Nieuwsarchief
Betere bodemvruchtbaarheid via koolstofbeheer werkt
Edith Finke, adviseur Mest & Mineralen, verdiepte zich samen met Utrechtse melkveehouders in de koolstofkringloop op hun bedrijf. Hun doel was om met praktisch toepasbare maatregelen de bodemvruchtbaarheid te verhogen via koolstofbeheer. Dat lukte! Na afloop van het project wilde de provincie Utrecht aanvullende informatie, gebaseerd op de uitgevoerde maatregelen, over mogelijke effecten van koolstofbeheer op emissies van nutriënten en broeikasgassen.
Met een betere koolstofkringloop verbetert ook de bodemvruchtbaarheid. Binnen het project Koolstofkringloop Utrecht (2017-2019) deelden veehouders praktische kennis en concrete ervaringen over maatregelen om de koolstof te verhogen. De bedrijfsvoering van de deelnemers was zowel gangbaar als biologisch, intensief en extensief en op verschillende grondtypen. Het project wijst uit dat de ingezette maatregelen, rekening houdend met de specifieke aandachtspunten, praktisch toepasbaar zijn.
Ingezette maatregelen
De maatregelen die voor dit project zijn ingezet, zijn onder te verdelen in; veestapel, huisvesting, mest, ruwvoer en bodem. Zie deze animatie. Tot de genomen maatregelen horen onder andere zelf krachtvoer verbouwen, mengteelten, verbeteren van weidetechnieken, verbeteren drijfmestkwaliteit, bouwen van stal met vaste mest voor de bodem, mest waterverdund uitrijden, gebruiken van compost, zaaien van gras-kruidenmengsels, maisteelt in vruchtwisseling en inzetten van niet-kerende grondbewerking bij maisteelt.
Effect meten met C-monitor
DLV Advies merkte dat er in de praktijk veel wordt gestuurd op stikstof en fosfaat. Echter zijn deze twee mineralen geen indicatoren voor de bodemkwaliteit. Daarom ontwikkelden we een rekenmodel waarin koolstof centraal staat, de C-monitor. Hiermee is de kennis uit het project naar herkenbare en inzichtelijke kengetallen voor de veehouder omgezet. De effecten van onder meer langer beweiden, het gebruik van compost, niet kerende grondbewerking, blijvend grasland en een groenbemester op koolstof en organische stof zijn doorgerekend. N.B. 1 kilo organische stof bestaat voor de helft uit effectieve organische stof en deze bestaat weer voor de helft uit koolstof.
Effect op nutriëntenemissie
De genomen maatregelen ter verbetering van de koolstofkringloop, verminderen de nutriëntenemissie. 1 kg organische stof kan 6 kg water vasthouden. Bij een betere koolstofkringloop betekent dat minder uitspoeling, minder last van droogte, meer groeidagen en daarmee hogere opbrengsten. Ook leidt een betere koolstofkringloop tot minder stress voor de plant doordat er minder gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn.
Effect op broeigasemissie
De genomen maatregelen hebben zowel een positief als een negatief effect op de broeigasemissie. De positieve effecten zien we terug in een lager CO2 en N2O door vermindering van de grondbewerking. Er blijft meer C in de bodem waardoor er inherent minder C in de atmosfeer terechtkomt. De gewasopbrengsten zijn hoger zodat de voeraankoop lager wordt. Een negatieve uitwerking op de genomen maatregel is terug te zien aan een hogere methaanuitstoot door pensfermentatie als gevolg van het geven van meer ruwvoer. Ook gaat bij de omzetting van organische stof naar effectieve organische stof CO2 verloren. Bovendien kan meer dierlijke mest leiden tot meer ammoniakemissie.
Meer informatie
Inmiddels is het project Koolstofkringloop Utrecht succesvol afgerond. De deelnemers aan het project waren zo enthousiast, dat de meesten van hen zich hebben aangemeld voor het project ‘Natuurlijke veehouderij Utrecht’. Hierin zijn onder meer demovelden met kruidenrijk grasland aangelegd en zijn er experimenten met het verminderen van de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel.
Wilt u laten berekenen wat koolstofbeheer voor uw bedrijf kan betekenen? Neem dan contact op met Edith Finke of Paul Blokker.
De provincie Utrecht en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland ondersteunen beide projecten.