De proeven worden in dit project uitgevoerd op percelen van het GIJS-proefbedrijf Klaver 4, vertelt Tom Ploeger, projectaccountmanager bij DLV Advies. Teeltspecialist Kees de Groot van GIJS coördineert die proeven. De onderzoeken naar druppelirrigatie (alleen water) en fertigatie (water met voedingsstoffen) in snijmaïs en gras zijn al van start gegaan in de zomer van 2021, tegelijk met de oprichting van het MIC, vertelt De Groot.

Betere verteerbaarheid

De afgelopen 3 jaar is er best veel ervaring opgedaan. Een van de opvallendste bevindingen is het verschil in de betere verteerbaarheid van de houtige delen (NDF-fractie) en daardoor hogere voederwaarde van maïs waarbij druppelirrigatie of fertigatie is toegepast. “Bij irrigatie en fertigatie lijkt de plantmassa minder verhard en daardoor beter verteerbaar”, zegt De Groot. Daardoor is het VEM-gehalte per kilogram drogestof hoger, ook al is het zetmeelgehalte niet het hoogste.

€ 1.000 meeropbrengst per hectare

“In maïs hebben we vorig jaar circa € 1.000 meeropbrengst gerealiseerd per hectare. We hebben 3 hectare voorzien van druppelslangen. Omdat er 20% verschil zat in opbrengst kun je dan in principe met minder land toe. In droge jaren betaalt het zich terug in hogere opbrengst en voederwaarde. In een gemiddelde zomer heb je een kleine meeropbrengst en de betere voederwaarde”, zegt De Groot. Hij verwacht dat er met het finetunen van het irrigatie- en fertigatiemoment nog meer rendement te behalen is in de maïsteelt.

Kosten vergelijkbaar

De kosten van het leggen van de druppelslangen zijn vergelijkbaar met die van een traditionele regenhaspel, meent De Groot. “Exclusief de pomp zitten we met de slangen, inclusief arbeid, op circa € 1.000 per hectare per jaar. Als je een nieuwe haspel koopt, schrijf je die in 10 jaar af. Dan zit je ongeveer op dezelfde jaarkosten per hectare.” Daarbovenop kost een haspel per beregeningsbeurt ook ergens tussen de € 250 en € 400 per hectare aan diesel en loonwerkkosten.

Huiskavel groen houden

Over de effecten op de voederwaarde en opbrengst van gras zijn minder eenduidige conclusies te trekken, omdat er voor het nieuw ingezaaide gras verschillende voorvruchten hebben gestaan. Dat beïnvloedt de resultaten ook. “Gras zit nu nog te veel in de experimenteerfase”, volgens de teeltspecialist. Wel denkt hij dat de meerjarige, ondergrondse druppelslangen vooral op hoge, droge zandgronden in het oosten en zuiden van het land een uitkomst kunnen zijn. “Op die droge gronden kom je in hete zomers altijd in de knel met je beweiding en bemesting. Mét druppelirrigatie houd je je huiskavel groen.” Bovendien heb je met een druppelirrigatiesysteem geen last van een eventueel beregeningsverbod. De Groot: “De afgelopen jaren zijn er best vaak beregeningsverboden ingesteld. Dan kun je met een haspel niet uit de voeten, maar wel met druppelslangen – mits er geen sprake is van een onttrekkingsverbod.”

Meer weten?

Voor meer informatie over dit project of de onderwerpen in dit artikel kan contact opgenomen worden met Tom Ploeger van DLV Advies. Hij helpt graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen. 

Het project is mede mogelijk door steun van de Provincie Gelderland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.