Nieuwsarchief
Brandveiligheid begint bij bewustwording
Naast de ellende voor de ondernemer, zorgen stalbranden voor veel maatschappelijke beroering. Vrijwel iedereen is het er over eens dat de brandveiligheid van, vooral bestaande, stallen moet verbeteren. Met beperkte aanpassingen kunnen volgens experts al grote stappen worden gezet. Belangrijk is dat boeren bewust worden van de brandrisico’s op hun bedrijf. Anne van Rossum, specialist brandpreventie bij DLV Advies, deelt zijn visie met Pluimveeweb.
Meerdere stalbranden
Afgelopen zomer vonden meerdere stalbranden in korte tijd plaats. Dit resulteerde in flink wat media-aandacht en maatschappelijke onrust. Tussen 2012 en 2016 kreeg de rundvee-, varkens- en pluimveehouderij in totaal 127 keer te maken met brand. Hierbij kwamen bijna 500.000 dieren om het leven. In de pluimveesector was in deze periode 25 keer brand waarbij in totaal bijna 450.000 dieren omkwamen. Dit komt naar voren uit de evaluatie van het Actieplan Stalbranden 2012-2016, dat onlangs werd gepresenteerd. "Pluimveestallen hebben een hoog brandrisico”, zegt Anne van Rossum, specialist brandpreventie bij DLV Advies. „Het is echter nog niet duidelijk waar dit precies door komt.”
Winst bij oudere stallen
Uit het rapport Evaluatie Actieplan Stalbranden, dat werd opgesteld door Wageningen Livestock Research en het IFV (Instituut Fysieke Veiligheid), blijkt dat de oorzaak van stalbranden meestal terug te voeren is op de elektrische installatie. Ook het uitvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden in de stal leidt vaak tot brand. De meeste winst is te behalen bij stallen die gebouwd zijn vóór 1 april 2014; hier vinden verreweg de meeste branden plaats. In nieuwere stallen is de kans op een brand kleiner. "In 2014 is het Bouwbesluit namelijk aangepast en zijn de regels voor brandveiligheid aangescherpt”, zegt Van Rossum. "Stallen die na die tijd zijn gebouwd, moeten onder andere zijn voorzien van praktisch onbrandbare isolatiematerialen (brandklasse B). Daarnaast moet de technische ruimte voldoen aan de compartimenteringseis. Dit om te voorkomen dat de brand overslaat naar de ruimten waar de dieren zitten. Deze maatregelen hebben absoluut een positief effect op de brandveiligheid.”
Funest voor imago
De uitdaging ligt nu dus vooral in het brandveiliger maken van stallen van vóór 2014. De vraag is hoe dit kan worden gerealiseerd. Volgens de onderzoekers die de evaluatie van het Actieplan Stalbranden uitvoerden, kan de brandveiligheid in bestaande stallen onder andere worden verbeterd door het periodiek controleren van de technische installaties en het vergroten van kennis en bewustwording onder veehouders. Van Rossum is ervan overtuigd dat het opnemen van periodieke keuringen in kwaliteitssystemen een belangrijke stap is richting brandveiligere stallen. "Officieel moeten elektrische installaties weliswaar iedere vijf jaar worden gekeurd door de verzekering, maar in de praktijk gebeurt dat lang niet altijd. Terwijl hier wel veel mee te winnen is.”
Technische mogelijkheden
Van Rossum geeft aan dat het technisch gezien relatief eenvoudig is om bestaande pluimveestallen brandveiliger te maken. "Met een paar duizend euro kun je al veel winst boeken”, onderstreept hij. "Bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan ongediertebestrijding; ratten en muizen die elektrische kabels doorknagen zorgen regelmatig voor brand. Dit kun je bijvoorbeeld voorkomen door dichte kabelgoten te vervangen door kabelladders, waardoor de kabels beter in het zicht hangen. Dit is meestal wel betaalbaar en zorgt voor een serieuze verbetering van de brandveiligheid.” Ook de Delta-T-regeling, die in veel pluimveestallen al is ingebouwd om klimaatproblemen te voorkomen, kan worden uitgebreid. "Op deze manier worden snelle temperatuursverhogingen eerder gedetecteerd. Ook dit is geen dure aanpassing; je hoeft slechts de instellingen van je klimaatinstallatie uit te breiden.”Van Rossum adviseert verder om bij voertuigen - trekkers, shovels et cetera - een schakelaar te plaatsen in de massakabel die de accu verbindt met het frame. Op deze manier wordt kortsluiting, maar ook diefstal voorkomen. „Heel belangrijk is daarnaast om las- en slijpwerk zoveel mogelijk in de werkplaats te doen. Ben je toch aangewezen op de stal, zorg dan altijd dat een emmer water of een brandblusser in de buurt is. En wees alert op smeulende vonken!” Compartimentering van risicoruimtes, zoals bijvoorbeeld het eierlokaal, kan ook veel winst opleveren. "Dit betekent dat je extra wandjes plaatst of bestaande wanden bekleedt met brandwerend materiaal. Maar dat is niet in ieder bedrijf mogelijk. Ook vergt het meestal een forse financiële investering.”
Keurmerk brandveiligheid
Van Rossum vindt dat brandveiligheidsmaatregelen niet moeten worden opgelegd, maar dat ondernemers vooral overtuigd moeten raken van het nut hiervan. „Het mooiste zou zijn wanneer het nemen van brandwerende maatregelen gestimuleerd zou kunnen worden, bijvoorbeeld door middel van een puntensysteem. Dit zou je kunnen koppelen aan een keurmerk voor een brandveilige stal, waarmee ondernemers kunnen laten zien dat ze alles doen om brand te voorkomen. Samen met duurzaamheidsplatform SMK denken we momenteel na over de ontwikkeling van een dergelijk keurmerk.”
Wie betaalt?
Het is de vraag of de kosten voor het brandveiliger maken van stallen volledig op het bordje van de ondernemer moeten worden gelegd of dat consumenten en overheid hier ook aan moeten meebetalen. Van Rossum vindt het niet eerlijk om de kosten volledig bij de ondernemer te leggen. "Dit is oneerlijk en leidt tot concurrentievervalsing. En in een internationale markt is het niet zomaar mogelijk om dergelijke inspanningen door te berekenen in de productprijs. Aangezien extra inspanningen en investeringen om de brandveiligheid te verbeteren, ook een maatschappelijk belang dienen, zullen deze moeten worden betaald uit algemene middelen.”
Het volledige artikel is te lezen in de uitgave van Pluimveeweb oktober 2017.