De onduidelijkheid over de vergoeding voor de investeringen in de eisen per 1 januari 2025 in dit concept en de patstelling die daarmee aan het ontstaan was, gaf aanleiding voor mij om de knuppel maar eens in het varkenshok te werpen
Zelfvoorzienend en exportgericht
De Nederlandse varkenshouderij produceert ongeveer met een zelfvoorzieningsgraad van 300%. Dit betekent dat veel delen van de varkens en restproducten buiten Nederland worden afgezet. Een deel wordt ook afgezet in de Nederlandse retail. Ik verwacht dat dit de komende jaren nog steeds het geval zal zijn, ondanks de lopende opkoopregeling waarbij mogelijk rond de 20% van de productie zal worden opgekocht.
De afhankelijkheid van de export blijft dus zeker groot. Daarnaast wordt het vlees voor de Nederlandse retail vaak geproduceerd volgens specifieke concepten. Voor de Nederlandse standaard zijn deze concepten veelal minimaal BLK, maar er zijn ook meerdere specifieke concepten die hun weg vinden op de Nederlandse markt. De meeste van deze concepten hebben BLK als basis in hun programma.
Financiële impact van het Beter Leven-keurmerk op producenten
Uiteindelijk leidt het BLK-concept tot meerkosten voor het varken. Deze kosten kunnen weliswaar worden terugverdiend op de Nederlandse markt, maar resulteren niet in een meerwaarde in het buitenland. Als gevolg hiervan worden vraag en aanbod meer op elkaar afgestemd, wat leidt tot meer stabiliteit op de markt en het niet zomaar kunnen uitwisselen van productie. Producenten hebben een alternatief: ze kunnen ermee stoppen en hun varkens elders verkopen. Inkopers moeten op zoek naar BLK-varkens of het concept loslaten.
De eisen die vanaf 1 januari 2025 gelden, vereisen aanzienlijke investeringen voor een gemiddeld bedrijf dat het BLK-concept volgt. Ik heb berekend dat voor een bedrijf met 500 zeugen en 5.000 vleesvarkens, gebaseerd op offertes, dit neerkomt op €250.000. Met een terugverdientijd van 5 jaar, rekening houdend met extra arbeid en mogelijke invloeden op technische resultaten, resulteert dit in meerkosten van 6 tot 7 cent per kilo vlees, waarbij meerkosten van ongeveer €1,5 per big wordt meegerekend. Gezegd dient te worden dat dan alleen de berekende kosten zijn vergoed.
Zonder compensatie voor deze extra kosten, is voor het overgrote deel van de deelnemers niet duidelijk waarom zij deze investeringen zouden moeten doen. Gelukkig leidt dit momenteel tot discussie over het vergoeden van de meerkosten en het daarmee herstellen of handhaven van het evenwicht tussen vraag en aanbod.
De gevolgen voor varkenshouders en de Nederlandse markt
Aan de kant van de varkenshouders hoop ik ook dat daaruit een oplossing voortkomt. Ik denk niet dat ze zouden moeten willen dat het BLK voor de Nederlandse markt komt te vervallen. De toegang voor vlees van buiten Nederland wordt dan ook weer groter, wat druk op de markt gaat geven. Ook de uitwisselbaarheid van inkoop op de markt neemt dan weer toe wat leidt tot meer onrust en partijen die omzet gaan kopen, met ook weer druk op de prijzen.
Voordeel voor de producenten is dat er voorlopig schaarste is en er wel vraag bestaat. Dit is vaak een gunstige periode om langdurige afspraken te maken. Juist op dit punt hoor ik echter van ondernemers dat het zo ook prima gaat, maar het kan toch geen kwaad om in hoogtijdagen lange termijnafspraken te maken? Uiteindelijk denk ik dat iedereen daarvan profiteert. Op een prijs van 2 euro valt voor alle partijen nu eenmaal makkelijker 10 cent te verdelen dan op 1 euro.
Bovendien leven we niet in de wereld van de Ziggo's, waar bestaande klanten de volle prijs betalen en nieuwe klanten 6 maanden lang 50% korting krijgen. Tenminste, ik ga ervan uit dat varkenshouders zich niet zomaar laten benadelen.
Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van varkens.nl