Bodemkwaliteit verhogen met groenbemester

Publicatiedatum: 30-09-2019

Bart en Jan Bastiaanssen, van biologisch bedrijf Maatschap Jan Bastiaanssen in Espel, hebben ruime ervaring met het verhogen van het organisch stofgehalte in de bodem door groenbemesters. Hun grond is geschikt voor teelt vroeg en laat in het seizoen, tussentijds creëren ze rust met groenbemesters. “Je voedt de bodem en de bodem voedt de plant”.

Bastiaanssen: “We bezitten 70 hectare landbouwgrond met intensieve gewassen die we biologisch telen. Toen we gangbaar teelden hadden we vaak last van gevoeligheid voor vrijlevende aaltjes. Sinds we biologisch werken niet meer. Het grootste verschil is dat we meer met natuur- of groencompost, groenbemesters en gewasresten werken. Of de afname van de gevoeligheid is bereikt door een hoger organische stofgehalte, of door verbetering van natuurlijke vijanden van vrijlevende aaltjes, durf ik niet te zeggen, maar er is een positief effect”. 

In het project Bodemkwaliteit met de Koolstofkringloop komen mogelijkheden en praktijkvoorbeelden voor het verbeteren van de bodemkwaliteit aan bod. Mulchen of ploegen van een groenbemester draagt op meerdere manieren bij aan de bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld door verhoging van het organische stof- en stikstofgehalte in de bodem, opvang van meststoffen en verbetering van de bodemstructuur.

Trend in groenbemester

Christoffel den Herder van Delphy: “In de akkerbouw is het een trend om mengsels te zaaien. Een goede mix is mijn inziens één die diep wortelt, één met een horizontaal blad dat de bovengrond afdekt en één die stikstof kan vasthouden en leveren. Het optimaal telen van groenbemesters vraagt een bouwplan op zich. Hoe diverser het groenbemesterbouwplan, hoe beter voor de bodemvruchtbaarheid.” 

Wanneer is een groenbemester geslaagd? “Je kunt verschillende doelen stellen en keuzes maken. De bodem in de winterperiode beschermen kan al voldoende zijn, maar je kunt bijvoorbeeld ook gaan voor verhogen van het organische stofgehalte, bevorderen van het bodemleven of verbeteren van de koolstof-stikstof-verhouding. De wijze van grondbewerking en zaaien, spelen een belangrijke rol bij het bereiken van je doel. Of je dik of dun zaait, kan een compleet ander plantbestand opleveren.”

De groenbemesters bij Bastiaanssen

Vlakbij het erf ligt een biologische groenbemester demonstratie die samen met Profytodsd is aangelegd. Op het perceel staat suikermais met Alexandrijnse klaver en liggen vier velden met verschillende groenbemestermengsels. Een Poldermix en drie varianten Terralife, mengsels van 4 tot 12 planten. Bastiaansen: “De effecten van je handelingen in het bouwplan zijn door te rekenen, zowel voor organische stof als opbrengst en saldo. Met het huidige bouwplan stijgt binnen 10 jaar de organische stof op het bedrijf met 1% is de verwachting bij het gebruik van een ecoploeg.”

Den Herder heeft de spade meegenomen om de gewassen bij Bastiaansen zowel boven als ondergronds te kunnen bekijken. “Deze suikermais valt van nature wat meer open waardoor relatief veel zonlicht op de grond kan vallen. We zien onder de mais al flink wat klaver staan, zowel boven als onder de grond. Het gaat al richting de 30 cm diep. Ook zien we dat de wortels de wormgangen benutten. De mais moet er nog af; het is interessant om te zien wat het verschil over twee maanden is.” 

Bastiaanssen: “Het eerste veld met alleen groenbemesters laat een mooi mengsel zien. Het is een bewuste keuze van diepwortelende en breedbladerige bemesters. Op de kopakker is wat dichter gezaaid dan op de rest van het veld zodat je verschil in verdichting en ontwikkelruimte van de planten en de ontwikkeling van kruiskruid ziet.”

“Het gemak van breken en de winterhardheid betekenen iets voor het onderwerken van de groenbemester. Het blad van Facelia breekt met een kleine handomdraai, haver gaat al stroever. Facelia ontwikkelt zich mooi vanaf eind zomer en in het najaar, maar is in de winter snel doodgevroren.”

“Het mooie van verschillende velden naast elkaar is dat je gaat zien wat werkt. Je blijft niet hangen op dat ene mengsel waar je direct al tevreden over bent. Onze mengsels verschillen van 4 tot 12 soorten per mengsel en de tijd zal laten zien wat mooi werkt. Over een maand kan het er al anders uit zien dan nu omdat bepaalde soorten wel of niet zijn opgekomen.”

Meten van de opbrengsten

De effecten van handelingen in het bouwplan op de bodem, zijn net als opbrengst en saldo, te berekenen. Koolstof die je in de bodem brengt via een groenbemester, heeft een positieve invloed op de bodemkwaliteit. Door bouwplan, bemestingsplan en de KringloopWijzer in te voeren in de KoolstofkringloopWijzer van DLV Advies die binnen het project gebruikt wordt, kun je een bedrijfsbalans in kilogram koolstof per hectare berekenen. Een positief getal betekent opbouw van koolstof op bedrijfsniveau. Een negatief getal betekent meer emissie/afbraak dan wordt opgebouwd op bedrijfsniveau. 

Meer informatie over de Koolstofkringloop en de Koolstofkringloopmodule

 

Zelf mest exporteren kan, maar is nu nog (te) duur
ISDE 2025: subsidie windmolens meer dan verdubbeld
Intrekking ongebruikte stikstofruimte: een paniekmaatregel zonder duurzame impact
Grip op marktschommelingen door voerwinstprognoses melkveehouderij
Energiebesparingsplicht: wees voorbereid op controles omgevingsdienst
Deadline definitieve aanvraag GLB 2 december
Veranderingen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor dieselolietanks
Subsidie Productieve investeringen voor bedrijfsmodernisering in Flevoland, Overijssel en Zeeland opent per 6 november 2024
Onafhankelijke begeleiding onmisbaar bij aanschaf accu