Algemene vragen
Wat zijn de voorwaarden voor de vestigingssteun?
Wanneer voldoet een (gedeeltelijke) overname, gaat het hier om vermogen of zeggenschap?
Wordt deze steunaanvraag over het algemeen flink overschreven?
Hoe weet je of de standaardverdiencapaciteit van je bedrijf minimaal €15.000 is?
Wat zijn de gevolgen als het bedrijf 3 jaar na overname wordt gestaakt of een andere weg wordt ingeslagen?
Is er sprake van vestigingssteun als de startende ondernemer een bouwblok met een waarde van €100.000 overneemt?
Geldt dit ook voor als je in deze periode een bedrijf koopt?
De eisen voor het verkrijgen van het vestigingssteunbedrag van € 80.000,- worden in de verordening beschreven. Hier zijn enkele belangrijke eisen die van toepassing kunnen zijn:
Leeftijd: De jonge landbouwer moet voldoen aan de leeftijdsvereisten zoals gespecificeerd in de verordening. In dit geval lijkt het erop dat de jonge landbouwer tussen de 16 en 39 jaar oud moet zijn op 31 december van het aanvraagjaar.
Opleiding en vaardigheden: De jonge landbouwer moet beschikken over een passende opleiding of vaardigheden, zoals aangegeven in de verordening. Dit kan bijvoorbeeld een diploma of getuigschrift zijn van een relevante landbouwopleiding of aantoonbare ervaring in landbouwactiviteiten.
Bedrijfshoofdschap: De jonge landbouwer moet als bedrijfshoofd worden beschouwd volgens de definitie in de verordening. Dit houdt in dat ze daadwerkelijke zeggenschap hebben over het bedrijf en voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot hun betrokkenheid bij het bedrijf.
Vestigingsdatum: De vestiging van het bedrijf moet hebben plaatsgevonden op of na een specifieke datum, zoals vastgesteld in de verordening.
Standaardverdiencapaciteit: Het bedrijf waar de jonge landbouwer bedrijfshoofd van is, moet een bepaalde standaardverdiencapaciteit hebben, zoals gespecificeerd in de verordening.
Overige criteria: Er kunnen nog andere criteria zijn waaraan moet worden voldaan, zoals het indienen van een gedateerd en ondertekend overnamedocument, het opstellen van een bedrijfsplan dat voldoet aan de vereisten van de verordening, en het verstrekken van relevante informatie en documentatie bij de aanvraag.
Het is lastig om algemene uitspraken te doen over of deze steunaanvraag over het algemeen wordt overschreden, omdat dit afhangt van verschillende factoren, waaronder de beschikbaarheid van fondsen, het aantal aanvragen, en de criteria die worden toegepast bij de beoordeling van de aanvragen. In sommige gevallen kan er een overschrijding plaatsvinden als er meer aanvragen zijn dan beschikbare middelen. Dit kan leiden tot een selectieproces waarbij niet alle aanvragen kunnen worden gehonoreerd.
Aan de andere kant kan het zijn dat er voldoende budget beschikbaar is voor alle kwalificerende aanvragen, waardoor er geen overschrijding plaatsvindt. Dit kan variëren van jaar tot jaar en van regio tot regio, afhankelijk van de prioriteiten van de overheid, de beschikbaarheid van financiering en andere factoren.
Over het algemeen kan worden gezegd dat steunaanvragen voor subsidies en subsidieplafonds vaak afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden en prioriteiten van het betreffende programma of overheidsinstantie.
Om te bepalen of de standaardverdiencapaciteit (SVC) van je bedrijf minimaal € 15.000 bedraagt, zijn er verschillende manieren om dit vast te stellen:
Gecombineerde opgave 2024: Als je al een Gecombineerde opgave hebt gedaan in 2024, wordt de SVC daaruit afgeleid. In dat geval hoef je geen extra informatie te verstrekken.
Schatting of berekening: Als je geen Gecombineerde opgave hebt gedaan, kun je een schatting maken of de SVC van je bedrijf handmatig berekenen. Dit kan gedaan worden met behulp van de rekenmodule van de Wageningen University & Research (WUR). Hiermee kun je de toegevoegde waarde van je bedrijf bepalen op basis van verschillende parameters zoals de omvang van je bedrijf, de productie en de prijzen op de markt.
