Edith Finke is adviseur Mest en Mineralen en gespecialiseerd in de biologische melkveehouderij. “Het project Verdienen met duurzame melkveehouderij Utrecht (de opvolger van het project Natuurlijke Veehouderij in Utrecht) is zeker niet alleen gericht op biologische boeren”, benadrukt ze. “We hebben een hele gemengde groep met zowel biologische als gangbare melkveehouders.”
Bedrijfsmatig voordeel halen uit het nieuwe GLB
Veel deelnemers kennen elkaar al uit het vorige project. De boeren trekken dus al een mooi poosje met elkaar op. Nu kijken ze samen hoe ze de diverse ambities uit het GLB kunnen toepassen binnen hun bedrijfsvoering, en wel zó dat het ook bedrijfsmatig voordeel oplevert. Edith: “We gaan in dit project onder meer aan de slag met kruidenrijk grasland, grasklaver, rustgewassen en bufferstroken. Allemaal elementen die binnen het GLB worden beloond; en dan kijken in hoeverre die inpasbaar zijn.”
Zes proeflocaties
De praktijkproeven liggen zoals gezegd op zes locaties verspreid door de hele provincie en daarmee op diverse grondsoorten. Twee loonbedrijven – Van Geresteijn uit Kootwijkerbroek en loonbedrijf Schimmel uit Overberg – en drie melkveehouders faciliteren de proeflocaties.
Op twee proefvelden op kleigrond in Abcoude en Montfoort is vorig jaar de ondiepe Geohobel-frees ingezet voor het volvelds inzaaien van kruidenrijk grasland. “Die percelen zijn vorig jaar in september en oktober ingezaaid; we zijn nu benieuwd hoe die de winter zijn doorgekomen”, zegt Edith. “De proeven in dit project zijn allemaal vorig jaar aangelegd, 2023 wordt dus een cruciaal jaar.”
In Breukelen ligt een proef waarbij bufferstroken zijn ingezaaid met kruidenrijk grasland. “Daar is in september drie meter grond zwart gemaakt met een rotorkopeg en in dezelfde werkgang is het kruidenmengsel ingezaaid.” Ook hier zal de groep in het voorjaar bekijken hoe de bufferstroken zijn aangeslagen.
Persistentie graskruidenmengsel
De persistentie van een graskruidenmengsel wordt gemonitord op het proefveld in Weesp. Op een perceel dat in 2020 met zo’n mengsel is ingezaaid. Na drie jaar staan de kruiden (klavers, chichorei en smalle weegbree) nog steeds in het veld, maar wel minder dan de eerste jaren van inzaai. Op een perceel waar het eerste jaar schapen hebben gelopen, waren de kruiden direct verdwenen. “En bij een bemestingsproef in Renswoude bekijken we in hoeverre compost als meststof uitpakt voor een graskruidenmengsel”, vervolgt Edith. “Daar zijn we in 2022 mee begonnen. We vergelijken de standaardbemesting met drijfmest en kunstmest met een compostgift.” Deze proef ligt op zandgrond.
Invloed van groenbemesters
Op de (schrale) zandgrond bij Van Geresteijn in Kootwijkerbroek ligt een proef met twee groenbemesters die vorig jaar zijn ingezaaid na de maisoogst: Italiaans raaigras en snelle lenterogge. Edith: “We kijken hier hoe die gewassen de winter zijn doorgekomen en wat het effect is van wel of niet onderwerken van die gewassen voor de daaropvolgende maisoogst. Het onderwerken gebeurt komend voorjaar met een biofrees”, vertelt ze. Ook het effect van het onderwerken met zo’n frees op het bodemleven wordt meegenomen in het onderzoek.
Verdienmodel cruciaal
Edith: “De overheid stuurt voor de melkveehouderij aan op een extensievere vorm van landbouw. Dat is mooi, maar er moet wel een verdienmodel overblijven voor de boer. Het project heet ook niet voor niets ‘Verdienen met duurzame melkveehouderij’”, benadrukt ze. Waarschijnlijk zal het verdienmodel voor veel bedrijven uitdraaien op een mix van opbrengsten vanuit de primaire bedrijfsvoering, het GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Ook neventakken komen aan bod. “De eerstvolgende studiegroepbijeenkomst vindt plaats op een bedrijf dat op diverse vlakken actief is met verbreding”, vertelt Edith. “En binnen onze groep zet een aantal deelnemers nu de stap naar biologisch.”
Nieuwsbrief
Wilt u geheel vrijblijvend op de hoogte worden gehouden van het project ‘Verdienen met duurzame melkveehouderij Utrecht’? Wij versturen periodiek een nieuwsbrief met daarin kennis en ervaringen die binnen dit project wordt opgedaan. Middels onderstaand formulier kunt u zich hiervoor aanmelden.
Het project is mede mogelijk door steun van de provincie Utrecht en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.