Subsidie fysieke investeringen en modernisering Utrecht

Publicatiedatum: 18 september 2017

Provincie Utrecht heeft een subsidiemaatregel opengesteld voor “Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering”. Dit doen zij in het kader van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). De regeling is open tot en met 20 oktober 2017.

Deze regeling heeft vooral tot doel de ondernemer uit te dagen om te kiezen voor een investering die het best tot zijn recht komt op zijn bedrijf. De provincie Utrecht stimuleert echter geen projecten die behoren bij een goede bedrijfsvoering landbouw praktijk om aan wettelijke verplichtingen te voldoen, of aan wettelijke verplichting die in voorbereiding zijn.

De fysieke innovatieve investeringen (maximaal 3 per aanvraag) moeten bijdragen aan 1, of in het geval van 2 of 3 investeringen, tot maximaal 3 van de volgende thema’s:

  1. verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaardestrategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen, meerwaardecreatie;
  2. beter beheer van productierisico’s, versterking van de positie van de primaire producent in de handelsketen, verminderen van marktfalen;
  3. maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, luchten grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
  4. klimaatmitigatie (vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door een zuiniger energiegebruik, reductie van het gebruik van fossiele energie door omschakeling op hernieuwbare energie, productie van hernieuwbare energie);
  5. klimaat adaptatie (door het tegen gaan van dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);
  6. verbetering van dierenwelzijn/diergezondheid en verminderd risico voor de volksgezondheid bij de interactie tussen mens en dier;
  7. behoud en versterking van biodiversiteit en omgevingskwaliteit.

Voorwaarden

De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 100.000. Dit kan betekenen dat een aanvraag voor een subsidiebedrag van € 25.000 toch kan worden geweigerd als na de beoordeling een deel van de kosten niet subsidiabel blijken te zijn.

Ook moet de aanvrager rekening houden dat een minimumbedrag aan subsidiabele kosten per investering van € 20.000. Om een minimumsubsidie van € 25.000 te ontvangen moeten de subsidiabele kosten van alle aangevraagde investeringen € 62.500 bedragen aangezien de subsidie wordt berekend op basis van 40% van de subsidiabele kosten.

Subsidiabel zijn:

  1. de kosten van de bouw of verbetering dan wel verwerving of leasing van onroerende zaken;
  2. de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
  3. kosten van adviseurs voor het bedrijfsklaar maken van de investering;
  4. kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;
  5. niet verrekenbare of niet compensabele btw.

Deze kosten hebben betrekking op minimaal 1 en maximaal 3 fysieke investeringen. Elke investering wordt apart beoordeeld ten opzichte van de 7 thema’s van deze regeling. Bij meerdere investeringen (maximaal 3) kan derhalve sprake zijn van meerdere thema’s binnen 1 aanvraag.

Voor het bepalen van de rangorde van projecten zijn vier selectiecriteria benoemd: de mate van de effectiviteit, innovativiteit, kosten effectiviteit en kans op success/haalbaarheid en urgentie. Per criterium worden punten toegekend en aan elk selectiecriterium is een wegingsfactor toegekend. Het project met de meeste punten krijgt de hoogste ranking. Toetsing vindt plaats door een onafhankelijke adviescommissie die Gedeputeerde Staten adviseert.

Meer informatie

Voor inhoudelijke vragen en advies over deze regeling en de mogelijkheden neemt u contact op met:
- Erwin Kenter: voor bouw-gerelateerde zaken.
- Tom Ploeger: voor rundvee- en intensieve veehouderij.

Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig

Op 18 december 2024 j.l. heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan die grote gevolgen heeft voor agrarische bedrijven. Deze uitspraak verandert...

Lees verder

Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen

Op dit moment kunnen provincies budget aanvragen voor de Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging Veehouderijlocaties (MGB). Zodra deze is toegekend,...

Lees verder

Meer nieuws

Onze adviseurs staan
voor u klaar

Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen?


De nieuwsbrief van DLV Advies wordt een keer per maand verstuurd met de meest interessante en actuele ontwikkelingen in de agrarische sector. Incidenteel kunt u nieuws en informatie ontvangen in een extra nieuwsbrief. Uw persoonsgegevens worden conform onze privacyverklaring verwerkt.

* verplichte velden