Vleeskuikenhouder Thijs van Ass uit het Limburgse Ysselsteyn verwarmt zijn zes stallen, met daarin in totaal 235.000 kuikens, grotendeels met twee houtsnipperkachels. In 2013 ging hij over op een bioverbrandingskachel van 1 megawatt en een andere van 500 kilowatt. Hij gebruikt nog wel 400 kilowatt aan gas. Iedere week worden er bij Van Ass twee vrachtwagens met in totaal 180 kubieke meter houtsnippers geleverd. De snippers slaat hij op in een bunker tussen twee van zijn stallen, waardoor het hout droog blijft.
Financieel aantrekkelijk „We zijn destijds overgestapt, omdat we zagen dat het gas duurder werd", zegt Van Ass. „Ik kan moeilijk een schatting maken hoeveel goedkoper deze nieuwe manier van stoken is, maar het scheelt wel degelijk. Hout is wel redelijk duur, maar we hebben subsidie ontvangen voor de aanschaf, wat het voor ons voordelig heeft gemaakt.”
Toch is de brandstof zelf een stuk goedkoper dan gas, zegt Jan Pijnenburg, adviseur intensief bij DLV Adies. „Het wordt vooral aantrekkelijker naarmate je meer brandstof verbruikt, omdat er nogal wat vaste kosten mee gemoeid zijn.”
Snippers of pellets
Van Ass heeft gekozen voor een houtsnipperkachel, in plaats van een pelletkachel. Het grootste verschil zit in de prijs van het hout. Snippers zijn een stuk goedkoper, maar de aanschaf van een snipperkachel is duurder dan die van een pelletkachel. Daarnaast is het invoeren van snippers, volgens Pijnenburg, een stuk complexer dan het invoeren van korrels.Verder heeft een snipperkachel een hogere capaciteit nodig om hetzelfde vermogen te leveren als een pelletkachel. Van Ass merkt dat de prijs van de houtsnippers de laatste tijd oploopt. „Ikzelf heb niet per se het idee dat het komt door een groeiende vraag, maar meer doordat grote energiemaatschappijen veel opkopen voor de zogenoemde 'groene energie'.”
Volgens Jan Pijnenburg valt het oplopen van de prijs reuze mee. „Het zijn vooral de mensen die niet zijn overgestapt op de houtkachels die dat zeggen.”
Onderhoud
Vaak wordt gezegd dat het onderhoud van een houtsnipperkachel of een houtpelletkachel veel tijd in beslag neemt, maar dat spreekt Van Ass tegen. „Aan het einde van een ronde maken we de kachels schoon. Dat kost een paar uurtjes. Het valt enorm mee.”
Wel is het zo dat het systeem gevoelig is voor storingen. „Als er bijvoorbeeld vuil in de snippers zit, kan een vijzel vast raken. Dan moet je er wel direct iets aan doen. Dat kun je als boer in principe gewoon zelf.”
Als Van Ass terugkijkt op de beslissing om over te stappen op duurzame energie, is hij tevreden. „Ik ben er nog steeds erg blij mee. Het scheelt bij ons gewoon veel op de jaarrekening. Daamaast is het dagelijks gebruik ook prettig. Je moet het als boer niet gebruiken als je nu al te weinig uren in een dag hebt. Maar als je tijd kan maken voor onderhoud en schoonmaak is het zeker voordelig.”
Discussie
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu waarschuwde recent nog: het stoken van hout zou zorgen voor een toename van ļ¬jnstof. „Bij industriële kachels is deze emissie tot een minimum beperkt door volledige verbranding en rookgasreiniging. En in grote kachels is deze techniek al zeer verfijnd", zegt Pijnenburg. Toch verwacht hij dat deze discussie nog een staartje krijg. „Mogelijk komen er nog wel strengere regels voor houtpellet- en houtsnipperkachels. Deze verkrampte reactie zien we bij meer duurzaamheidsinitiatieven. Natuurlijk moeten we kritisch blijven. Maar als de balans positief is, moeten we niet alleen maar focussen op het nadeel.”
Houtkachel wordt populairder
Eén op de tien pluimveehouders kiest bij nieuwbouw of renovatie voor de aanschaf van een houtpellet- of houtsnipperkachel. De laatste tien jaar merkt Jan Pijnenburg, adviseur intensief bij DLV Advies, dat de kachels meer in trek zijn bij boeren. „Je merkt dat boeren meer bezig zijn met duurzaamheid. Dat komt ook doordat er steeds meer over gepubliceerd wordt."
Toch lijkt die tien procent niet veel. „Dat komt doordat er nog veel andere mogelijkheden zijn voor pluimveehouders om duurzame energie te gebruiken. Bijvoorbeeld warmteterugwinning met lucht of een warmtepomp."
Een houtpellet- of houtsnipperkachel is niet voor alle vleeskuikenhouders geschikt, volgens Pijnenburg. „Er geldt wel een aantal voorwaarden. Je moet bijvoorbeeld voldoende brandstof gebruiken, anders haal je geen rendement. Daarnaast moet je genoeg beschikbare arbeidskrachten hebben, want er gaat wat meer tijd in zitten. Ook moet je als pluimveehouder zicht hebben op de toekomst, om de investering er uit te kunnen halen.” Daarnaast is er een vergunning nodig voor het gebruik van een houtkachel.
Het grootste voordeel van stoken met een houtkachel zijn de brandstofkosten. Pelletkorrels kosten ongeveer 150 euro per ton en snippers kosten 40 euro per ton. Daartegenover staat dat je als boer een grote investering moet doen. Een kleine pelletkachel van 50 kilowatt kost ongeveer 30.000 euro, een grote van 500 kilowatt ligt rond de 100.000 euro. In deze prijs zit ook de aansluiting en de aanleg van een voorraadruimte. Houtsnipperkachels zijn duurder in de aanschaf, maar hebben dus lagere brandstofkosten.