkuil- en opslagmethodes, en het voldoen aan regelgeving: "Bij staloptimalisatie kunnen adviseurs samen met melkveehouders een gestructureerd stappenplan opstellen. Het identificeren van prioriteiten, noodzakelijke investeringen en behulpzame maar minder urgente verbeteringen resulteert in een investeringsplan dat niet alleen overzichtelijk is maar ook voldoet aan de geldende wetgeving. Water, voeding en staloptimalisatie vormen zo samen de sleutel tot een hoge én duurzame melkproductie”, aldus Leonie.

Meer informatie

Het project ‘Betere stal voor koe en klimaat’ is voortgekomen uit het Sabe-traject ‘Samen leren’, is mede mogelijk gemaakt door subsidiegelden vanuit RVO en vindt plaats in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Wilt u meer weten over het Sabe-traject ‘Samen leren’, dan kunt u contact opnemen met Anne van Heesbeen, projectleider bij DLV Advies.