Rond de Gooimeren
Het samenwerkingsverband bestaat uit 3 afzonderlijke melkveebedrijven, waarvan één is gevestigd in de provincie Utrecht en twee in de provincie Noord-Holland. Elk van deze bedrijven heeft unieke eigenschappen en kenmerken die hen onderscheiden. Deze drie bedrijven hebben ervoor gekozen om samen te werken binnen het samenwerkingsverband om kennisverspreiding en kennisuitwisseling te bevorderen. Twee van de drie melkveebedrijven brengen hun expertise in biologische landbouw in, wat het derde bedrijf helpt bij het implementeren van duurzame en milieuvriendelijke bedrijfsvoering.
Biologisch melkveebedrijf met 33 hectare blijvend grasland en 60 melkkoeien
Het melkveebedrijf beslaat 33 hectare blijvend grasland waarop ze 60 melkkoeien houden. Het melkveebedrijf is in al geruime tijd omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering. Met een focus op veel weidegang streven ze naar een gezonde leefomgeving voor hun kudde en respect voor het milieu. Duurzaamheid staat centraal in hun bedrijfsvoering, wat resulteert in een betrouwbare bron van biologische zuivel voor de gemeenschap. De ondernemer is nauw betrokken bij organisaties als BoerenNatuur en Agrarisch Collectief Rijn, Vecht en Venen. Ook is hij betrokken bij de ontwikkeling van de Utrechtse Monitor Duurzame Landbouw.
Bufferzone rondom het natuurgebied
De tweede deelnemende familie runt eveneens een biologisch melkveebedrijf dat duurzame melkproductie combineert met zorgvuldig natuurbeheer. Ze hechten veel waarde aan dierenwelzijn en gebruiken geen kunstmatige toevoegingen of pesticiden. De koeien grazen op uitgestrekte, natuurlijke weilanden, wat bijdraagt aan de biodiversiteit van de omgeving. Naast melkproductie beheert fde familie ook natuurgebieden om de lokale flora en fauna te ondersteunen. Dit integrale beheer zorgt voor een gezonde balans tussen landbouw en natuur. Het bedrijf functioneert als het ware als een bufferzone rondom het natuurgebied.
Meer grond voor natuurlijke begrazing
Dit gangbaar melkveebedrijf met ongeveer 100 koeien streven ernaar om hun bedrijfsvoering te verduurzamen door het aantal koeien te verminderen en meer grond te gebruiken voor natuurlijke begrazing. Dit zorgt voor een betere balans tussen landbouw en natuurbeheer. Door deze aanpak kunnen ze de kwaliteit van hun melk verbeteren en hun impact op het milieu verkleinen. Deze drie bedrijven hebben ervoor gekozen om samen te werken binnen het samenwerkingsverband om kennisverspreiding en kennisuitwisseling te bevorderen. De twee biologische melkveebedrijven brengen hun expertise in biologische landbouw in, wat het gangbare melkveebedrijf helpt bij het implementeren van duurzame en milieuvriendelijke bedrijfsvoering.
Huidige situatie
De drie deelnemers willen met in het totaal 311 hectaren extensiveren door het productie- en bemestingsvolume te verlagen van het melkveehouderijbedrijf tot maximaal 150 of 100 kg stikstof dierexcretie per ha per bedrijf waarbij het gebruik van stikstofhoudende kunstmest niet is toegestaan. Door een goede begeleiding en een goede samenwerking wordt er gewerkt aan deze uitdaging. Het project richt zich op N2000 gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen.
Urgentiescore van 4
De opgaven vanuit natuur (stikstofopgave) zijn groot in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden. Echter, het lukt nog niet om in de markt voldoende volume te maken om de grote opgave voor extensiveren van agrarische bedrijven in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden te ondersteunen. Er is dus een grote behoefte aan extra ondersteuning vanuit de overheid. Deze regeling is hierin een uitkomst. De agrariërs die deelnemen aan dit samenwerkingsverband beseffen dat ze het middels een samenwerking sneller kunnen realiseren dan wanneer zij op individuele basis stappen gaan ondernemen. Zij zijn gevestigd in- en rondom N2000 gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen, die beide een urgentiescore van 4 hebben, en zien dat omschakelen kan leiden tot een duurzamere toekomst. De samenwerking in overgangsgebieden N2000 heeft het voordeel dat er praktijkkennis kan worden gedeeld over extensivering bij agrarische bedrijven waardoor de haalbaarheid vergroot wordt. De mogelijkheden die deze regeling biedt, in combinatie met de mogelijkheden om van elkaar te leren en een serieuze bijdrage te kunnen leveren is voor de groep aanleiding genoeg om deel te nemen en het samenwerkingsverband te starten.
