Bewaren anno 2021

Publicatiedatum: 11-02-2021

De eigenschappen van nieuwe kiemremmingsmiddelen vragen om een andere inrichting van de aardappelbewaarplaats. Vooral bij bewaring van verschillende producten onder hetzelfde dak zijn aanpassingen noodzakelijk.

Bij de kiemremmer Chloor IPC wist je als teler wat je wel en niet kon doen in de bewaring. Maar hoe zit dat bij het gebruik van nieuwe kiemremmers? Op welke zaken moet je letten en wat zijn de gevolgen bij de bouw van een nieuwe bewaring of bij een verbouwing?

Opslaan in verschillende ruimtes

Vaststaat dat telers bij het gebruik van nieuwe kiemremmingsmiddelen verschillende akkerbouwproducten beter niet meer in dezelfde ruimte kunnen opslaan. Bij het gassen van de aardappelen (de nieuwe kiemremmers kun je niet vloeibaar of in poedervorm toedienen) komt de partij die ernaast ligt ook in aanraking met het middel en residu kan bij sommige middelen leiden tot geurafwijkingen. Andere middelen hebben een negatief effect op de kwaliteit van het product dat ernaast ligt.

Eigen afgesloten ruimte

Ook vanuit de bewaarkwaliteit is opslag van twee gewassen in één ruimte niet optimaal. Fritesaardappelen hebben bijvoorbeeld een optimale bewaartemperatuur nodig van 6 tot 8 °C en een hoge luchtvochtigheid, terwijl uien bij voorkeur veel droger en kouder worden bewaard. Ook voor tafelaardappelen is een hoge luchtvochtigheid niet ideaal, omdat hierdoor het risico op zilverschurft toeneemt. DLV Advies adviseert om die reden om producten op te slaan in een eigen (afgesloten) ruimte. Dan kan de teler de luchtcondities optimaal sturen en wordt bij het gassen van aardappelen de kwaliteit van andere producten niet nadelig beïnvloed.

Zwakste schakel

Als het onmogelijk is om de producten elk onder een eigen dak op te slaan, dan kun je met extra wanden een scheiding maken van 80 tot 120 mm dikke sandwichpanelen. Naden moeten blind gekit worden om de compartimenten zo goed mogelijk luchtdicht af te sluiten. Hetzelfde geldt voor de onder- en bovenaansluiting van de panelen. Hiervoor is niet alleen pur maar ook kit én passend zetwerk nodig. Let daarbij op dat deuren in zo'n wand de zwakste schakel zijn. Deze scheiding kan bij nieuwbouw ook dienen als drukvaste wand. De wand kan dan het spant boven deze scheiding opvangen, zodat de staalconstructie niet duurder wordt. In een bestaande bewaring kan deze scheiding niet tegen een keerwand van planken. Die buigt te ver door, waardoor de naden na verloop van tijd open gaan staan. De plankenwand moet dus vervangen worden door een drukvaste wand van balken en plaatmateriaal.

Kiemremmer 1,4Sight

Bij gebruik van de kiemremmer 1,4Sight is het belangrijk dat de ruimte waarin het product ligt zo klein mogelijk is. Hiervoor is het bijna een must dat de bewaarcel 'vierkant' vol ligt met aardappelen. Immers, als je een vierkante volle cel hebt met 2 meter lucht erboven, dan zit je al op een vulling van 4/6 = 66%. En dan rekenen we de ventilatiekelder en de drukkamer niet eens mee.

Ruimte verkleinen

De gemakkelijkste manier om een ruimte te verkleinen, is om strak voor het product een wand te hebben. Die kan bestaan uit een schuifdeur of -deuren. Vooral als je vaak in en uit de cel moet, is dat handig. Een goedkoper alternatief is een wand van losse isolatiepanelen waarmee je handmatig de bewaarcel dichtmaakt. Bedenk wel dat deze methode meer werk vraagt en dus tijd kost en sneller slijt. Uiteraard is een plastic zeil of noppenfolie ook een mogelijkheid. In theorie kun je die elk jaar op een andere plek hangen. Maar let op: dit isoleert niet. Temperatuurverschillen aan beide kanten van de folie zullen leiden tot condensatie. Gebruik dit daarom alleen als tijdelijke oplossing.

Minder ventileren bij gebruik van 1,4Sight en Restrain

Bij 1,4Sight en bij Restrain is het verder belangrijk om het middel lang genoeg bij de aardappel te houden. Door tocht en (overmatige) ventilatie verdwijnt het anders al te snel uit de bewaring. Bij middelen als Biox M en Argos is het belangrijk om condensdruppels te voorkomen, deze kunnen namelijk tot irritaties/schade van de aardappelen leiden. Van belang is dus dat de bewaring goed tochtdicht is. Een bestaande bewaring is prima te controleren door tijdens een ventilatieactie de bewaring vol rook te zetten. Als de binnentemperatuur minimaal 10 graden verschilt met de buitentemperatuur, geeft een warmtemeter een goed beeld van warmtelekkage - vaak is warmtelekkage ook een luchtlek. Kijk kritisch naar de deuren. Borstels van schuifdeuren zijn niet luchtdicht. Beter is het om te kiezen voor deuren met rubbers. Maar ook die zijn aan slijtage onderhevig.

Twee vormen van condensatie

Minder ventileren en minder lekkage betekent meer vocht in de bewaring, waardoor condensatie kan ontstaan. Vooral op een sandwichpaneel koelt lucht makkelijk af, waardoor het condenseert. DLV Advies constateert in de praktijk twee 'vormen' van condensatie: pleksgewijze condensatie en condensatie van het hele dakvlak. De eerste vorm doet zich voor bij de aansluiting van het dak en de wand, bij luiken of onderaan in de bewaring. Deze condensatie wordt veroorzaakt door tocht of koudebruggen. Door een juiste detaillering in combinatie met goed afpurren is dit bij nieuwbouw te voorkomen. In een bestaande bewaring is maatwerk de oplossing. Als de isolatie goed is en er is geen tocht dan kan een anticondensventilator de condens prima beperken. Met twee ventilatoren kruislings boven de partij ontstaat luchtcirculatie waardoor niet-verzadigde en verzadigde lucht met elkaar vermengen. Dat voorkomt dat de lucht op zijn condensatiepunt komt. Een warmtespiraal op één van de twee anti-condensventilatoren vergroot dit effect. Er past dan nog meer vocht in de lucht.

Actief en snel afvoeren

Condensatie van het hele dakvlak kwam vorig najaar regelmatig voor. De vochtdruk was zo hoog, dat het vocht nergens meer heen kon. In dat geval helpt circuleren niet meer. Alle lucht is verzadigd en het vocht moet worden afgevoerd. In het verleden werd dit gedaan door de luiken tegenover elkaar open te zetten. Met de huidige kiemremmingsmiddelen kan dat niet meer. Actief en snel afvoeren is het advies. Dat kan het beste door met buitenlucht te ventileren.

Dit artikel is overgenomen uit LandbouwMechanisatie 
 



 



 

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu