Buitengebied vraagt maatwerk

Publicatiedatum: 02-08-2017

De leegstand van boerderijen en andere agrarische gebouwen neemt nog altijd toe. Verwacht wordt dat er tot 2030 40 miljoen vierkante meter leeg komt te staan. Daarvan zal 16 miljoen vierkante meter worden gesloopt. De overige 24 miljoen vierkante meter kan een andere bestemming krijgen. Hoewel overheden steeds meer van goede wil zijn, ontbreekt het nog aan daadkracht en flexibiliteit.

Steeds meer gemeenten zien in dat maatwerk nodig is om agrarische gebouwen te saneren of een nieuw leven te geven. Maar de rompslomp is nog fors, procedures duren lang en kosten rijzen de pan uit.

Werk maken van het buitengebied

Strakke regels zijn er niet om agrarische gebouwen en erven te herbestemmen naar bijvoorbeeld een nieuw bedrijf of plattelandswoning. Wel hanteren provincies kaders en zijn er regelingen als Ruimte voor Ruimte of Rood voor Rood. Als het gaat om een boerderij, stal of schuur te slopen, een nieuwe bestemming te geven, komt het altijd aan op maatwerk bij de gemeente. Voor herbestemmen kun je geen regels maken, alleen kaders. Iedere gemeente en locatie is anders. Meer gemeenten maken werk van hun buitengebied, maar ze zijn ook vrij rigide in de regels hanteren of in oude denkpatronen blijven hangen. In Oost-Nederland staan de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG) nog in bestemmingsplannen. Caravanstalling is daar vaak niet toegestaan, terwijl dat geen enkel probleem vormt. Gemeenten kunnen daar pragmatischer mee omgaan.
Dat biedt ook de stoppende boer perspectief. “Als hij op dezelfde locatie een recreatiebedrijf kan creëren, kan hij een vervangend inkomen generen. Maar gemeenten moeten wel de ruimte geven.”
Jan de Groot van DLV Advies ziet dat gemeenten worstelen met de regels voor het buitengebied. “De angst heerst dat ze een nieuw probleem creëren. Als ze te veel ruimte geven, bestaat de kans dat het een rommeltje wordt, gebouwen leeg blijven staan en dat werkt criminaliteit in de hand.”
Planschade, als bijvoorbeeld een stopper zorgwoningen op zijn erf wil bouwen, vlak bij een collega-veehouder, veroorzaakt spanning.  “Soms moeten we dan concluderen dat een functie niet kan.” Ook houden andere belangen elkaar in een greep. De Groot: “Dat kan voorkomen worden als een stal wordt omgevormd tot een bedrijfsruimte, terwijl de gemeente nog ruimte heeft op een bedrijventerreinen, dat ze zelf heeft ontwikkeld.”
De NVM pleit ervoor de Wet plattelandswoningen beter toe te passen. Veel gemeenten houden nog vast aan de agrarische bestemming. Een heldere visie op hun buitengebieden is dus wenselijk.

Kostenplaatje

De kosten vormen ook een obstakel, ervaart De Groot. “Als je kijkt naar de hele omvorming van het bestemmingsplan, de onderzoeken die daarvoor moeten plaatsvinden, de vergunningen en de leges, dan kom je al gauw op € 10.000 tot € 20.000.”

Daarbovenop kan nog een afdracht van de bestemmingswinst aan de gemeente komen, omdat de agrarische grond van functie verandert. “Dan heb je het over € 25.000 tot € 30.000. Met een beetje pech heb je een kostenplaatje van € 30.000 tot € 50.000 en dan is er nog geen steen gebouwd. Dit soort bedragen schrikken boeren af”, stelt De Groot. De vrees is dat gemeenten niet
snel hun leges verlagen. Wel kunnen ze procedures vereenvoudigen. Voor een nevenfunctie is vaak een afwijkingsprocedure nodig van acht weken. Maar voor een andere bestemming is geregeld een herziening nodig en die duurt langer met forse kosten. Een wijzigingsprocedure scheelt tijd en geld. “We willen het platteland levendig houden, krimp, verrommeling en criminaliteit tegengaan en asbest saneren. Nou, dat kan best een stuk sneller door soepeler om te gaan met de procedures."

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie