Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Op 18 december 2024 j.l. heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor agrarische bedrijven. Deze uitspraak verandert...
Lees verderOndernemers die overwegen te stoppen kunnen hun bedrijf via de stoppersregeling Lbv of Lbv plus beëindigen. Stallen en productierechten worden vergoed. Grond zit niet in de regeling maar is optioneel aan te bieden aan de Grondbank. De details van de regelingen zijn onlangs bekend gemaakt.
Het was lang wachten op de definitieve regelingen. Marco Hol, adviseur bij DLV Advies begeleidt veel ondernemers die overwegen te stoppen. Velen van hen waren het wachten wel zat zo zegt hij. “De conceptregeling dateert van mei 2022. Mensen die de keuze gemaakt hebben om te stoppen, willen ook graag doorpakken. Dan is een jaar wachten erg lang.” Aanmelden voor Lbv(-plus)-regeling kan vanaf maandag 3 juli 2023. De aanmeldperiode van de Lbv sluit 1 december 2023. De einddatum van de Lbv plus is 5 april 2024.
Bedrijven met varkens, melkvee, kippen en/of kalkoenen komen in aanmerking voor de LBV. Bedrijven met vleeskalveren komen alleen in aanmerking voor de Lbv+-regeling. Bedrijven die deel willen nemen moeten de laatste vijf jaar onafgebroken dieren hebben gehouden. “In de conceptregeling was dit nog 3 jaar”, stelt Marco. “Het gaat erom dat een bedrijf op bedrijfseconomisch gangbare wijze gebruikt moet zijn. Tijdelijke leegstand in het kader van reguliere bedrijfsvoering zoals leegstand tussen het afvoeren van een ronde vleesvarkens of -kuikens en de komst van een nieuwe ronde of tijdelijke leegstand als gevolg van een dierziekte, vormt geen problemen.”
Bedrijven die middels extern salderen een deel van de ammoniak hebben verkocht aan derden, worden eveneens uitgesloten voor de regeling. Dat is een nieuwe voorwaarde, zal niet heel vaak toegepast hoeven worden, maar heeft wel grote gevolgen voor bedrijven die slechts een deel van de vergunning hebben verkocht.
Het doel is om de emissie op stikstofgevoelige natura2000 gebieden te verminderen. Per gebied is een eigen drempelwaarde opgesteld. Heeft een bedrijf een hogere depositie dan de drempelwaarde op een van de N2000-gebieden in een straal van 25 rondom het bedrijf, dan komt het in aanmerking. Voor de Lbv plus is een landelijke drempelwaarde opgesteld van 2500 mol /jaar. Dit wordt berekend op basis van het aantal dieren dat gemiddeld in 2021 op de locatie is gehouden. De depositieberekening moet ingevoerd worden op aerius.nl.
Wilt u weten of u aan de drempelwaarde voldoet? Vraag hier een depositieberekening aan. |
Het veelbesproken ‘beroepsverbod’ zit nog in de regeling. Het houdt in dat alle vennoten van een bedrijf dat deelneemt aan de regeling niet in Nederland of elders in Europa mogen doorstarten met een bedrijf met dezelfde diersoort als de diersoort waar ze mee meedoen in de Lbv. Doorstarten op een andere locatie met een bedrijf met een andere diersoort mag wel. En die locaties die op de dag van aanmelden reeds in bezit waren, vormen geen probleem.
Voor de lbv is € 500 miljoen beschikbaar. Dit is verdeeld tussen de verschillende sectoren. Voor melkvee 270, voor varkens 115 en pluimvee 115 miljoen. Marco geeft aan dat dit budget niet toereikend gaat zijn: “De waarde van een gemiddeld varkensbedrijf zit al snel op € 2 miljoen. Daarmee is met het huidige budget van € 115 miljoen slechts plek voor 60 bedrijven terwijl ik denk dat er zo’n 400 varkensbedrijven gaan inschrijven.” Bij overtekening van de regeling wordt er gekeken naar kostenefficiëntie in bedrag/mol reductie. De bedrijven waar het minste geld betaald hoeft te worden voor de grootste emissiereductie komen het eerst in aanmerking.
Voor de Lbv+ wordt geen ranking gemaakt. Iedereen die voldoet aan de voorwaarden mag deelnemen. “De verwachting is daarom dat ondernemers die zich aanmelden voor de lbv plus relatief snel een concept beschikking zullen ontvangen. Bij de Lbv zal dit pas na de sluitingstermijn van de regeling zijn, dus niet voor december. Dit omdat de deelnemers eerst op volgorde gezet worden." Mogelijk komt er later ook een tweede tranche van de reguliere Lbv. De voorwaarden kunnen dan wel minder gunstig zijn.
In de Lbv krijgen ondernemers 100% van de vervangingswaarde van de stallen vergoed. In de Lbv plus is dit 120%. In beide regelingen worden de productierechten tegen marktconforme prijzen opgekocht. Deze prijzen worden vlak voor de openstelling bekendgemaakt. Bij de Lbv plus is een sloopvergoeding van 45 euro / m2 opgenomen.
Wilt u weten wat uw stallen waard zijn, vul dan uw gegevens in onze rekentool.
Voor meer informatie over de Lbv, lees onze Lbv-pagina.
Op 18 december 2024 j.l. heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor agrarische bedrijven. Deze uitspraak verandert...
Lees verderOp dit moment kunnen provincies budget aanvragen voor de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging Veehouderijlocaties (MGB). Zodra deze is toegekend,...
Lees verder