Aanpassingen stal monomestvergisting

Publicatiedatum: 16-09-2019

Rundveedrijfmest vergisten op het bedrijf heeft consequenties voor de bedrijfsvoering en vraagt aanpassingen aan de stal.

Rundveedrijfmest is niet aantrekkelijk om centraal te verwerken: de transportkosten zijn te hoog en de kwaliteit van de eindproducten is te laag. Door de mest zelf dagvers te vergisten en eventueel te verwerken, kun je echter een grote verbetering realiseren.

Emissie-arm vloersysteem

Om bij bestaande bedrijven dagverse vergisting mogelijk te maken, zijn wel aanpassingen nodig. Zo verlangt dagverse mest een dichte vloer, met een mestafstort aan het einde van de stal. “Belangrijk is om te kijken welk type vloersysteem het beste past bij het bedrijf. De keuze voor het emissiearme vloersysteem is niet alleen afhankelijk van het type vloer en prijs, maar ook van de indeling en inrichting van de stal”, zegt Eric Pijnappels, projectleider bouw rundvee bij DLV Advies. Daarnaast zijn melkveehouders in Noord- Brabant verplicht om ook bestaande stallen emissiearm in te richten, met een maximale emissie-eis van 7 kg ammoniak per koe. De keuze van de juiste vloer is daarom voor deze melkveehouders extra belangrijk. Feitelijk zijn er op dit moment echter geen dichte vloersystemen die voldoen aan deze Brabantse norm. “En dus zijn maatwerkoplossingen nodig.”
In andere regio’s geldt alleen een maximale emissie-eis bij nieuwbouw, maximaal 8,6 kg ammoniak per koe. Daar is (nog) geen maximale emissie-eis voor het wijzigen van bestaande stallen met roosters naar een dichte vloer. Die regelgeving kan in de toekomst veranderen, dus is het belangrijk om een goede afweging te maken bij de keuze van het vloersysteem.

Van roostervloer naar dichte vloer

“Een bestaande roostervloer kan betrekkelijk eenvoudig veranderen in een dichte vloer met behulp van geprofileerde rubberen loopmatten. Dat kan echter alleen als de roosters nog van voldoende kwaliteit zijn, en goed strak en vlak liggen”, benadrukt Pijnappels. “De roostervloer kan dan met rubberen matten op een hdpe-folie mestdicht gemaakt worden. Dit type vloer is redelijk eenvoudig te implementeren in een bestaande stal. En de rubberen bekleding heeft een positief effect op het koecomfort, voorkomt zoolbeschadiging en is gunstig voor gewrichten en beenwerk.”
Een nadeel van de rubberen vloer is wel dat een goede stalhygiëne meer werk kost. “De mest moet bij een dichte vloer over een grotere afstand getransporteerd worden. Dat lukt vaak niet goed met een mestrobot. Een vaste mestschuif is op deze vloeren een stuk bedrijfszekerder. Aandachtspunt is ook de uitvoering en de hygiëne in de doorgangen, wachtruimtes bij melkrobots en dergelijke. Vaak vraagt dit extra werk.”

Roosters vervangen

“Bij oudere roosters is volledige vervanging van de vloer door een dichte prefab betonvloeren zonder gaten of gleuven noodzakelijk. Nieuwe vloeren kosten zo’n € 65 tot  € 100 per m2 in aanschaf (exclusief het leggen). Maar let op: deze vloeren zijn in Noord-Brabant niet toegestaan”, zegt Pijnappels.
Om de afstand van het transport van dagverse mest naar de vergistingsinstallatie zo klein mogelijk te houden, is een opvangput aan de achterzijde van de stal noodzakelijk, liefst in de nabijheid van de vergister. De precieze locatie is afhankelijk van de erfindeling. De opvangput kan, afhankelijk van de beschikbare ruimte voor de pompinstallatie, zowel onder als naast de stal worden gerealiseerd. In de opvangput is een buffercapaciteit voor ongeveer twee dagen voldoende. Vanuit deze put wordt de mest in meerdere kleine batches per dag overgepompt naar de vergister.

Alleen schone en zuivere mest mag de vergister in. Dat betekent dat er geen reinigingsmiddelen uit de melkstal aanwezig mogen zijn, of ontstemmingsmiddelen uit het voetenbad. Een goede scheiding van dit spoelwater is dus nodig. Eventuele ‘vervuilde’ mest kun je beter in een apart keldercompartiment opslaan, zodat die niet in de opvangput terechtkomt die is aangesloten op de pompinstallatie voor de vergister.

Verklein risico op navergisting

Volgens de NTA (Nederlandse Technische Afspraken) moet het digestaat na de vergisting minimaal 28 dagen in een gasdichte na-opslag, een mestzak of silo, worden opgeslagen. Dit is een belangrijke veiligheidsmaatregel om het risico op navergisting te beperken. Na die 28 dagen kan het digestaat, onder voorwaarden en indien gewenst, weer terug de kelders in. Belangrijk daarbij is dat het digestaat niet in contact komt met verse mest.  Op die manier wordt het risico op verdere navergisting voorkomen. “Soms vergt dit wel wat slimme aanpassingen, in vloeren of kelder. Ook om rekening te houden met de vloeren rondom de melkrobot en eventuele doorgangen die vrij moeten blijven. Samen met de ondernemer proberen we de juiste oplossing te creëren”, aldus adviseur Pijnappels.

Vloeren koelen

Starten met vergisting vereist soms meer verandering in de bedrijfsvoering. Alleen de vloer aanpassen is dan niet voldoende. Bij de keuze voor een nieuwe stal met dichte vloer zonder kelder, is een proefproject met het koelen van de loopvloer en/of een systeem met versnelde mestafvoer een mogelijkheid.
DLV Advies werkt aan deze nieuwe ontwikkelingen, in samenwerking met verschillende bedrijven. DLV Advies was onder meer betrokken bij een pilot in een stal voor honderd melkkoeien in België. “Daar werd in onder andere de loopvloer een koelsysteem ingebouwd en getest. In de proef werd grondwater door het systeem gepompt waarmee de vloer constant op 12 ºC werd gehouden. Bij actief koelen, met hulp van een warmtepomp, kunnen we de temperatuur verder verlagen naar ongeveer 8 ºC, de ammoniakemissie daalt dan met 50 %”, aldus Pijnappels. Het grote voordeel van dit systeem is dat je je de warmte uit de warmtepomp kunt benutten voor de mestverwerking of -vergisting. Door de vrijkomende warmte zo te gelde te maken wordt het geheel rendabeler.

Dit artikel is verschenen in vakblad Veehouderij Techniek.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie