BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
De Nederlandse landbouw staat voor grote uitdagingen, met nationale en Europese doelen op het gebied van stikstof, water, klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn...
Lees verderDe helft van de ondernemers die hun zinnen hadden gezet op de Lbv kunnen niet meer deelnemen, omdat ze niet aan de drempelwaarde voor de depositie voldoen. Wat betekent dat voor hen? En welke andere mogelijkheden zijn er? We vroegen het Ids van der Ploeg, adviseur Financieel Management bij DLV Advies.
In de conceptregeling werd de grenswaarde voor depositie voor deelname aan de Lbv gesteld op 50 mol/jaar. Toen bleek dit geen drempel. Een overgrote meerderheid van de ondernemers die mee wilde doen, voldeed aan deze grenswaarde. Dit kwam onder andere doordat de depositie op alle natuurgebieden binnen een straal van 25 km bij elkaar opgeteld mocht worden.
De overheid heeft het met de definitieve regeling over een andere boeg gegooid; geen landelijke drempelwaarde meer voor de Lbv, maar een drempelwaarde per overbelast Natura 2000-gebied. Nu moet de drempelwaarde gehaald worden voor één Natura 2000-gebied en mag er niet meer opgeteld worden. Ook is de drempelwaarde bij 126 van de 161 Natura 2000-gebieden hoger dan de oorspronkelijke 50 mol.
Van de ondernemers die bij DLV Advies een berekening hebben laten uitvoeren op basis van de conceptregeling valt de helft af op basis van de nieuwe grenswaarde. Voor ondernemers die hun zinnen hadden gezet op deelname aan de Lbv is dit een hard gelag.
Voor ondernemers met een emissiearme vloer is er nog een opening om alsnog mee te doen aan de Lbv. Dit komt doordat het kabinet op basis van een onderzoeksrapport naar emissiearme stallen heeft besloten de werking van deze stalsytemen op 0 te zetten. Bedrijven met emissiearme vloeren die op basis van de AERIUS berekening niet mee konden doen, kunnen door het veranderen van de RAV-factoren mogelijk toch in aanmerking komen. Hiervoor wordt maatwerk geleverd.
Veel van de ondernemers die nu niet meer mee blijken te kunnen doen aan de Lbv wilden stoppen met het houden van vee, op hun locatie blijven wonen en de gebouwen verwaarden met behulp van de vergoeding uit de Lbv, zo merkt Ids. “Het zou voor die mensen een mooie route zijn om op die manier een mooi bedrag voor de stallen te kunnen ontvangen en daarmee ook de stallen te kunnen slopen.” Bij ambitie om op de locatie te blijven wonen, is het zaak om financieel op een rij te zetten wat je nodig hebt qua middelen. Daarna kunnen de verschillende opties onder de loep worden genomen.
Eén van die opties is om de gebouwen op een andere manier tot waarde brengen. Daarvoor kan binnen het bestemmingsplan gekeken worden wat er mogelijk is. “Dit is een zoektocht met de gemeente. Caravanstalling en verhuur zijn opties die vaak gekozen worden en vaak mogelijk zijn”, aldus Ids. Een andere route om alsnog van de stallen af te komen, is Rood voor Rood. “Rood voor Rood is een optie die we altijd meenemen in het onderzoek, als de ondernemer daar behoefte aan heeft.”
Naast deze opties kunnen ondernemers het ook nog over een hele andere boeg gooien door te proberen het bedrijf en/of de grond aan de provincie te verkopen. Ids: “De bedrijven die zich oriënteerden op de Lbv liggen vaak in gebieden met veel natuur. Als de Lbv geen optie blijkt, ga ik vaak met de ondernemer in gesprek met de provincie. Dan kom je erachter hoe zij tegen je locatie aankijken. Mogelijk zijn ze geïnteresseerd om je bedrijf of grond te kopen. Provincies hebben te maken met de NPLG en moeten ook de doelen op het gebied van schone natuur, water en lucht nastreven. Dit biedt soms kansen voor mensen die wel willen blijven wonen en waar het land bijvoorbeeld naar natuur gaat. Het kan zijn dat wanneer de agrarische bestemming wordt ingetrokken er wel de mogelijkheid blijft om op de locatie te blijven wonen.”
Stoppen zonder stoppersregeling en toch de gebouwen slopen blijft ook een spoor, maar alleen wanneer de ondernemers het kunnen dragen om geen economische activiteit op het bedrijf te hebben en deze sloop kunnen betalen. Ids: “Dan is de vraag: kun je dat en wil je dat? Of bespaar je € 45 sloopkosten per m2 en laat je de stallen staan?”
“Het is in alle gevallen aan te raden tijdig na te denken over de mogelijkheden”, adviseert Ids. “Je hoeft niet direct in actie te komen, maar breng in beeld welke routes er zijn en denk niet dat bekijken we te zijner tijd wel.
De Nederlandse landbouw staat voor grote uitdagingen, met nationale en Europese doelen op het gebied van stikstof, water, klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn...
Lees verderVanaf 15 januari kunnen agrarisch ondernemers uit Overijssel subsidie aanvragen voor productieve investeringen die bijdragen aan biodiversiteit, waterbeheer...
Lees verder