Nieuwsarchief
Bouwkansen voor de akkerbouwer
Het maken van plannen bij verbouw of nieuwbouw is een belangrijke stap. In deze fase wordt een belangrijk deel van het toekomstig gebruik van de gebouwen bepaald. Het is geen investering die je snel kunt verkopen als die niet bevalt. Pas op dat je niet in de valkuil van knelpunten en details valt. "Begin daarom breed en eindig, pas veel later, in detail. Bij een uitbreiding van de bedrijfsgebouwen is het zaak eerst naar het geheel op hoofdlijnen te kijken. Functioneert alles nog? Hoe is de kwaliteit van de opslag? Waaraan heb ik behoefte? Hoe wil ik dat mijn bedrijf verder groeit?" Dit zijn de meest essentiële vragen bij een nieuwbouwplan, aldus Versluis. Het staat zo goed als vast dat het exacte beeld fout is. "Toch zal de richting in de praktijk de juiste blijken te zijn. “Kan niet' en 'mag niet' horen in deze fase niet thuis. Stel jezelf kritische vragen, waarom je het bijvoorbeeld doet zoals je het nu doet. Denk daarbij aan veranderingen in bedrijfsvoering door bijvoorbeeld omschakeling naar biologisch en bedrijfsopvolging, maar denk bijvoorbeeld ook aan asbestsanering."
Groeiambities
Er zijn weinig akkerbouwers die achteraf de conclusie trekken dat ze te groot hebben gebouwd. Versluis: "Houd er rekening mee dat groeiambities in de toekomst veranderen. Een kleine aanpassing is vaak al voldoende om ruimte te houden voor groei. Bij het totaaloverzicht is het belangrijk om bestaande gebouwen in het plan te betrekken. Een kleine aanpassing van een bestaand gebouw kan het gebruik van de nieuwbouw sterk verbeteren."
Sommige ondernemers willen bijvoorbeeld asbestschuren vervangen, waarin zij nu nog producten opslaan. Maar als die bewaarschuur een eind van de andere opslaggebouwen verwijderd is, kan het logischer zijn om een bestaande bewaring te verlengen en de asbestschuur te slopen. Bedenk dat de uitstraling van de bedrijfsgebouwen niet afhangt van de kleur die de gebouwen nu hebben, maar van wat je anders wil hebben. De beplating van de bestaande gebouwen gaat veel minder lang mee dan die van de nieuwbouw. Met de nieuwbouw kun je daarnaast met een paar kleine elementen het geheel bij de tijd brengen.
Knelpunten en bestemmingsplan
Nadat je alle wensen - mogelijke of onmogelijke - op een rij hebt gezet, is het zaak de knelpunten op een rij te krijgen. "Die knelpunten kunnen heel eenvoudig zijn: eigenlijk zou de schuur iets langer moeten, maar de windsingel staat in de weg. Maar knelpunten kunnen ook lastiger zijn, zoals iets willen realiseren wat volgens het bestemmingsplan niet mag. Streep die wens niet weg, maar schrijf het knelpunt op."
In een bestemmingsplan staan vooral randvoorwaarden om wildgroei te voorkomen. Sommige zaken zijn heel essentieel en hebben te maken met landelijk of regionaal beleid. Denk aan de tweede bedrijfswoning, die veel provincies niet toestaan. Andere zijn vooral randvoorwaarden. Zo mocht een akkerbouwer geen nieuwe bewaring neerzetten, omdat die te dicht bij de buren zou komen. De werkelijke reden was echter dat er geen geluidsoverlast bij de buren mocht ontstaan. Geluidsoverlast is echter op te lossen. Nadat de akkerbouwer dit had besproken met de gemeente, mocht hij - na een bestemmingsplanwijziging en afspraken over geluidsproductie - toch zijn plannen uitvoeren.
Bedenk ook dat het bestemmingsplan elke tien jaar wordt aangepast aan de hand van nieuwe inzichten. Die inzichten ontstaat echter vaak al in de tussentijd. Ook kan de provincie al meer ruimte hebben gegeven, maar is de gemeente nog niet zo ver met de bestemmingsplannen aanpassen.
Bestemmingsplanwijziging soms nodig
Voordat je iets onhaalbaar acht, is het belangrijk om bij de gemeente te informeren of een knelpunt oplosbaar is. In sommige gemeenten is dat al in het bestemmingsplan geregeld. Bij andere gemeenten is dit een procedure van jaren. Ondanks dat een bestemmingsplanprocedure soms veel tijd kost, is het wel de moeite waard. Accepteren van knelpunten kost namelijk veel meer. Sommige akkerbouwers bouwen niet op de beste plek of met de meest optimale maatvoering, omdat hiervoor een vergroting van het bouwblok nodig is. Dit belemmert een goede bedrijfsvoering. Een singel kappen, een sloot verleggen en erfvergroting aanvragen om een loods 5 meter breder te maken klinken absurd, maar leveren jarenlang veel plezier en kostenbesparingen op. Als je dan toch bezig bent met een bestemmingsplanwijziging, neem dan direct ook alles mee. Dus niet alleen het bouwblok vergroten, maar ook tevens het bestemmingsplan qua zijwandhoogte, dakgoot en/of nokhoogte pas maken bij het wensenplaatje. Vaak merkt Versluis dat een vergroting met goede argumenten, geen enkel probleem oplevert. "Een andere beoordelingspunt voor de wensenlijst, zijn de kosten. Sommige zaken vallen daarbij tegen, andere mee. Streep niet meteen de dure zaken weg. Een goed doordachte uitstraling kan wat prijs betreft best eens meevallen. Ook voor het opvangen van een spant dat in de weg staat, zijn vaak goede en betaalbare oplossingen. Je kunt altijd nog 'nee' zeggen. Maar dan op basis van feiten en niet op basis van aannames", voegt Versluis tenslotte nog toe.
Dit interview met Harrie Versluis is verschenen in vakblad Landbouwmechanisatie.