Nieuwsarchief
Aandachtspunten deelname saneringsregeling varkenshouderij
Het ministerie heeft de slooptermijn voor deelnemers aan de saneringsregeling varkenshouderijen (Srv) verlengd van 14 tot 24 maanden. Dat is de termijn die geldt vanaf het moment van de beschikking. Varkenshouders moeten wel nog steeds binnen 8 maanden na beschikking de dieren en aanwezige mest afvoeren. Andere aandachtspunten voor deelnemende varkenshouders gaan over afvoer van sloopmateriaal, wanneer men kan starten met slopen, ammoniakruimte en staldering.
Uitzonderingen op de nieuwe regel voor de slooptermijn zijn enkele (zeugen)bedrijven die uitstel hebben gekregen op het nemen van de beslissing om deel te nemen aan de regeling en daardoor de termijn van 8 maanden niet halen. Zij kunnen een verlenging van deze termijn krijgen.
Uitzondering op afvoer sloopmateriaal
Volgens de regeling moet de volledige productiecapaciteit worden afgevoerd. Toch kan het gewenst zijn dat nog te gebruiken delen van de stallen kunnen worden hergebruikt op de locatie. Deze uitzondering op de afvoer van sloopmateriaal is mogelijk. “RVO wil daar aan meewerken, mits de gemeente hieraan wilt meewerken. Een schriftelijke toestemming vanuit de gemeente is hiervoor noodzakelijk. Uiteraard kunnen wij hierin bemiddelen mocht dit gewenst zijn”, benadrukt Erwin van Kessel, specialist varkenshouderij.
Sloop in eigen beheer
Anders dan in de beschikking is opgenomen, mag de sloop van de productiecapaciteit reeds starten zodra een dierenverblijf leeg is. Een voorwaarde is wel dat putten, muren en dak intact blijven. "Een medewerker van de NVWA zal na de melding, waarin staat dat er is voldaan aan de voorwaarden van een onomkeerbare varkenshouderij, hierop controleren. Een losse luchtwasser mag, mits er geen dieren meer op aangesloten zijn, worden gedemonteerd en afgevoerd of verkocht", zegt Erwin.
Ammoniakruimte
Ondanks dat de Srv-regeling oorspronkelijk hier niet voor bedoeld was, wil Schouten de regeling inzetten om de nieuwe regels voor stikstofreductie te behalen. Bij de sanering komt namelijk stikstofruimte vrij. Erwin: "Niet alle ammoniakruimte hoeft te worden ingeleverd. In de beleidsregels staat dat 15% van de ammoniakemissies uit de te slopen stallen gebruikt mag worden voor intern salderen, dus ten behoeve van de bestaande of nieuw te ontwikkelen activiteiten. Ons advies is om deze aanvraag snel in te dienen, omdat de andere verplichtingen met betrekking tot de regeling gewoon doorlopen. Intrekken heeft daarbij gevolgen voor de ammoniak waarmee gerekend wordt als uitgangssituatie, dat is dan een lagere drempelwaarde."
Staldering (Noord-Brabant)
Deelnemers aan de saneringsregeling kunnen in sommige regio’s in Noord-Brabant in aanmerking komen voor staldering. “Dit betekent dat een veehouder die wil uitbreiden daarvoor een bepaald aantal m2 te slopen staloppervlak moet aankopen om dat te mogen. Die ruimte zou deze veehouder kunnen kopen van een stoppende varkenshouder. Dit is onder bepaalde voorwaarden mogelijk”, zegt Daisy Hurkmans, adviseur vastgoed van DLV Advies. “Dit is wel in elke situatie anders en echt maatwerk.” Bekijk ons vraag en aanbod van sloopmeters op deze pagina.
Niet slopen
Soms is het gewenst dat een deel van een dierenverblijf blijft staan, bijvoorbeeld een interne voeropslag of kantine. Ook dit is bespreekbaar met RVO. Mogelijk komt de vergoeding voor dat deel daarmee ook te vervallen. In dit kader schrijft RVO dat ze aan het nagaan zijn hoe ermee om te gaan als bijvoorbeeld een fundering wordt herbestemd of als een muur blijft staan. Hierover zijn nog geen besluiten genomen.
Meer weten?
Komt u in de knel met de aanwezige ammoniakruimte bij sloopplannen? Wilt u een uitzondering aanvragen voor hergebruik van sloopmateriaal? Neem dan contact op met één van onze adviseurs.
Noord-Brabantse varkenshouders met vragen over stalderen kunnen terecht bij Daisy Hurkmans.