Nieuwsarchief
Continuïteitsperspectief rundveehouderij
Hoe staan we, de agrarische ondernemers in de rundveesector, ervoor? Dat is een vraag die alle betrokkenen binnen de rundveehouderij bezig houdt. Wat is het continuiteitsperspectief van de rundveehouderij?
Behoefte aan zekerheid
Er is bij ondernemers behoefte aan zekerheid rondom wet- en regelgeving voor de melkveehouderij. De zekerheid rondom de regelgeving maakt dat ondernemers de kans hebben om in te springen op die zaken en daarmee de continuïteit van hun onderneming kunnen waarborgen.
Referentiepech
Niek Groot Wassink vertelt: “Wat je hebt gezien in de laatste twee jaar is dat ook grote bedrijven die goed draaien de pech hebben gehad dat er bepaalde referentiedagen ongunstig uitvallen. Denk aan de invoering van de fosfaatrechten, het fosfaatreductieplan en de stand still van de melkfabrieken. Doordat deze bedrijven door de referentiedata tussen wal en schip vallen, kunnen zij in de problemen komen.”
Niek Groot Wassink heeft zorgen over het continuïteitsperspectief van de bedrijven waarvoor de referentiedata ongunstig uitvielen. Er zijn bedrijven die veel meer koeien in de stal hadden staan op 2 juli 2015; de referentiedatum voor toeslagrechten. Dit huidige aantal dieren staat wellicht momenteel nog in de stal, maar dat betekent wel dat ze op korte termijn een oplossing moeten vinden of de koeien op moeten ruimen.
Deze grote groep bedrijven heeft last van de wet- en regelgeving. Zij hebben fors geïnvesteerd voor bijvoorbeeld 200 koeien, maar hebben nu maar 120 koeien in de stal hebben.
Niek: “Deze bedrijven moeten fosfaatrechten aankopen voor de extra dieren. De vraag is of deze bedrijven ook de middelen hebben om de fosfaatrechten erbij te kopen. Er zal een groep zijn die dat kan, maar er is ook een grote groep waar de bank niet de ruimte geeft om deze fosfaatruimte aan te kopen.”
Referentiegeluk
Niek benoemt dat er naast de groep waar de referentiedagen ongunstig uitvallen er ook een groep is die goed gegokt heeft. “Zij hebben op de juiste momenten de juiste dieraantallen die ook in verhouding staan tot de huidige financiering van het bedrijf. Een deel van deze ondernemers maken op dit moment alweer plannen richting de toekomst. Zij willen dit jaar of volgend jaar fosfaatrechten aankopen, zijn voornemens om eventuele dieren aan te kopen en om de grond onder het bedrijf te regelen. Verder kijken en alweer stappen maken, omdat de basis goed is.” Volgens Niek is dat ook logisch: “Dat kan ook op de momenten dat de bedrijven netjes draaien. Zij zijn nu alweer een buffer aan het maken. Dit is de groep die een kritieke opbrengstprijs heeft van 31 á 32 cent, zij hebben nauwelijks iets gemerkt van de slechte melkprijzen. En zij hadden hun data op de referentiedagen goed staan; zij knallen gewoon door met het bedrijf.”
Extra segmentatie
Er vindt op dit moment een enorme segmentatie plaats in de sector. Je hebt altijd toppers, gemiddelde ondernemers en stoppers. Nu is er een extra segmentatie te maken in deze groepen, namelijk de groep die de data op de referentiedagen ‘verkeerd had staan’. Ondernemers die hierbij horen komen uit de toppers en de groep die gemiddeld draait. En nog enkele ondernemers die een matige basis hebben voor de toekomst. De potentiele stoppers komen minder voor in dit extra segment, want zij hebben vaak minder stappen gemaakt in de laatste jaren.
Binnen de ‘extra segmentatie’-groep zitten veel ondernemers die een stal gebouwd hebben met extra financiering en die de stal nu niet vol hebben staan. Niek: “Stel je hebt eind 2015 een nieuwe stal gebouwd met € 800.000 extra financiering maar je mag er geen koe extra bijhouden, dan heb je een enorme uitdaging als ondernemer. Voor die extra ruimte in de stal moet je ook voor die extra koeien fosfaat kopen. Stel dat je dat € 4.000 per koeplaats kost, dan heb je nog een extra investering van € 200.000. Zij staan voor een grote uitdaging.
Continuïteitsperspectief
Binnen DLV Advies spreekt Niek dagelijks met zijn collega’s binnen het thema financieel management. “We zien echt wel mogelijkheden voor het continuïteitsperspectief voor de sector. De verwachting is dat de melkprijs op de lange termijn rond de 35 cent komt te liggen. We zien dat de 25% beste bedrijven een kritieke melkopbrengstprijs van 32 cent hebben. Dus er is ruimte voor die bedrijven.
Het betekent ook dat de bedrijven die boven die kritieke opbrengstprijs zitten, sneller met hun bedrijf moeten gaan stoppen dan in het verleden. Dit komt mede doordat banken kritischer zijn op de ondernemer en de rentabiliteit en de prijsfluctuaties heftiger zijn.
Samenwerken
Binnen de rundveesector is de ontwikkeling zichtbaar dat steeds meer bedrijven samen gaan werken of bedrijven, die financieel sterk zijn, gaan locaties bij kopen, pachten of huren.
Meerdere locaties per eigenaar is een trend. Maatschappelijk gezien is dat een goede ontwikkeling. Een bank staat daar ook positief tegenover. In het algemeen zien mensen liever twee stallen voor 200 koeien dan één stal voor 400 koeien.
Strategische keuze
Voor trendzoekers en mogelijke invullingen richting de toekomst is het goed om op strategisch vlak na te denken en te sparren over; wie ben ik als ondernemer, ben ik een topondernemer? Welke ideeën heb ik? Zijn die ideeën richting de toekomst passend bij mij als ondernemer?
Als tip geeft Niek het volgende aan de ondernemers mee: “Breng je plannen goed in beeld; wat is het effect van de plannen die je met je bedrijf hebt? Wat zijn de gevolgen als jouw bedrijf samen gaat met het bedrijf van de buurman, wat gebeurt er als je het bedrijf gaat splitsen, wat zijn de gevolgen als je bijvoorbeeld 50 koeien meer gaat houden? Denk erover, praat erover en maak het concreet. Dan heb je in beeld hoe je de continuïteit van jouw bedrijf waarborgt.”
Voor meer informatie, neem contact op met Niek Groot Wassink via 06 13 37 91 07 of n.grootwassink@dlvadvies.nl of een van de andere specialisten op het gebied van financieel management.