Blog: “Kracht benutten van ondernemerschap”

Publicatiedatum: 07-10-2020

De minister schetste in een Kamerbrief de contouren van het toekomstige mestbeleid. LNV heeft vooraf het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd om verschillende denkrichtingen te onderzoeken op basis van de volgende ‘wensen’: het moet bijdragen aan de realisatie van kringlooplandbouw, een verbetering van de waterkwaliteit, een lagere fraudegevoeligheid, een lagere regeldruk en de handhaafbaarheid moet versterkt worden. Dat alles moet passen binnen het EU-beleid.

Het resultaat komt er, kort door de bocht, op neer dat de rundveehouderij grondgebonden moet gaan worden, met een balans tussen voer en mest, en dat alle mest uit de intensieve veehouderij de verwerking in moet om zo een grondstof te verkrijgen voor een hoogwaardige meststof. Die meststof mag vervolgens weer in de kunstmestruimte aangewend worden en kan dus de huidige kunstmest gaan vervangen. Voor een aantal bedrijven zal dit vast prima werken, voor een groter aantal zeker niet. Geen enkel bedrijf is hetzelfde. Daarom is segmenteren naar intensiviteit en dat koppelen aan ‘veel’ of ‘weinig’ milieudruk, onwenselijk.

Extensiveren lastige opgave

De Nederlandse veehouderij en akkerbouw behoren nog steeds tot de top van de wereld. Het intensieve karakter van de landbouw heeft voor ontwikkeling gezorgd, met voldoende mest en kunst- mest konden we het potentieel van de grond pas echt gebruiken. Dat de beleidsdoelen voor natuur, asfalt en woningbouw er juist op gericht zijn om die landbouwgrond op te halen, maakt de opgave om te extensiveren er niet gemakkelijker op. En als je het zuiver bekijkt, is, met het niet hebben van een eigen milieuruimte voor de landbouwsector, de deur open gezet om bijvoorbeeld nu stikstof op te halen en te gebruiken voor de uitvoering van alle andere beleidsdoelen, zonder eind in zicht. Voor een individuele boer is dat misschien prima, maar voor de sector is het een erg lastige opgave.

Innovatie versnellen met ondernemerschap

Extensiveren richting grondgebondenheid wordt door het PBL aangegeven als een erg dure denkrichtlijn. Dat snappen we. Dus waarom zo gemakkelijk afstappen van intensieve landbouw? Waarom niet de kracht gebruiken van het aanwezige ondernemerschap en bedrijfsspecifieke systemen om innovatie te versnellen? In de regio’s wordt al veel gedaan aan samenwerkingen. Een akkerbouwer heeft graag goede mest op zijn grond. De buurman die mais teelt, is te porren voor een meerjarige afspraak waarin mais voor mest het uitgangspunt is. De kracht van specialisten, als akkerbouwer, als varkenshouder of als melkveehouder, kan nog steeds beter benut worden.
Dat doen waar je goed in bent is een randvoorwaarde voor succes. Dat betekent ook dat samenwerken met andere specialisten een ‘plus’ brengt. Iedere stap voorwaarts is ook een stap richting milieudruk verminderen. Grondgebondenheid is geen randvoorwaarde om te komen tot een lagere milieudruk per kilogram geproduceerd product. Ondernemerschap is dat wel.   

Deze blog van Herrold Lammertink verscheen op 6 oktober 2020 in Boerderij Rundvee.

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie