Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Op 18 december 2024 j.l. heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor agrarische bedrijven. Deze uitspraak verandert...
Lees verderDe belangstelling onder veehouders voor monomestvergisting groeit. In 2023 zijn de basisbedragen voor monomestvergisting in de SDE++ subsidie gestegen. Hierdoor kan de investering in een relatief korte periode worden terugverdiend. Doordat daarnaast het beschikbare budget per fase voor een gedeelte gereserveerd wordt, is de kans op toekenning van deze subsidie groot.
Bij veel vergunningaanvragen voor het plaatsen van een monomestvergistingsinstallatie is DLV Advies betrokken. “Mede doordat de overheid als doel heeft in 2030 twee miljard kubieke meter groen gas te produceren, zien we dat gemeenten steeds bereidwilliger worden bij de plaatsing van een monomestvergister”, zegt Tom Nierkes, medewerker ROM bij DLV Advies. “Neemt niet weg dat de locatie van de vergister zorgvuldig moet worden uitgekozen. Nadat de locatie bekend is bekijken we welke verschillende wettelijke stappen relevant zijn. Deze stappen zijn afhankelijk van de specifieke situatie en de geldende wet- en regelgeving.”
Bij de locatiekeuze moet er uiteraard rekening worden gehouden met de ligging van de stallen en de put waar de dagverse mest wordt opgevangen. “Denk bij de locatie van de vergister ook aan praktische zaken zoals het koepad. Maar ook aan mogelijke uitbreidingen van de stallen”, vult Jarco Brand, projectleider Bouw bij DLV Advies, Tom aan. Vanuit ruimtelijke ordening moet rekening worden gehouden met verschillende richtafstanden. “Er moet bijvoorbeeld vanuit externe veiligheid een afstand worden aangehouden van minimaal 50 meter rondom de vergister”, zegt Tom. Binnen deze veiligheidsafstand mogen geen kwetsbare objecten, zoals bijvoorbeeld een woonhuis, staan.
Nadat de locatie van de monomestvergister bepaald is, moet er onderzocht worden of de vergister past binnen het geldende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bepaalt welke activiteiten zijn toegestaan op een bepaalde locatie en welke ruimtelijke eisen daarbij gelden. In sommige bestemmingsplannen is het mogelijk om rechtstreeks een monomestvergistingsinstallatie te plaatsen. Tom: “Dit is echter niet altijd het geval. Het kan wel zijn dat er een zogenoemde binnenplanse afwijking is opgenomen. Hierbij moet voldaan worden aan bepaalde voorwaarden. Vaak wordt als voorwaarde opgenomen dat omliggende (agrarische) bedrijven niet mogen worden geschaad. Voor een binnenplanse afwijking schrijven wij een ruimtelijke onderbouwing, waarbij we ingaan op de gestelde voorwaarden.”
Meestal moet er buitenplans afgeweken worden. “Ik maak dan vaak gebruik van de kruimelgevallenregeling. Mestvergisting staat namelijk in artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Hierdoor kan buitenplans een mestvergister gerealiseerd worden, die dan ook nog vaak buiten het bouwvak geplaatst kan worden”, zegt de adviseur. “Een mooie bijkomstigheid is dat op deze reguliere procedure al binnen 8 weken een besluit komt op de omgevingsvergunning.” De gemeente kan deze termijn wel eenmalig verlengen met 6 weken.
“Past het plaatje? Een monomestvergister wint geen verkiezing op basis van zijn uiterlijk. Daarom wordt er zorgvuldig gekeken naar de locatiekeuze en passen we, indien nodig, maatregelen toe die de visuele impact zoveel mogelijk minimaliseert. Hierdoor kunnen we in onze ruimtelijke onderbouwing aantonen dat de installatie past binnen de landschappelijke kenmerken en waarden van de omgeving.”
“Het betrekken van omwonenden en andere belanghebbenden bij de ruimtelijke onderbouwing kan helpen om draagvlak te creëren voor de plaatsing van de monomestvergister. Dit kan onder andere door het voeren van overleg en het organiseren van informatiebijeenkomsten. Mensen hebben vaak een negatieve gedachte bij mestvergisting. Echter levert monomestvergisting geen geuroverlast of verkeersbewegingen op”, aldus Tom.
Voor het realiseren van een monomestvergister kan gekozen worden voor een warmtekrachtkoppeling of groen gas. Klik hier voor meer informatie. Voor het opstellen van een cluster kunt u contact opnemen met Erik Drost of Erik van Eekelen.
DLV Advies kan u helpen met het gehele traject. Wij denken graag mee om te komen tot een optimale locatie. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u dat wij een ruimtelijke onderbouwing voor u schrijven? Neem dan contact op met Tom of een van onze andere ROM-adviseurs. Zij helpen u graag verder.
Op 18 december 2024 j.l. heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor agrarische bedrijven. Deze uitspraak verandert...
Lees verderOp dit moment kunnen provincies budget aanvragen voor de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging Veehouderijlocaties (MGB). Zodra deze is toegekend,...
Lees verder