Als je bedrijf een nieuwe onderneming is en er nog geen historische gegevens beschikbaar zijn, kun je een schatting maken van de SVC op basis van vergelijkbare bedrijven in de sector of sectorale gemiddelden.
Als het bedrijf binnen 3 jaar na de overname wordt gestaakt of als er een andere weg wordt ingeslagen, kunnen er verschillende gevolgen zijn, afhankelijk van de specifieke voorwaarden van de subsidie en de wet- en regelgeving in jouw rechtsgebied. Enkele mogelijke gevolgen kunnen zijn:
Terugvordering van subsidiegeld: Als het bedrijf wordt gestaakt of niet voldoet aan de voorwaarden van de subsidie, kan de subsidieverstrekker het recht hebben om het verstrekte subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.
Boetes of sancties: Het niet voldoen aan de voorwaarden van de subsidie kan leiden tot boetes of andere sancties zoals vastgesteld in de verordening of het subsidieprogramma.
Verlies van toekomstige steun: Als het bedrijf wordt gestaakt of niet voldoet aan de voorwaarden, kan dit gevolgen hebben voor de mogelijkheid om in de toekomst nog subsidies of steunmaatregelen te ontvangen.
De vestigingssteun is specifiek gericht is op jonge landbouwers die een landbouwbedrijf starten of overnemen. Hoewel het niet expliciet wordt vermeld in de verstrekte informatie, lijkt de focus van deze steunmaatregel te liggen op de landbouwsector.
Als een startende ondernemer een bouwblok met een waarde van €100.000 overneemt, maar dit niet direct gerelateerd is aan agrarische activiteiten zoals beschreven in de subsidievoorwaarden, is het onwaarschijnlijk dat deze specifieke transactie in aanmerking zou komen voor de vestigingssteun zoals beschreven in de verordening.
Het is echter mogelijk dat er andere steunmaatregelen of subsidies beschikbaar zijn voor startende ondernemers die niet direct gerelateerd zijn aan de landbouwsector.
Ja, de subsidie kan ook gelden voor jonge landbouwers die in deze periode een bedrijf kopen. Het doel van de subsidie is om de vestiging van jonge landbouwers te bevorderen, of dit nu gebeurt door het starten van een nieuw bedrijf, het overnemen van een bestaand bedrijf, of het toetreden tot een bedrijf als bedrijfshoofd.
Het is echter belangrijk om op te merken dat er specifieke voorwaarden zijn waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de subsidie, zoals leeftijdsvereisten, opleidings- en vaardigheidscriteria, en de datum van vestiging van het bedrijf. Zorg ervoor dat je alle vereisten zorgvuldig controleert en professioneel advies inwint om te bepalen of je in aanmerking komt en hoe je een aanvraag kunt indienen.
Bij gedeeltelijke overname van een landbouwbedrijf komt een jonge ondernemer in aanmerking voor vestigingssubsidie als hij of zij een meerderheidsbelang (van meer dan 50 procent) in de onderneming heeft, maar geen volledig belang. De vereisten zijn als volgt:
De jonge landbouwer heeft doorslaggevende zeggenschap in het landbouwbedrijf.
De landbouwer heeft als natuurlijk persoon daadwerkelijk langdurige zeggenschap in het bedrijf
De jonge landbouwer is betrokken bij de dagelijkse bedrijfsvoering, doordat deze jaarlijks een minimaal aantal uren werkzaam is in het bedrijf.
Het eerste vereiste betreft doorslaggevende zeggenschap en gaat over het financiële belang waarmee de jonge landbouwer deelneemt in het bedrijf. Er is sprake van doorslaggevende zeggenschap, als een jonge landbouwer als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf in eigen naam uitoefent. Er kan daarnaast ook sprake zijn van doorslaggevende zeggenschap, doordat een jonge landbouwer met ten minste 50 procent deelneemt in het eigen vermogen van de maatschap of de vennootschap onder firma of ten minste 50 procent van de aandelen bezit in een naamloze- of besloten vennootschap.
Vragen over zeggenschap en eigendom
Hoe groot moet het agrarische deel zijn van je onderneming (bijvoorbeeld bij een gemengd bedrijf)?
Wat betekent dit voor bedrijven waar de ondernemer 1/3 overneemt of minder?
Geldt de subsidie ook als je toetreedt in de maatschap?
Is de subsidie van toepassing bij toetreding van een zoon/dochter in een VOF?
Is deze regeling ook van toepassing op niet bloedverwanten als opvolger?
Een (gedeeltelijke) overname voldoet indien de jonge landbouwer het bedrijf zowel juridisch als economisch voor meer dan vijftig procent in eigendom heeft gekregen door meer dan vijftig procent van de overnamesom te financieren. Voor bedrijven waarbij een jonge ondernemer minder dan 50 procent van het economisch en juridisch eigendom verwerft, zou deze regeling niet van toepassing zijn volgens de definitie van een gedeeltelijke overname in het verstrekte document. Dit betekent dat jonge landbouwers die minder dan 50 procent van een bedrijf verwerven geen aanspraak kunnen maken op de vestigingssteun zoals gespecificeerd in de subsidievoorwaarden.
Volgens de verstrekte informatie moet een jonge landbouwer meer dan 50 procent van het economisch en juridisch eigendom van het bedrijf verwerven om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun bij een gedeeltelijke overname. Als je alleen nog in de maatschap zit en niet voor meer dan 50 procent eigenaar bent van het bedrijf, zou je volgens deze criteria niet in aanmerking komen voor de vestigingssteun zoals beschreven in de subsidievoorwaarden.
Het lijkt erop dat de subsidie specifiek gericht is op de vestiging van jonge landbouwers als bedrijfshoofd, zoals beschreven in de verordening. Als je toetreedt tot een maatschap, wordt je niet per se beschouwd als het bedrijfshoofd van het landbouwbedrijf, tenzij je daadwerkelijk de doorslaggevende zeggenschap hebt en als natuurlijk persoon het landbouwbedrijf uitoefent zoals beschreven in Artikel 5.9.5 punt 3 van de verordening.
Als je toetreedt tot een maatschap, kan het zijn dat je niet aan alle voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor de subsidie, tenzij je aantoonbaar voldoet aan de eisen om als bedrijfshoofd te worden beschouwd. Dit kan onder meer vereisen dat je de doorslaggevende zeggenschap hebt in het landbouwbedrijf en dat je voldoet aan de andere criteria die zijn vastgesteld in de verordening.
Het is belangrijk om de specifieke voorwaarden van de subsidie en de vereisten voor het bedrijfshoofdschap zorgvuldig te bekijken en professioneel advies in te winnen om te bepalen of je in aanmerking komt voor de subsidie als je toetreedt tot een maatschap.
Ja, de subsidie kan ook van toepassing zijn wanneer een zoon of dochter toetreedt tot een Vennootschap Onder Firma (VOF) als bedrijfshoofd, op voorwaarde dat zij voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld in de verordening.
Belangrijke aspecten om in aanmerking te komen zijn onder meer de leeftijd van de jonge landbouwer, de vereiste opleiding of vaardigheden, het bedrijfshoofdschap, en de datum van vestiging van het bedrijf. Het is echter raadzaam om de specifieke voorwaarden van de subsidie zorgvuldig te bekijken en professioneel advies in te winnen om te bepalen of de toetreding tot een VOF in aanmerking komt voor de subsidie en hoe een aanvraag kan worden ingediend.
Indien je voldoet aan de gestelde criteria zoals leeftijdsvereisten, opleidings- en vaardigheidsvereisten, en criteria met betrekking tot bedrijfshoofdschap en vestigingsdatum. Dan is bloedverwantschap niet noodzakelijk.
Nee, volgens Artikel 5.9.5 punt 1g van de verstrekte informatie zou een aanvraag voor vestigingssteun worden afgewezen als aan de jonge landbouwer al subsidie is verstrekt op grond van Artikel 5.9.2. Dit betekent dat als een jonge landbouwer al gebruik heeft gemaakt van extra geld voor jonge landbouwers zoals beschreven in Artikel 5.9.2, hij of zij geen recht zou hebben op de vestigingssteun zoals beschreven in de verordening.