Type bedrijven |
||||
Het samenwerkingsverband bestaat uit drie melkveehouders. Gezamenlijk beschikken zij over 194 hectaren gelegen binnen 1 km en over 101 hectaren gelegen tussen 1 en 2,5 kilometer van de N2000 gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen. | ||||
Type bedrijf | Aantal melkkoeien | % N van melkkoeien |
|
Kg N/Ha 2023 |
Biologisch | 54,3 | 81,6% | 50,52 | 120 |
Biologisch | 120,4 | 84,3% | 179,39 | 83 |
Gangbaar | 99 | 80,3% | 91,41 | 137 |
Gezamenlijke doelstelling
Het primaire doel bij dit samenwerkingsverband is het extensiveren van hun bedrijf om mee te kunnen in de transitie van de landbouw in en rond het stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen. Het concrete doel is dat de deelnemende agrariërs het productie- en bemestingsvolume verlagen van het melkveehouderijbedrijf tot maximaal 100 of 150 kg stikstof dierexcretie per ha per bedrijf waarbij het gebruik van stikstofhoudende kunstmest niet is toegestaan.
Doelstelling per bedrijf
Type bedrijf | Aantal HA | Huidig aantal kg stikstof dierexcretie per HA | Doelstelling: 100kg stikstof dierexcretie per HA | Doelstelling: 150kg stikstof dierexcretie per HA |
Biologisch | 50,52 | 120 | ||
Biologisch | 179,39 | 83 | ||
Gangbaar | 91,41 | 137 |
Extensiveren draagt bij aan stikstofdoelstellingen in en rond N2000 gebieden. Het heeft effect op de vermindering van de uitstoot van ammoniak en nitraat. De meeste percelen van de deelnemende agrarisch ondernemers liggen in- en rondom N2000 gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen. De opgave in het N2000 gebied Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen is groot. Om deze redenen willen de deelnemende boeren werken naar een 100kg / 150kg stikstof dierexcretie per hectare op hun percelen.
Het Naadermeer
Het Naardermeer is een belangrijk laagveenmoeras in Nederland met diverse beschermde statussen: Natuurnetwerk Nederland (NNN), Natura 2000, en natuurlijk KRW-waterlichaam. Het gebied, dat al ongeveer 4000 jaar geleden is ontstaan door overstromingen van de Vecht, speelt een belangrijke rol in waterbeheer en biodiversiteit, met unieke flora en fauna. Rondom het Naardermeer ligt een hydrologische bufferzone, de 'Schil', die ook binnen NNN en Natura 2000 valt en een KRW-status als 'overig water' heeft. Deze zone beschermt het Naardermeer en verbindt het met het Natura 2000-gebied Oostelijke Vechtplassen.
De Oosterlijke Vechtplassen
De Oostelijke Vechtplassen is een Natura 2000-gebied dat zich kenmerkt door een uitgebreid netwerk van meren, plassen, moerassen en veenweiden. Dit gebied omvat onder andere de Ankeveense Plassen, Loosdrechtse Plassen en de Kortenhoefse Plassen, en is van groot belang voor de biodiversiteit. Het biedt een habitat voor zeldzame en bedreigde vogelsoorten zoals de roerdomp, de grote karekiet en de zwarte stern. Daarnaast zijn er diverse bijzondere water- en moerasplanten te vinden. Het gebied wordt beheerd met een focus op het behoud en herstel van natuurwaarden, evenals het bevorderen van duurzaam recreatief gebruik en waterbeheer.
Bijdrage door extensiveren
Extensiveren met behulp van de regeling door de groep melkveehouders draagt significant bij aan de beleidsdoelen voor natuur en klimaat en kunnen zij aanzienlijk bijdragen aan de ecologische waarde van deze gebieden door:
-
Verminderen van de uitstoot van ammoniak en nitraat, wat leidt tot een betere waterkwaliteit en minder verzuring van de bodem. Dit ondersteunt het behoud en herstel van kwetsbare moeras- en waterplanten, en bevordert de biodiversiteit door het creëren van gunstiger leefomstandigheden voor zeldzame en bedreigde diersoorten.
-
Bijdrage aan klimaatdoelen door minder intensieve landbouwpraktijken, wat resulteert in lagere broeikasgasemissies en een grotere koolstofopslag in de bodem.
-
Het behouden en verbeteren van de unieke ecosystemen.
Bijdrage per deelnemer
Iedere deelnemer voert maatregelen uit om bij te dragen aan de specifieke beleidsdoelen. Onderstaande staat dit weergegeven per agrarisch bedrijf:
Minder mest en groter grond areaal
Het biologische melkveebedrijf wil extensivering door aanzienlijk minder mest op hun land aan te brengen en hun grond areaal te vergroten. Dit betekent een verlaging van de stikstof (N) die ze uit mest mogen aanbrengen, van de wettelijke norm van 170 kg N per hectare naar 150 kg N per hectare. Deze vermindering speelt een essentiële rol bij het verminderen van de milieubelasting, door het bijdragen aan lagere stikstofuitstoot en minder uitspoeling naar het grondwater. Het bedrijf heeft ook geïnvesteerd in het verwerven van extra grond en is voortdurend actief bezig met het optimaliseren van hun landbouwpraktijken voor een duurzame toekomst.
