Ook het wekelijks aanvoeren van biggen en afvoeren van vleesvarkens levert teveel risico's op. Bens maant varkenshouders goed na te denken of ze dit systeem kunnen volhouden op hun bedrijf. Hij is van oordeel dat de genetica en basisgezondheid nu niet goed worden benut en mesters gemiddeld geld achter hun vleesvarkens aanschuiven.

Groei te laag

Een lagere hokbezetting, een iets langere leegstand en werken met all-in, all-out kan daarin verandering brengen. Bens: “Het gemiddelde van 800 gram groei per dag is veel te laag. Stijgt de groei met 10 procent dan komt de voerwinst ruim boven de kritieke grens uit.” Of anders gezegd: ziet een ondernemer kans om een 75 gram betere  groei te realiseren, dan levert dat 7 euro per big extra op. “De bezettingsgraad zou dan zelfs 10 procent mogen dalen.”

All- in, all-out

“Iedere week biggen aanvoeren en vleesvarkens afvoeren, levert te veel risico's op. Het mooiste is dat je naar 'all-in-all-out' per bedrijf of stal gaat." Varkenshouders moeten volgens hem goed nadenken of het systeem van iedere week aan- en afvoer en vol te houden is op hun bedrijf. Omdat er dan geen continue aanvoer is van dieren met een  verschillende gezondheidsstatus halen deze bedrijven een rendement dat gemiddeld 4 tot 5 procent hoger ligt. In landen als Spanje, de Verenigde Staten en Rusland wordt er veel meer met all-in, all-out gewerkt. Deze werkwijze is ook in Nederland, waar antibioticagebruik en dierenwelzijn onder een vergrootglas liggen, toepasbaar.