De familie Dubbelhuis in het Drentse dorp Aalden is niet bang om de nek uit te steken. Eind jaren 70 was Jans vader, Piet Dubbelhuis, de eerste die een bedrijf opzette voor 1.100 kalveren. “Gigantisch voor die tijd”, blikt Jan terug. “We waren destijds de grootste van Nederland.” Die stal – één groot lang bouwwerk – staat er nog steeds. Inmiddels natuurlijk al lang afgeschreven, maar Jan draait er technisch nog steeds prima in.

Als afgestudeerde Wageninger werkte hij vanaf 2010 voor diverse fabrikanten van diervoederadditieven. In zijn achterhoofd had hij wel altijd het idee om het ouderlijk bedrijf voort te zetten, vertelt hij. “In het bedrijfsleven kon ik ook niet echt mijn draai vinden.” De continue druk om te presteren en het vele reizen vielen hem zwaar, zeker toen er kinderen kwamen. In 2016 besloot hij om samen met zijn ouders in maatschap te gaan. “Anders zou het bedrijf verkocht worden; dat ging me wel aan het hart.” Ondertussen bleef Jan parttime buiten de deur werken.

Andere visie

Sinds 2021 is hij echter fulltime kalverboer, maar wel eentje met een duidelijke andere visie dan de doorsnee kalverhouder. Wat Dubbelhuis betreft, zullen er absoluut zaken moeten veranderen binnen de traditioneel gesloten kalversector wil die toekomstperspectief behouden. “Toen ik in maatschap kwam, liep ik al met het idee rond om de kalveren naar buiten te doen”, vertelt hij.

“Ik denk dat een uitloop een oplossing kan bieden voor veel problemen”, gaat hij verder. “Kijk naar longaandoeningen.” Van al het antibioticagebruik in de kalverhouderij komt het leeuwendeel voor rekening van longproblemen. Jan verwacht dat de longgezondheid een stuk verbetert door een buitenuitloop.  “Ook voor het imago van de sector kan een buitenuitloop veel goed doen.”

Sparren buiten eigen sector helpt

Vanuit zijn werk in de veevoerbranche kwam Jan regelmatig op pluimvee- en varkensbedrijven en zag daar ook verschillende initiatieven in die richting. “Maar als ik het idee van een buitenuitloop liet vallen binnen de kalversector was het antwoord altijd: dat kan écht niet!. De structuur van de kalversector, met enkele grote integraties, helpt ook niet altijd mee om vernieuwende initiatieven van ondernemers van de grond te krijgen”, stelt hij. “In Denkavit hebben we gelukkig wel een partner die hierin meedenkt, daar zijn we erg blij mee.”

“Dan heb je dus ‘koeienmensen’ nodig”, zegt Jan. “Die zeggen: hoezo kan dat niet? Mark de Jong komt uit de melkveehouderij, die zei ook: wat een flauwekul! Natuurlijk kan een kalf naar buiten. In de vrije natuur groeien ze ook buiten op.” Hij spart met enige regelmaat met Mark. “Juist omdat hij niet uit de kalversector komt, is dat extra krachtig. Ik zou het elke kalverhouder aanraden om eens met iemand te sparren van buiten de eigen sector.”

Testen van uitloopbodems

Daarnaast heeft hij Mark als projectleider Bouw bij DLV Advies ook ingeschakeld om de uitloop mede te ontwerpen, offertes aan te vragen en de bouw te begeleiden. Dat resulteerde erin dat vier kalverhokken (met gemiddeld tien kalveren per hok) nu de beschikking hebben over een uitloop. Jan test daarbij twee bodems: eentje met stro op beton en eentje met een gedraineerd zandbed. Zo hebben dus twee kalverhokken een stro-uitloop en twee een zanduitloop. De zanduitloop is deels overdekt om te kijken of het ook mogelijk is zónder overkapping.

Jan is nu met de tweede ronde kalveren bezig. Die zitten er nu vanaf half september in. De eerste kalveren die de uitloop mochten testen, waren al 21 weken oud toen de deuren opengingen. “Die kalveren durfden toen niet allemaal naar buiten. Maar de kalveren die vanaf het begin toegang hadden tot de uitloop hebben er allemaal direct gebruik van gemaakt.”

Jan ziet wel verschil tussen het gebruik van de stro-uitloop en de zandvariant. “In de zomer gingen de oudere kalveren graag in het koele zand liggen, ook ‘s nachts. Nu lopen en spelen ze er wel in, maar als ze willen liggen, gaan ze naar binnen. Zand is in de winter te koud. De kalveren op stro liggen nog wel buiten.” Of de buitenkalveren minder antibiotica nodig hebben, kan Jan nu nog niet zeggen. In de kalverhouderij krijgen de kalveren in de eerste zes weken doorgaans drie koppelkuren en daarop zijn de kalveren met uitloop geen uitzondering.

“Wel hebben we aan de binnenkant van de stal een wand geplaatst tussen de uitloophokken en overige afdelingen, zodat ze echt geïsoleerd zitten van de rest”, schetst hij. “We zien ook dat de kalveren goed gezond zijn en goed groeien. Ze zijn prima bestand tegen de kou. Ook als het vriest, sneeuwt of regent, gaan ze graag naar buiten.”

Financiering

De aanleg van de uitloop voor vier hokken kostte in totaal circa € 115.000. Jan heeft het zonder bank gefinancierd. “Ons spaargeld is nu wel op”, lacht hij. “Maar we hebben ook subsidie gekregen van de provincie Drenthe uit het fonds voor toekomstgerichte landbouw. De provincie heeft 40% van de bouwkosten vergoed.”

In hun hoofd zijn Jan (37) en zijn meewerkende echtgenote Sanne (36) ook al bezig met het vervolgtraject: een volledig nieuwe kalverstal met uitloop. Mark heeft er al tekeningen voor ontworpen, die Jan en Sanne aan bezoekers kunnen laten zien. “Van tevoren is iedereen sceptisch. Maar als ze het eenmaal hebben gezien, draaien ze bij. Dan gaan ze toch in mogelijkheden denken”, zegt Jan enthousiast. Hij hoopt dat zijn initiatief uiteindelijk leidt tot een rendabele en praktisch werkbare wijze van kalveren houden met uitloop. “Dan schuiven we alle ouwe meuk eraf en gaan we nieuw bouwen.”

Meer weten?

Onze projectleiders Bouw staan voor u klaar. Neem gerust contact met ze op.