Kruidenrijk grasland
Het melkveebedrijf kiest voor extensivering door minder koeien te houden, extra grond toe te voegen en de melkproductie te verlagen. Zo gaan zij terug van de wettelijke norm van 170 kg N per hectare naar 100 kg N per hectare. Het aantal melkkoeien wordt met 15 verminderd, en er komt 8 hectare extra grond bij. Ook zal de melkproductie per koe dalen naar 8.000 kg per jaar. Daarnaast past het bedrijf kruidenrijk grasland toe in het bouwplan en teelt lisdodde, wat bijdraagt aan biodiversiteit en bodemverbetering. Het natuurmaaisel wordt verwerkt tot bokashi, een organische grondstof die de vruchtbaarheid en de biodiversiteit van de bodem verder verhoogt. Deze maatregelen dragen bij aan een duurzamer en milieuvriendelijker
bedrijfsmodel.
Blijvend grasland en gebruik vaste mest
Het gangbare melkveebedrijf kiest voor extensivering door minder koeien te houden, extra grond toe te voegen en de melkproductie te verlagen. Ze voegen in totaal 20 hectare grond toe aan het bedrijfsareaal en verlaagt de melkproductie per koe naar 7.500 kg per jaar. Daarnaast past het bedrijf blijvend grasland, weidevogelbeheer toe en schakelt over op het gebruik van vaste mest. Deze maatregelen zijn gunstig voor de natuur, ecologie en biodiversiteit. Blijvend grasland bevordert bodemgezondheid en biedt leefruimte voor diverse planten- en diersoorten. Weidevogelbeheer helpt bij het beschermen van vogelpopulaties door hen een veilige broed- en leefomgeving te bieden. Het gebruik van vaste mest verbetert de bodemstructuur en bevordert de groei van een rijker plantenleven, wat op zijn beurt weer voedsel en onderdak biedt aan verschillende insecten en dieren. Al met al dragen deze maatregelen bij aan een duurzamer en ecologisch evenwichtiger melkveebedrijf.
De rol van van onze adviseurs
De komende vier jaar begeleidt DLV Advies verschillende groepen melkveehouders bij de uitvoering van de toegekende subsidies binnen de Extensiveringsregeling Natura 2000. Onze Projectleiders zorgen voor de coördinatie en voortgang van de samenwerkingsverbanden, terwijl onze adviseurs Mest & Mineralen de melkveehouders ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van individuele plannen en de mestboekhouding om de stikstofuitstoot te verlagen. De adviseurs Financieel Management stellen bedrijfsplannen op en bieden inzicht in de financiële haalbaarheid en impact van de maatregelen. Alle betrokken adviseurs spelen zij een belangrijke rol bij monitoring en rapportages, zodat de voortgang goed wordt bewaakt en geëvalueerd. Kennissessies en bijeenkomsten worden georganiseerd om kennisdeling binnen en tussen de groepen te bevorderen.
Projectleider 06 13 71 16 12 a.vanheesbeen@dlvadvies.nl |
Adviseur Financieel Management 06 26 54 49 35 g.vanloon@dlvadvies.nl |
Projectleider 06 26 51 86 86 m.hol@dlvadvies.nl |
Adviseur Mest & Mineralen 06 57 96 76 72 l.rijkaart@dlvadvies.nl |
Adviseur Financieel Management 06 82 05 11 97 l.wouters@dlvadvies.nl |
Adviseur Mest & Mineralen 06 45 81 28 57 y.vanvugt@dlvadvies.nl |
Planning en voortgang 2025
Wat doet DLV Advies?In 2024 heeft DLV Advies voor verschillende groepen melkveehouders in Nederland de subsidieaanvragen ingediend. Nu deze subsidies zijn toegekend, begeleiden wij de komende vier jaar (2024 – 2028) deze groepen bij de uitvoering van hun plannen. Onze begeleiding richt zich op:
|
Mede mogelijk gemaakt door
De extensiveringsregeling wordt gefinancieerd door ELFPO Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
- innovaties
- Verkennen van klimaatbewust ondernemen
- Verdienen met duurzame melkveehouderij
- Verdienen met duurzame melkveehouderij Utrecht
- regeneratieve landbouw
- Doorbreken monocultuur grasland
- Stikstof
- Plattelandsontwikkelingen-programma
- Mestbewerking - Mestverwerking
- GLB Kennisvoucher
- VAB
- Samenwerking veehouderij - akkerbouw
- Fosfaatrechten
- Monomestvergisters
- Precisiebemesting
- KringloopWijzer
- Energiebesparing
- Groen Fosfaat
- Asbest / zonnepanelen