Het lijkt erop dat de regeling uitsluit dat een jonge landbouwer dubbele subsidies ontvangt voor vestigingssteun en extra geld voor jonge landbouwers.
Volgens de verstrekte informatie moet het landbouwbedrijf waarvan de jonge landbouwer het bedrijfshoofd is, ingeschreven zijn in het Handelsregister met een verkorte omschrijving van de landbouwactiviteit en de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) beginnend met specifieke cijfers. Deze cijfers zijn 011, 012, 013, 014, 015, 016 of 1051.
Dit betekent dat het agrarische deel van je bedrijf geregistreerd moet zijn onder een van deze specifieke codes in het Handelsregister om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun. Het is dus belangrijk dat het agrarische deel van je gemengde bedrijf een significant en duidelijk gedefinieerd onderdeel is dat voldoet aan de vereisten van de regelgeving. Je zou kunnen overwegen om contact op te nemen met de relevante instantie die de subsidie beheert voor meer specifieke richtlijnen met betrekking tot je situatie.
Vragen over overnamedatum en leeftijd
De datum op het gedateerde en ondertekende overnamedocument is leidend en wordt op dit punt door RVO beoordeeld. Om welke datum gaat het hier?
Is de vestingsteun ook geldig bij een bedrijfsovername na 2024?
Wat als je een bedrijf voor 2023 hebt overgenomen, zijn er dan nog mogelijkheden om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun?
Volgens artikel 5.9.5 van de verstrekte informatie zou een vestigingssteunaanvraag worden afgewezen als de vestiging van het bedrijf heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2023. Dit impliceert dat bedrijven die vóór die datum zijn overgenomen, niet in aanmerking komen voor de vestigingssteun zoals beschreven in de verordening.
Ja, de vestigingssteun zal jaarlijks beschikbaar worden gesteld en zal open zijn voor bedrijfsovernames die na 2024 plaatsvinden. Er is een budget tot en met 2027 beschikbaar gesteld van ruim 236 miljoen euro. Dit betekent dat jonge landbouwers die na 2024 een bedrijf willen overnemen, nog steeds in aanmerking kunnen komen voor de vestigingssteun, mits ze voldoen aan de geldende criteria en voorwaarden zoals vastgesteld in de regeling. Het is echter raadzaam om de specifieke details van de regeling en eventuele updates daarvan te raadplegen om volledig op de hoogte te zijn van de beschikbare steun en de toepasselijke voorwaarden.
Het gaat om de datum vanaf het moment dat de jonge landbouwer formeel het aanspreekpunt is voor (het gedeelte van) het bedrijf dat is overgenomen of aangekocht. Het gaat om de datum van formalisering bij de notaris.
Vragen over bedrijfsplan
Het bedrijfsplan dat bij de aanvraag wordt ingediend geeft inzicht in hoe de jonge landbouwer om denkt te gaan met onzekerheden in de fase van opbouw- en ontwikkeling. Waar bestaat het bedrijfsplan uit?
Voor het bedrijfsplan is geen vast format. Als je een bestaand bedrijfsplan hebt, kunt je deze meesturen. Deze is dan wel bijgewerkt voor 2024. Deze punten staan in ieder geval in jouw bedrijfsplan:
Een situatieschets van het bedrijf op het moment van overname of start. Hierin staat informatie over de huidige bedrijfsvoering van het bedrijf.
Een toelichting op de gewenste ontwikkeling van het landbouwbedrijf, inclusief mijlpalen voor de komende vijf jaar.
Een beschrijving van de kostenposten waaraan de subsidie zal worden besteed.
Een beschrijving van de manier waarop de subsidie zal bijdragen aan de versterking van de veerkracht van het bedrijf. Je beschrijft hoe de inkomsten verhogen en/of verbreden.
Een beschrijving van de onderdelen in het bedrijfsplan die bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. Deze doelen staan in het GLB/NSP:
D (SO4 – klimaatverandering en duurzame energie)
E (SO5 – efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen)
F (SO6 – bescherming van de biodiversiteit van het gemeenschappelijk landbouwbeleid)
Staan niet alle bovenstaande punten in jouw bedrijfsplan? Dan licht je deze toe in het aanvraagformulier. Je hoeft geen nieuw bedrijfsplan te schrijven. Wij kunnen je huidge bedrijfsplan nalopen of een bedrijfsplan voor je opstellen conform de voorwaarden van de vestigingssteun. Je kunt hiervoor onderstaand je gegevens achterlaten. Wij nemen dan contact met je op om de mogelijkheden te bespreken.
Vragen over subsidiebedragen
Heb je recht op deze steun als je al gebruik hebt gemaakt van extra geld voor jonge landbouwers?
Is de vestigingssteun een vast bedrag?
Zitten er nog bestedingseisen aan het bedrag?
Als twee broers ieders 50% van het bedrijf hebben. Krijgen zij dan allebei €80.000 of wordt dit gedeeld?
Nee, volgens Artikel 5.9.5 punt 1g van de verstrekte informatie zou een aanvraag voor vestigingssteun worden afgewezen als aan de jonge landbouwer al subsidie is verstrekt op grond van Artikel 5.9.2. Dit betekent dat als een jonge landbouwer al gebruik heeft gemaakt van extra geld voor jonge landbouwers zoals beschreven in Artikel 5.9.2, hij of zij geen recht zou hebben op de vestigingssteun zoals beschreven in de verordening.
Het lijkt erop dat de regeling uitsluit dat een jonge landbouwer dubbele subsidies ontvangt voor vestigingssteun en extra geld voor jonge landbouwers.
Ja, er zijn bestedingsvereisten en verantwoordingsvereisten verbonden aan subsidiebedragen zoals deze voor de vestiging van jonge landbouwers. Hier zijn enkele gebruikelijke bestedings- en verantwoordingsvereisten die je kunt verwachten:
Bestedingsvereisten: De subsidie moet worden gebruikt voor de beoogde doeleinden, zoals beschreven in het bedrijfsplan dat bij de subsidieaanvraag is ingediend. Dit kunnen bijvoorbeeld investeringen zijn in bedrijfsuitrusting, infrastructuur, verbeteringen aan het bedrijf of andere kosten die direct verband houden met de vestiging van het bedrijf.
Verantwoordingsvereisten: Je moet mogelijk documentatie verstrekken om aan te tonen hoe de subsidie is besteed. Dit kan onder meer facturen, bonnen, betalingsbewijzen en andere financiële documenten omvatten die aantonen dat de subsidie is gebruikt zoals beoogd.
Rapportageverplichtingen: Het kan zijn dat je periodieke rapporten moet indienen waarin je de voortgang van het project beschrijft en aangeeft hoe de subsidie is gebruikt. Deze rapporten kunnen worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de subsidie effectief wordt besteed en om de naleving van de subsidievoorwaarden te controleren.
Terugbetalingsverplichtingen: Als de subsidie niet wordt gebruikt zoals beoogd of als niet aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan, kan het zijn dat je verplicht bent om het subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terug te betalen.
Zijn er meerdere jonge landbouwers in een bedrijf? Dan kun je samen aan deze voorwaarden voldoen. Een bedrijf kan één keer subsidie voor de vestiging van jonge landbouwers ontvangen.
Als beide broers elk 50% van het bedrijf hebben, wordt het subsidiebedrag niet verdubbeld tot € 160.000,-. In plaats daarvan wordt het subsidiebedrag verdeeld tussen de twee broers, omdat de subsidie wordt toegekend aan het bedrijf als geheel en niet aan individuele eigenaren.
Als beide broers gelijke delen van het bedrijf bezitten, is het redelijk om aan te nemen dat ze elk recht zouden hebben op de helft van de subsidie, oftewel € 40.000,- per persoon.
Het bedrag van € 80.000,- is een vast bedrag dat wordt toegekend als subsidie voor de vestiging van een bedrijf door een jonge landbouwer. In Artikel 5.9.3 van de verordening staat dat "de hoogte van de subsidie bedraagt € 80.000." Dit betekent dat, ongeacht de kosten die verband houden met de vestiging van het bedrijf, de subsidie niet hoger zal zijn dan € 80.000,-. Als de kosten lager zijn dan dit bedrag, zal de subsidie overeenkomen met de werkelijke kosten van de vestiging, tot een maximum van € 80.000,-.