Cradle-to-cradle bouwen: nieuwe stal van oud materiaal

Publicatiedatum: 16-12-2020

Een stal van tweedehands bouwmateriaal is voordeliger en ontziet het milieu. DLV Advies deed een pilot om te ontdekken wat werkt en wat niet.

Langzaam ontstaat in Nederland het besef dat je een groot deel van een nieuwe stal ook kunt bouwen met gebruikte materialen. Dat is niet alleen voordeliger, maar ontziet ook het milieu. De productie van nieuw bouwmateriaal kost immers energie. Inmiddels hebben een aantal sloop- en constructiebedrijven zich in deze tak van sport gespecialiseerd. Ze leveren onderdelen, maar ook complete constructies, inclusief dak- en wandbekleding.

"Bij het zogeheten cradle-to-cradle-bouwen moet je voortdurend op zoek. Welke materialen zijn herbruikbaar, hoe pas je ze toe en in hoeverre moet je het stalontwerp aanpassen aan de materialen? Om hier een gestructureerde manier van werken in te vinden, heeft DLV Advies een protocol opgesteld dat gebaseerd is op een pilotproject in Noord-Brabant, waarbij een oude stierenstal is omgebouwd tot een stal voor jongvee en droge koeien", zegt Eric Pijnappels, projectleider Bouw. "Vaak is het lastig om de onderbouw van een melkveestal (fundering, vloeren en gemetselde opbouw) opnieuw te gebruiken. Toch bleek het in de pilot mogelijk om een groot deel van de bestaande stierenstal - en dus ook de onderbouw - opnieuw te gebruiken."

Zoekwerk

Bij de bouw van een stal met gebruikte bouwmaterialen is de zoektocht naar materialen de eerste stap. Pas als je weet welke materialen tweedehands leverbaar zijn, kun je aan de slag met het definitieve ontwerp. Eric: "Het zoekwerk naar geschikte materialen betekent hogere kosten in de ontwerpfase. En dit leidt ertoe dat de uiteindelijke besparingen vaak minder groot uitvallen dan begroot. De onderbouw blijkt zelden geschikt voor een tweede leven. Die zijn vaak niet zo opgebouwd dat materialen bij verplaatsen herbruikbaar zijn. Daarom zijn bij het berekenen van de economische haalbaarheid bij de pilotstal alleen de aanpassingen van de bovenbouw meegenomen. De kostenverhouding van boven- en onderbouw is doorgaans 50/50. Op basis van het uiteindelijke stalontwerp zijn drie herbouwvarianten voor de jongveestal doorberekend." 
De eerste is de variant waarbij zoveel mogelijk materialen van de huidige locatie worden gebruikt. En als onverhoopt bouwmaterialen moeten worden aangekocht, is zoveel mogelijk gebruikgemaakt van tweedehands materialen. De herbouwkosten van de bovenbouw komen in dat scenario op € 54.000. In het tweede scenario zijn tweedehands materialen uit de regio gebruikt die passen bij de constructie en nieuwbouw. De kosten van de bovenbouw komen in dat scenario uit op € 62.000. In het derde scenario zijn nieuwe materialen gebruikt. Kosten? € 87.000.

Financiële besparing met hergebruik

Hieruit blijkt dat ten opzichte van nieuwbouw, zoveel mogelijk hergebruik van eigen materialen tot een financiële besparing van 38 procent leidt. Het scenario met aanvullende gebruikte materialen van derden leidt tot een besparing van circa 30 procent ten opzichte van het gebruik van nieuwe materialen. "De kostenbesparingen zijn vooral groot bij hergebruik van de gordingen (93 procent goedkoper dan bij nieuw materiaal) en grote schuifdeuren (79 procent goedkoper). Zoals eerder gemeld, gaat een klein deel van deze winst aan de kostenkant weer verloren doordat de zoektocht naar materialen meer tijd kost en het ontwerp en de bouw lastiger zijn. Die kosten liggen zo’n 10 procent hoger", legt Eric uit.

Schaduwkosten

Ook de besparing op de zogeheten schaduwkosten zijn aanzienlijk. Daarmee worden de kosten bedoeld die de maatschappij ervoor over heeft om een bepaald milieudoel te realiseren. Ook preventieve maatregelen die milieubelasting voorkomen, vallen onder de schaduwkosten. In de bouwwereld is het gebruikelijk om de milieu- effecten van de bouw door te berekenen in een (fictieve) kostprijs. Hoe lager de schaduwkosten, hoe duurzamer het gebouw. Voor de pilotstal bedragen de schaduwkosten bij nieuwe materialen ruim € 21.000 euro, terwijl bij gebruik van zoveel mogelijk tweedehandsmaterialen de schaduwkosten variëren van € 5.000 tot € 7.500, ofwel een besparing van 65 tot 75 procent ten opzichte van bouwen met nieuw materiaal. Zoals eerder aangestipt, is de onderbouw het Iastigst. Ga maar na: allerIei, voortschrijdende inzichten, voorschriften en gebruikseisen resulteren in stallen met andere maatvoeringen. Ook gaat het dan om specifieke betonnen mestopslagkelders onder de stal, ligbedden voor voldoende koecomfort, vloeren die hogere aslasten kunnen verdragen en emissiearme loop vloeren. Natuurlijk zijn er alternatieve bouwwijzen mogelijk, die het circulair bouwen een steun in de rug zouden kunnen geven. Denk bijvoorbeeld aan keIderloos bouwen met een externe mestopslag. Maar daarbij stuit je al snel op grenzen van de bouwblokgrootte en op de voorwaarden van emissiearme stalsystemen. Om in de toekomst nieuwe stallen te realiseren volgens het cradle-to-cradle-principe zijn een andere bouwwijze, materialen en stalsystemen nodig. Door de strenge en specifieke eisen aan de gebouwen ten aanzien van maatvoering, stalsystemen, dierverzorging, mestopslag, isolatie, ventilatie, emissiereductie en brandveiligheid is dit geen gemakkelijke opgave.

Dit artikel verscheen in september 2020 in vakblad Veehouderij Techniek.    

Monomestvergisting kansrijk, maar dringend behoefte aan meer beleidsruimte
BoerenPerspectief ondersteunt boeren die blijven boeren
Rechter bepaalt: intern salderen afgelopen 5 jaar alsnog vergunningplichtig
Stoppen met couperen van varkensstaarten: Samen naar een toekomstbestendige varkenshouderij
Landelijke basis voor provinciale opkoopregelingen
Gelderland volgt Noord-Brabant met intrekken latente stikstofruimte
Van co-vergister naar groengasinstallatie: Ervaringen van familie Ubbels
Vergisting: ‘binnen enkele jaren los met de eerste clusters’
Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie