Nieuwsarchief
Bokashi maak je niet zomaar even
Bokashi is een prima bodemverbeteraar, maar een goede bokashi-hoop maak je niet zomaar even. Er komt best wat bij kijken en er hangt een prijskaartje aan. "Het is een meerjarige investering in de bodem. Neem een onafhankelijk adviseur in de arm en maak een goed plan als je hiermee aan de slag wilt", raadt Sytze Waltje, adviseur bij DLV Advies, veehouders aan.
Bokashi, een bodemverbeteraar van gefermenteerd organisch materiaal, is in opkomst. Gemeenten, terreinbeherende organisaties en waterschappen grijpen steeds vaker de mogelijkheid aan om hun organisch afval niet te laten composteren, maar te (laten) fermenteren. Denk aan slootmaaisel, bermmaaisel, natuurgras en bladafval. Als ze dat naar een composteringsbedrijf brengen, zijn ze enkele tientjes tot soms wel 50 euro per ton kwijt. Als ze het fermenteren, mag het binnen de kleine kringloopregeling in de landbouw worden afgezet binnen een straal van 5 kilometer. De bokashi-hoop kan dan worden aangelegd bij de boer op het land.
Bokashi voor diepte-investering in de bodem
Net als compost heeft ook bokashi de functie van bodemverbeteraar, bedoeld om het gehalte organische stof in het (bouw)land te verhogen. Maar bokashi biedt voordelen ten opzichte van compost, volgens adviseur Sytze Waltje van DLV Advies, gespecialiseerd in meststoffen. "Bij compost kan een groot deel van de snel afbreekbare organische stof verloren gaan in het composteringsproces. Bij fermentatie blijven alle voedingsstoffen voor de bodem behouden. Je hebt dan goed voorverteerde organische stof direct beschikbaar voor het bodemleven. Met compost de bodem voeden, valt niet mee."
Niet voor mestboekhouding
Qua tonnage blijft er van bokashi verhoudingsgewijs veel meer over dan van compost. Bovendien wordt veel koolstof verbruikt bij compostering, wat dus direct ten koste gaat van voeding voor het bodemleven. Ook worden onkruidzaden en sporen van schimmels bij compostering niet altijd even effectief vernietigd. En is er volgens Waltje kans dat het composteringsproces in de bodem verder gaat, als de compost te vroeg wordt ondergewerkt, wat dan zuurstof onttrekt. Het voordeel van bokashi is ook dat het niet meetelt voor de mestboekhouding, terwijl compost wel voor een deel moet worden meegerekend als aanvoer van meststoffen.
Luchtdichte bokashi-hoop
Anderzijds is een composthoop, met een of twee keer omzetten in de open lucht, een stuk eenvoudiger te maken. Bij een bokashi-hoop moeten een bacteriepreparaat (effectieve micro-organismen) en kalk en kleimineralen worden toegevoegd; en het materiaal mag niet te droog zijn (30 tot 50 procent vocht). De hoop moet luchtdicht worden afgesloten voor een goede fermentatie; net als bij inkuilen is het·dan goed als het materiaal niet te grof is.
Als de hoop te droog is, kan water worden toegevoegd. Als daar meteen het bacteriepreparaat bij wordt gemengd, worden de microben goed verdeeld. Gemiddeld zijn de kosten voor de bacteriën, kalk en kleimineralen zo'n 10 euro per ton bokashi. Maar er zijn ook gemeenten die de boeren 10 euro per ton vergoeden voor het bokashi-materiaal, waardoor die kosten tegen elkaar wegvallen.
Bewerkelijk en hoge kosten
Een bokashi-hoop is in acht tot tien weken klaar. Als alles goed gaat, levert het een mooi product op. Maar het proces is bewerkelijk. En als je geen vergoeding krijgt van de leverancier van het bokashi-materiaal, komen de kosten voor de fermentatiestoffen er nog bij. Dit kostenplaatje, in combinatie met de bewerkelijkheid, is volgens Waltje dan ook de reden waarom het maken van bokashi-hopen nog niet praktijkbreed wordt overgenomen, ook al zijn er de afgelopen jaren aardig wat (demo)projecten geweest. Onder andere EM Agriton uit Noordwolde (FR) is hier actief mee. Maar tot nu toe zijn er nog geen grote aantallen boeren die zelf bokashi-hopen maken. Goede begeleiding is daarom een pre, volgens Waltje. "Met bokashi werken aan bodemverbetering is een zaak van lange adem; het is letterlijk een diepte-investering in je bodem. Het gehalte organische stof verhogen is lastig; dat duurt echt vijf tot tien jaar. Dus je moet een goed plan maken en daaraan vasthouden." Maar gezien het streven naar kringlooplandbouw wordt het voeden van de bodem in de toekomst wel steeds belangrijker, geeft hij aan. "Er zijn zandgronden waar nog geen tien ton droge stof gras vanaf komt. Grond is een duur productiemiddel en je eigen ruwvoer is het belangrijkste product van je hele bedrijf. Dus dit verdient zeker aandacht."
Proef met bokashi-hoop
Melkveehouder Herman Geessink uit Eibergen (GD) heeft in 2017 bij wijze van proef binnen de Vruchtbare Kringloop Achterhoek een bokashi-hoop gemaakt, maar het is bij die ene keer gebleven. Het leverde hem niet genoeg meerwaarde op als bij slootmaaisel, dat hij gewoon laat composteren op het land. "Dat scheelt werk en kosten."
Geessink ontvangt het slootmaaisel van het waterschap. Dat maaisel is vrij grof, en in het jaar van de proef had het ook al wat langer gelegen, voordat het bij hem werd afgeleverd. De hoop werd in het weiland aangelegd, maar het materiaal was wat te grof en te droog en al gedeeltelijk verteerd, vertelt hij. Daardoor kreeg hij de mineralen en de micro-organismen er ook niet goed door gemengd. "Je bent afhankelijk van het materiaal dat je krijgt. Ik heb er de apparatuur niet voor om het fijner te maken, of ik moet de loonwerker ervoor laten komen en dan is het maar de vraag of het uit kan."
"Je moet het goed doen, of niet"
De bokashi is uitgereden over maïsland. De maïs was gezaaid in gescheurd grasland, wat ook al aardig wat organische stof oplevert. Omdat het een proef was, had de Eibergenaar er verder geen kosten aan, maar hij heeft berekend dat hij normaal voor het aanleggen van een bokashi-hoop circa 12 euro per ton kwijt zou zijn aan onkosten voor de toevoegmiddelen en het aanleggen van de kuil. "Een composthoop hoef ik niet af te dekken en ik heb er minder arbeid en kosten aan. En in de opbrengst heb ik weinig verschil gezien met compost." Kortom, zegt hij: "Je moet het goed doen, of niet. Maar maak er geen te negatief verhaal van. Ik denk dat bokashi voor biologische bedrijven wel heel geschikt is, omdat zij minder bemestingsmogelijkheden hebben."
Arme zandgrond
De Drentse melkveehouder Hessel Hessels in Wapse (gemeente Westerveld) is vijf jaar geleden begonnen met bokashi. "Wij zitten hier op zeer arme en droogtegevoelige zandgrond. Dan kun je heel veel compost laten aanrukken, maar dat telt voor een deel ook mee in de mestboekhouding."
Hessels krijgt fijngeklepeld bermmaaisel en bladafval van de gemeente en natuurgras van Staatsbosbeheer en ontvangt daarvoor een vergoeding van pakweg 10 euro per ton. Dat dekt de kosten voor de mineralen en de micro-organismen. Zelf levert hij de arbeid voor het in- en uitkuilen en het uitrijden met een stalmeststrooier. Vorig jaar had hij een enorme hoop van 600 ton bokashi; het maximum wat volgens de regels mag worden opgeslagen. Dat is verdeeld over 10 hectare bouwland, waar hij twee jaar maïs op teelt en één jaar verhuurt als aardappelland. Bokashi levert hem veel organisch materiaal, maar niet veel fosfaat en stikstof. "Het gaat echt om de organische stof. Met onze bouwvoor zitten we na 20 centimeter op het rode zand."
Dat de bokashi goed werk doet in de bodem, staat volgens hem wel vast. "De organische stof helpt het vocht vast te houden. In de afgelopen droge zomer stond onze maïs er relatief prima bij; dat hoorde ik ook van collega's. En ons bouwland wordt ook weer grasland, dus dat profiteert er later ook van mee." De gemeente Westerveld is volgens hem ook enthousiast, want zij moet het spul anders naar de composteerderij brengen. "Zolang ik een vergoeding krijg voor het uitgangsmateriaal , ga ik er zeker mee door."
Dit interview met onder andere Sytze Waltje, adviseur bij DLV Advies, verscheen in november 2019 in Melkvee.