Bemesten bij extreme neerslag

Publicatiedatum: 30-06-2016

De laatste weken is het lokaal zeer nat geweest. Deze neerslag heeft invloed op de bemesting. Wat betekent het voor de bemesting en welke acties moet je uitvoeren? De Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen heeft hiervoor geen standaard adviezen, maar de leden kunnen op basis van hun expertise een aantal tips geven.

Albert-Jan Bos, adviseur Rundvee bij DLV Advies én lid van Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen: “De gebruiksnormen zijn beperkt en het weer lijkt extremer te worden, het wordt belangrijker om af te wegen of je een perceel gelijk bemest als het gemaaid is of dat je een aantal dagen wacht omdat er veel regen wordt voorspelt.”
 

Tot 10 dagen na de snede strooien

In de praktijk en ook in bemestingsproeven wordt vaak direct gestrooid nadat het gemaaide gras is afgevoerd of nadat de koeien naar een ander perceel zijn gegaan. Er is speelruimte voor het strooien na het oogsten van een snede. Onderzoek heeft uitgewezen dat binnen 10 dagen na het maaien van een snede gestrooid moet zijn om geen opbrengst te verliezen. Op basis van de vele uitgevoerde bemestingsproeven blijkt dat vooral de hoeveelheid neerslag die valt 7 tot 14 dagen na het oogsten van een snede van grote invloed is op de stikstofbenutting. Bij veel neerslag kan de stikstofbenutting dalen tot soms de helft van die onder normale omstandigheden.

Als u gras heeft geoogst en nog moet gaan strooien is het advies:
•    Wacht met strooien indien er binnen 1 a 2 dagen 25 mm of meer neerslag wordt verwacht.
•    Wacht met strooien indien de 10 daagse neerslagverwachting > 50 mm afgeeft.

Als u al bemest heeft en er komt neerslag aan, kunt u overwegen:
•    Als er in de week na strooien meer dan 50 mm neerslag valt: de halve gift bij te strooien zodra de weersomstandigheden het toelaten.
•    Als er in de week na strooien 25-50 mm neerslag valt: een derde van de gift bij te strooien zodra de weersomstandigheden het toelaten.
Of u bij gaat strooien wordt natuurlijk ook bepaald door de hoeveelheid stikstof die u nog beschikbaar heeft voor de rest van het seizoen.

Geen kali bijstrooien bij veel neerslag

Kali bijstrooien vanwege veel neerslag raadt de Commissie niet aan. Zelfs bij een lage K-toestand is de opbrengst toename beperkt. Wel is het advies om voor de navolgende sneden het kaliadvies op te volgen zoals dat in de Adviesbasis van de CBGV tabel 2.15. Dat voorkomt dat de opbrengst in de tweede helft van het seizoen op percelen met een lage kalitoestand suboptimaal wordt. Extra kali geven om zo te compenseren voor de uitspoeling is ongewenst en brengt het risico van te hoge K-gehalten in gras met zich mee. De basis voor de kalivoorziening is de dierlijke mest. Heeft u geen mest meer beschikbaar, dan zijn er diverse kalimeststoffen beschikbaar via uw meststoffenleverancier.

Albert-Jan Bos vult aan: “Vanuit de Commissie gaven we aan om tot 1 juli extra zwavel te strooien. Dit is maar zinvol tot 1 juli,  in het tweede gedeelte van het seizoen levert de bodem zelf voldoende zwavel.” 

Het overzicht van de adviezen vanuit de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen is na te lezen op de website van Verantwoorde Veehouderij.

Op zoek naar bemestingsadvies op maat? Neem contact op met Albert-Jan Bos, tel. 06 22 99 32 50 / a.bos@dlvadvies.nl of met één van de collega's.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie